19 februari 2021 – Een indrukwekkende reeks organisaties en individuen richtte zich gisteren in een open brief tot de verantwoordelijken voor het Europees landbouwbeleid: de landbouwministers van de lidstaten, de Europese commissarissen verantwoordelijk voor landbouw, Green Deal en jobs/sociale rechten, en de europarlementsleden die bij de herziening van het landbouwbeleid betrokken zijn. De briefschrijvers komen op voor de rechten van de meer dan 10 miljoen landbouwarbeiders, waarvan een groot deel seizoenarbeiders, die vaak in erbarmelijke omstandigheden als moderne slaven behandeld worden. Eerst wat achtergrond over het ‘Europees Gemeenschappelijk Landbouwbeleid’ (GLB).
Sinds 2018 wordt er in de EU onderhandeld over een hervorming van het landbouwbeleid. Niet onbelangrijk aangezien er ongeveer 30% van het Europees budget naartoe gaat, en landbouw een belangrijke rol speelt in het voedsel-, milieu- en klimaatbeleid. Het hervormde landbouwbeleid zou van start moeten gaan op 1 januari 2023, maar ook vóór die datum kunnen al wijzigingen ingevoerd worden. Zoals gewoonlijk is het de Europese Commissie die de voorstellen formuleert, en Raad en Parlement die ze al dan niet goedkeuren, eventueel met amendementen. In de formulering van de Commissie “stimuleren de voorstellen de ontwikkeling van een duurzame en competitieve landbouwsector die een aanzienlijke bijdrage kan leveren aan de Europese Green Deal, met name via de strategie van boer tot bord en de biodiversiteitsstrategie.”
Maar wat zegt de open brief?
“Verbazend genoeg hebben arbeiders nooit een plaats gehad in het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) , een vlaggenschip van het EU-beleid (…) Terwijl GLB-subsidies nu terecht afhangen van het respecteren van elementaire milieunormen, openbare gezondheid en dierenwelzijn, speelt het respect voor mensen- en werkersrechten niet de minste rol bij de toekenning van directe betalingen. Het is dan ook niet te verbazen dat het GLB tot nog toe gefaald heeft bij de verbetering van de werkomstandigheden van de landarbeiders.”
De open brief wijst er ook op dat dit soort arbeid door overheden als ‘essentieel’ wordt bestempeld tijdens de Covid-19 crisis, maar wie die arbeid uitvoert, al dan niet als EU-burger, migrant of vluchteling, doet dit vaak in onmenselijke omstandigheden, tegen een hongerloon, met zeer lange werkdagen, vaak in het zwart, en met ondermaatse huisvesting.
De briefschrijvers stellen hun hoop op het Europees Parlement, dat de uitkering van landbouwsubsidies afhankelijk wil zien van het respecteren van de gangbare voorwaarden zoals die door collectieve arbeidsovereenkomsten, nationale en Europese wetgeving en de Internationale Arbeidsorganisatie worden bepaald.
Laat een reactie achter