door Ronald Janssen (*)
verschenen op 5 februari 2013 in Social Europe Journal
Nederlandse vertaling: Ander Europa
De persverklaring van Eurostat verleden week over de werkloosheid is vernietigend. In december 2012 bereikte de werkloosheid 11,7% in de eurozone, en 10,7% in de Europese Unie in haar geheel (EU-27). In beide gevallen was de werkloosheid beduidend gestegen sinds december 2011. Over heel Europa zijn er 25,9 miljoen mensen zonder werk, waarvan 5,7 miljoen jongeren. Griekenland en Spanje, met werkloosheidscijfers hoger dan 26%, zijn het zwaarst getroffen. Terwijl er een daling was van de werkloosheid in zeven lidstaten (waaronder de drie Baltische staten) steeg ze in 20 lidstaten in het voorbije jaar.
Helaas zijn deze werkloosheidsstatistieken slechts een deeltje van de realiteit. Achter de officiƫle statistieken schuilt een trend van werklozen die zo ongemotiveerd raken dat ze zich helemaal uit de arbeidsmarkt terugtrekken, en daardoor op een artificiƫle manier de werkloosheidscijfers naar beneden halen. Een andere categorie die niet opgenomen is in deze statistieken zijn werkers die hun thuisland verlaten om elders een job te zoeken, een fenomeen dat op grote schaal plaats vindt in veel van de lidstaten van de periferie.
Daarenboven kunnen cijfers over de tewerkstelling erg misleidend zijn, zelfs wanneer er tewerkstellingsstatistieken gebruikt worden om de bovenvermelde effecten te vermijden. Het globale aantal jobs zegt niets over de aard van de gecreƫerde werkplaatsen. Een nadere blik op de toestand van de tewerkstelling sinds het begin van de economische crisis is veelzeggend (zie de onderstaande grafiek).
De grafiek toont in de eerste plaats dat, zelfs vier jaar na de crisis, het BBP zijn niet volledig hersteld heeft en nog steeds 2% onder het niveau van economische activiteit ligt van het derde kwartaal 2008, en sinds het vierde kwartaal van 2011 opnieuw aan het dalen is (zie de puntlijn ….. nabij de horizontale as).
Een gevolg is dat ook de tewerkstelling eronder lijdt. Het gaat niet alleen over het feit dat het totaal aantal jobs naar beneden gaat, bijvoorbeeld met 500.000 van het derde kwartaal 2011 tot het derde kwartaal 2012. Het gaat er hem ook om dat de samenstelling van de bestaande jobs een hele verandering ondergaat, zoals ook blijkt uit de grafiek. De jobs die gecreĆ«erd werden sinds het begin van de crisis zijn voornamelijk parttime jobs, en hun aantal is sindsdien met 8% toegenomen (stijgende curves bovenaan in de grafiek). Anderzijds hebben de fulltime jobs zwaar geleden, Ā hun aantal is met 6% geslonken (volle lijnen onderaan de grafiek) en hun aantal blijft dalen.
Als we nu onze aandacht verplaatsen van het algemeen Europees gemiddelde naar de meest noodlijdende landen, wordt het beeld nog veel somberder (zie volgende grafiek). In Spanje, Ierland en Griekenland zijn 15 tot 20%, een vijfde dus, van de fulltime jobs simpelweg verdwenen! Terzelfdertijd vertoonden de parttime jobs een globale groei met 10-15%.
Om te besluiten: de Europese economie ondergaat een acute globale crisis van de vraag, en dit is een zelfvoedend proces. De crisis, die in gang gezet werd door een inkrimping van het krediet en dan door de budgettaire soberheidspolitiek, heeft onze arbeidsmarkten zwaar geteisterd. De crisis wordt verder versterkt door een werkloosheid van 11% en meer, samen met voortdurende loonmatiging in combinatie met een proces waarbij fulltime jobs vernietigd worden en vervangen door parttime jobs. Bedenk daarbij dat het fulltime jobs, niet de parttime jobs zijn die hypothecaire leningen afbetalen. Een stijgend aantal wanbetalingen brengt banken nog verder in de problemen, wat nog zwaardere reddingsoperaties vereist met publieke gelden.
Er moet een eind komen aan de perverse wisselwerking tussen economische crisis enerzijds en vernietiging van jobs anderzijds. Europa moet zijn economie herlanceren en een groot Europees investeringsprogramma opzetten. Op die manier zou de vicieuze cirkel kunnen doorbroken worden van globale arbeidsplaatsvernietiging, aftakelende kwaliteit van de jobs en inkrimping van het loon met verdere verzwakking van de vraag tot gevolg.
(*) Ronald Janssen is economisch adviseur werkzaam bij de Europese vakbeweging in Brussel.