door Herman Michiel
17 januari 2021
U hebt misschien vlug doorgescrold of verdergebladerd bij het bericht dat de Europese Unie (EU) en de NAVO op 10 januari verklaarden om âhun partnerschap verder uit te diepenâ. Voor de enen is dit niet meer dan normaal nu beide organisaties nauw samenwerken in hun militaire steun aan OekraĂŻne, voor anderen bevestigt het nogmaals dat de EU een â eventueel tĂ© – trouwe Atlantische bondgenoot is die regelmatig haar âdoopbeloftenâ aan Washington moet hernieuwen. Niets meer dus dan wat mediavertoon zoals het nu eenmaal de gewoonte is bij dergelijke instanties: grote woorden, âhistorischeâ foto, NAVO secretaris-generaal Stoltenberg, Raadsvoorzitter Michel en Commissievoorzitter von der Leyen braafjes de handjes opeen. In de media zelf vindt men weinig aanleiding om hierin veel meer te zien dan een fait divers. âTegen de achtergrond van de Russische invasie in OekraĂŻne, maar ook de toenemende assertiviteit van China en de instabiliteit in Afrika en het Midden-Oosten, hebben de Europese Unie en de NAVO besloten om hun samenwerking naar een hoger niveau te tillenâ stelde de VRT, en dat was ook de teneur van de meeste krantenkoppen.
Geen improvisatie van het laatste ogenblik
Zoals zo vaak zijn dergelijke mediaberichten niet onjuist, maar ook niet erg relevant. Waarom dit vertoon? Waarom nu? Waarom werd de oprichting van een EU-NAVO werkgroep âtot versterkte bescherming van kritische infrastructuurâ pas een dag later aangekondigd?  EĂ©n ding is zeker: de gezamenlijke verklaring van 10 januari is geen improvisatie van het laatste ogenblik, maar het resultaat van wellicht twee jaar drukke geheime transatlantische besprekingen, dus al van vóór Poetinâs inval. Getuige daarvan een document van het Europacollege, de EU-hogeschool. Daarin lezen we dat in september 2021 gewerkt werd aan het opstellen van een gemeenschappelijke EU-NAVO verklaring, die tegen het eind van dat jaar verwacht werd. Dat gebeurde dus niet, maar het zou voor âbegin 2022â zijn. Ook dat was niet het geval, en nu werd er uitgekeken naar de grote NAVO-top in Madrid van juni 2022. Nogmaals noppes, en ook eind 2022 geen verklaring. Het werd dus 10 januari 2023. Dit alles wijst erop dat het opstellen van de verklaring niet van een leien dakje liep. Aangezien de NAVO sinds haar oprichting essentieel een verlengstuk is van de Amerikaanse buitenlandse en militaire politiek, ligt het voor de hand dat de besprekingen vooral tussen Brussel en Washington waren, met de NAVO secretaris-generaal als go-between. Tussen de twee Atlantische âpartnersâ zijn de laatste jaren inderdaad een aantal wrijvingen ontstaan, en binnen de EU zelf zijn de violen niet helemaal gelijkgestemd als het over de NAVO gaat. Een EU-NAVO verklaring is dus eigenlijk ook een EU-NAVO-VS-verklaring.
In de media zijn er sporadische echoâs over de achtergrond. De New York Times weet bijvoorbeeld dat âde onderhandelingen lang en moeizaam waren, met gevoelige items gaande van de Europese strategische autonomie tot de verhouding met China.â Politico schrijft dat de verklaring er komt âna maanden uitstelâ en dat ze onderstreept dat er âgrenzen zijn aan de samenwerkingâ. Er wordt ook verwezen naar de gespannen verhouding tussen NAVO-lid Turkije en verschillende Europese landen, en de leidende rol van Washington in het Atlantisch bondgenootschap. Maar het is vooral uit de initiatieven en publicaties van de invloedrijke think tanks in de Verenigde Staten â RAND (bijna 2000 medewerkers!), Brookings, Carnegie Endowment for Peace, Heritage Foundation, Cato, Center for American Progress enzovoort en zo verder â waaruit blijkt hoe nauwgezet het Europees toneel gevolgd wordt in Washington.
Over de precieze toedracht van de driehoeksverhouding EU-NAVO-VS kan alleen gespeculeerd worden. We kunnen echter wel de belangrijkste themaâs in kaart brengen die voor die driehoeksverhouding bepalend kunnen zijn. Het geeft ons hopelijk een beter inzicht in toekomstige ontwikkelingen.
Afghanistan
De door Washington eenzijdig besliste terugtrekking van de Amerikaanse troepen uit Afghanistan in augustus 2021 zette haar Europese âpartnersâ, die zich 20 jaar lang naar het VS Afghanistanbeleid hadden geschikt, voor een voldongen feit. Zelfs uit de mond van Europese Raadsvoorzitter Michel klonk het nogal bits begin september 2021: âVeel mensen vragen zich af waar de 20 jaar internationale aanwezigheid goed voor was, en ze wezen op het onevenwicht tussen Europaâs deelname aan de internationale inspanningen in Afghanistan, en de beperkte invloed over de strategische keuzes en het verloop van zaken zoals we het de laatste dagen meemaakten.â Men herinnert zich de beelden van die âlaatste dagenâ met de chaos op de luchthaven van Kabul, waarbij ook Europese militairen, diplomaten en hun Afghaanse tolken in paniek probeerden het land uit te geraken. De ontreddering in Europa was des te groter omdat het besluit niet werd genomen door de onberekenbare Trump, maar door zijn âdeftigeâ opvolger Biden.
AUKUS
De Amerikaanse troepen waren geen twee weken uit Kabul verdwenen of de Europese âpartnersâ moesten een nieuwe klap incasseren. Op 15 september 2021 kondigen de Verenigde Staten, Groot-BrittanniĂ« en AustraliĂ« hun AUKUS-initiatief aan: een tegen China gericht âAnglo-Saksischâ samenwerkingsverband waar de EU helemaal buiten gehouden werd. Maar veel erger dan dat, alleszins voor Frans president Macron en de Franse wapenindustrie: een mega-contract (50 miljard âŹâŠ) voor de levering van 12 Franse onderzeeĂ«rs aan AustraliĂ« werd opgezegd, en vervangen door een contract voor Brits-Amerikaanse tuigen aangedreven met kernreactoren. âMacron had er blijkbaar geen erg in gehad dat de leiders van de VS, Groot-BrittanniĂ« en AustraliĂ« enkele maanden tevoren, in de marge van de G7 in juni 2021, zich even hadden apart gezetâ, schamperde de Financial Times (24.09.21). Men kon er echter in Parijs niet mee lachen. De Franse minister van buitenlandse zaken Le Drian sprak van een âdolk in de rugâ, de ambassadeurs werden teruggeroepen uit Washington en Canberra. Zoiets is verre van alledaags onder Westerse âpartnersâ.
De VS en Oost-Europa
Echter, niet alle regeringen in de EU reageerden even verbolgen over de âdolksteekâ, en men kan vermoeden dat er bij sommige zelfs enige Schadenfreude was. Polen, Hongarije, TsjechiĂ« en Slowakije (de Visegrad groep) oriĂ«nteerden zich al in het begin van de jaren 90, na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie, op de NATO en Washington, de historische tegenstander van Moskou. Ook nadat ze lid werden van de Europese Unie konden de Verenigde Staten bilaterale betrekkingen met ze uitbouwen, en vonden er enthousiastere reacties op militaire optredens (en offertes voor wapenleveringen) dan bij het âOude Europaâ (naar het woord van Bushâ minister van defensie Donald Rumsfeld). Vooral sinds de Russische inval in OekraĂŻne speelt het âNieuwe Europaâ, Polen op kop, op die manier een belangrijke rol in de bepaling van de verhoudingen tussen de EU en Rusland, en geeft het Washington een bijkomende greep op het Europees buitenlandbeleid.
Brexit
Een andere ingangspoort voor Washington tot het Europese buitenland- en militair beleid was traditioneel Groot-BrittanniĂ«. Men herinnert zich hoe enthousiast Tony Blair in 2003 de Amerikanen volgde bij de aanval op Irak, terwijl de Frans-Duitse âEuropese motorâ daar uitdrukkelijk uit weg bleef. Het is ook wel bekend dat Londen andere diensten leverde aan de grote Angelsaksische broer, via onder andere een vestiging van de NSA, het gesofistikeerde elektronische VS-spionagebolwerk dat zelfs Angela Merkels telefoon aftapte.
Brexit hield echter voor Washington en de NAVO het risico in dat hiermee de Amerikaanse greep op het Atlantisch bondgenootschap in Europa zou verzwakken, en de rol van âgaullistischâ Frankrijk er versterkt zou uitkomen. De strategen van de RAND Corporation wijdden er een uitgebreide studie aan [1], waaruit volgend veelzeggend citaat over de âEuropese inspanningen voor een strategische autonomieâ:
âFrankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk zijn de landen gebleven met de beste militaire troeven in Europa, en ze hebben de leiding genomen van de Europese defensieorganisatie, initiatieven en projecten. De drie landen treden op als het Europees defensie triumviraat, en worden daarom ook bijgenoemd de ED3. Ondanks de uittrede van het Verenigd Koninkrijk uit de EU, bleven de drie landen op Ă©Ă©n lijn staan omdat ze sterker zijn samen. Parallel met de deelname van het VK in de ED3 ontwikkelde de Europese strategische autonomie zich op een manier die complementair is met de NAVO, met een goede coördinatie tussen de twee organisaties. De aanwezigheid van het VK in de ED3 heeft Washington gerustgesteld dat de Europese strategische autonomie zich zal ontwikkelen op een manier die de NAVO aanvult en de trans-Atlantische samenhang bewaart, al behouden Parijs en Berlijn twijfels over de verdeelde prioriteiten van het Verenigd Koninkrijk en hun speciale banden.â
RAND denkt dus dat de Europese âstrategische autonomieâ vrij onschuldig is, maar raadt het Witte Huis toch aan waakzaam te blijven.
IRA
IRA staat hier niet voor het Iers Republikeins Leger van weleer, maar voor de âInflation Reduction Actâ, een wetgevend initiatief van Joe Biden goedgekeurd half augustus 2022. De bedoeling is om de VS-economie op te krikken door o.a. klimaatinvesteringen, lagere prijzen (onder andere op medicamenten), en een zekere belastinghervorming. Het doet gedeeltelijk denken aan EU-initiatieven als het Europese Covid Herstelfonds (Recovery and Resilience Facility, RRF), met de mobilisatie van ongeveer evenveel geld (RRF: 750 miljard ⏠subsidies en leningen, IRA: 750 miljard $). Maar Bidenâs IRA trekt zich van de in Europa zo geprezen âeerlijke concurrentieâ en het âgelijke speelveldâ (level playing field) niets aan, en gaat voluit voor Buy America. Een elektrische auto kan bijvoorbeeld tot 7500 $ subsidie krijgen, maar op voorwaarde dat hij in de Verenigde Staten geproduceerd werd. De Europese autobouwers voelen zich bedreigd, en de Europese Commissie vreest dat bedrijven uit Europa zullen wegtrekken om over de Oceaan van het Amerikaanse manna te kunnen genieten. Europees protest heeft tot nog toe niet veel uitgehaald, en het is een zoveelste frustratie voor de grootmachtambities van de Europese leiders. Twee jaar geleden kregen ze nog een dreigbrief uit het Pentagon dat met sancties dreigde als Amerikaanse wapenbedrijven niet zouden kunnen meeprofiteren van het Europees DefensiefondsâŠ
Nordstream
 Het is te betwijfelen of we vlug zullen weten hoe de reeds vermelde EU-NAVO werkgroep âtot versterkte bescherming van kritische infrastructuurâ tot stand kwam. De verklaring van 10 januari bevat zo weinig concreets dat de aankondiging van een gemeenschappelijke werkgroep er niet slecht zou bij gestaan hebben. Maar dat gebeurde dus pas in een aparte verklaring de dag erop, voorgesteld door Stoltenberg en von der Leyen alleen, zonder Michel, de vertegenwoordiger van de lidstaten. Natuurlijk is de âbescherming van kritische infrastructuurâ een codewoord voor de sabotage van de Nord Stream pijplijn, een onderwerp dat in de Europese hoofdkwartieren in zedig stilzwijgen en geheimhouding wordt gehuld. Terwijl alle evidentie wijst in de richting van Washington als uitvoerder, mede-uitvoerder, opdrachtgever of helper van dit âindustrieel terrorismeâ, met vol medeweten van de hoogste NAVO kringen, werd door de EU doodleuk besloten om samen met de NAVO er iets aan te doen. Vond men dit in Parijs, Berlijn en elders toch wat te verregaand, en hield Michel zich daarom afzijdig?
Â
China
Zoals al vermeld in de paragraaf over AUKUS stellen de Verenigde Staten zich steeds agressiever op tegenover China, maar bij het AUKUS-bondgenootschap dat ze daarvoor sloten werd de EU niet betrokken. Daarover bestaan verschillende hypotheses. Volgens sommigen willen de VS dat de EU zich met de ânevenkwestieâ Rusland bezighoudt, terwijl ze het âserieuzere werkâ â China â liever zonder inmenging plant. Of misschien wil Washington de meningsverschillen onder âpartnersâ, die hoogstwaarschijnlijk zouden blijken als het tot een gewapend optreden zou komen (bijvoorbeeld rond Taiwan) niet al te ostentatief naar buiten laten komen. De lage dunk die de VS heeft over het Europees militair potentieel kan ook meespelen. Maar het kan ook zijn dat de uitsluiting maar tijdelijk is, en dat men wat wacht tot de verontwaardiging over de âonderzeeĂ«r coupâ is gaan liggen. In dat geval zou de EU (na de beĂ«indiging van de oorlog in OekraĂŻne?) naderhand kunnen gevraagd worden om het AUKUS-gezelschap te vervoegen. Zal de EU daarin meegaan? Niet met zekerheid te zeggen, maar waarnemers wijzen erop dat de verklaring van 10 januari voor de eerste maal de Chinese âgroeiende assertiviteitâ vermeldt. De term âassertiviteitâ is ongetwijfeld een compromis, omdat niet alle Europese partners van het Atlantisch bondgenootschap uit zijn op een ramkoers met China. Zo tekende Hongarije enkele maanden geleden nog een samenwerkingsakkoord met Peking, en Duitse ondernemers waarschuwen al voor de gevolgen van een anti-Chinese koers, waar vooral de GrĂŒnen op aandringen.
De toekomst van de âstrategische autonomieâ
 China zou dus wel eens de toetssteen kunnen worden die aangeeft welke richting het buitenlandbeleid van de EU uitgaat. Officieel streeft dat nu een âstrategische autonomieâ na, zoals de Commissie von der Leyen bij haar aantreden aankondigde, en wat ook de wens lijkt te zijn van de Franse president Macron. Maar hoe realistisch is deze droom van een deel van de EU-elite? We stipten al aan hoe in tal van dossiers er onenigheid is tussen lidstaten, wat het onwaarschijnlijk maakt dat de EU zich als geostrategische grootmacht op de kaart kan zetten. Inderdaad, hoeveel schiet er over van de Europese strategische autonomie als op het grondgebied aanslagen op infrastructuurwerken gepleegd worden die men niet eens kan/mag/wil onderzoeken? Welke grootmacht zou het toelaten dat er op het grondgebied kernraketten worden opgesteld (in BelgiĂ«, Nederland, Duitsland en ItaliĂ«) waarover alleen een vreemde mogendheid het voor het zeggen heeft? Waar een deel van de lidstaten meer oor heeft voor die vreemde mogendheid dan voor het eigen hoofdkwartier? En waar een vreemde mogendheid geheime folterkamers installeert zonder dat er een diplomatieke rel over ontstaat?
Het is ook onwaarschijnlijk dat de EU als unie van 27 lidstaten een geostrategische wereldspeler, een grootmacht wordt als ze met unanimiteit onder 27 regeringen moet beslissen. Er is echter een andere mogelijkheid, die voorzichtigheidshalve ook in de Europese verdragen werd voorzien: allianties on specifieke domeinen van een beperkt aantal lidstaten in een âpermanente gestructureerde samenwerkingâ, bekend als PESCO (Permanent Structured Cooperation). Zo wordt unanimiteit vermeden, maar de toegang tot de Europese geldpotten en instituties blijft open. PESCO wordt nu al toegepast in tal van militaire initiatieven. Een bijkomend  âvoordeelâ is o.a. dat het Europees parlement helemaal buiten het PESCO-gebeuren staat.
Â
Vooruitzichten?
Uit wat voorafgaat wordt wel duidelijk dat het hachelijk is om prognoses te maken over de evolutie van de EU in de komende periode. Meer keuzes dringen zich op in een steeds conflictvoller wereld, wat de onenigheid binnen de âUnieâ alleen kan vergroten. Tot nog toe had het âOude Europaâ het voor het zeggen binnen de EU, maar de oorlog in OekraĂŻne toonde ook een toenemende rol van het âNieuwe Europaâ, dat zich samen met Groot-BrittanniĂ« vaak oriĂ«nteert naar de âstrategische hegemonieâ van Washington. Maar zelfs binnen het âOude Europaâ, en nog wel binnen de âFrans-Duitse tandemâ, de âmotor van de Europese integratieâ, blijkt de eensgezindheid vaak heel gering te zijn. Het meest ambitieuze militaire samenwerkingsproject binnen de EU is FCAS, het âwapensysteem van de toekomstâ gebaseerd op âzesde generatie gevechtsvliegtuigenâ, zwermen drones en ondersteuning vanuit de ruimte. Of het er komt (we hopen natuurlijk van niet) is niet zo zeker, want de Frans-Duitse industriĂ«le samenwerking (Airbus-Dassault) stuit op de economische concurrentie tussen de twee groepen en staten, wat eigenlijk te verwachten is in een Unie die precies op economische concurrentie gebaseerd is. Ook op andere vlakken blijken de twee bestuurders van de tandem verschillende wegen te willen opgaan, wat de koers van een dergelijk voertuig eerder onzeker maakt.
En voor de linkerzijde?
Een mogelijke conclusie uit dit alles zou kunnen zijn dat de EU alle obstakels uit de weg moet ruimen die haar verhinderen een Ă©chte grootmacht te worden: afschaffen van de unanimiteitsregel, een werkelijke integratie van de 27 nationale legers, emancipatie ten opzichte van de Amerikaanse âschoonmoederâ, de ongecomplexeerde promotie van een eigen militair-industrieel complex, enzovoort. Aspecten van zulke optie vindt men niet alleen bij de rechtse partijen en ideologen, maar ook bij meer progressieve âeuropeanistenâ, sociaaldemocraten, groenen, en ook bij sommige radicaal linksen. De Duitse politicus Oskar Lafontaine, medeoprichter van die Linke, verdedigt in een recent essay met de veelzeggende titel, Ami, itâs time to go, het idee van een âEuropese NAVOâ, niet gedomineerd door Washington.
We hopen u binnenkort een kritische analyse van dit standpunt te kunnen brengen.
[1] RAND Corporation, European Strategic Autonomy in Defence:Transatlantic visions and implications for NATO, US and EU relations, 2021, PDF hier, (Het citaat staat op bladzijde 66).
Laat een reactie achter