Komende evenementen

Wat schuilt achter het Energiecharterverdrag?

door Herman Michiel
13 september 2020 

 

Van 8 tot 11 september had de tweede onderhandelingsronde voor de herziening van het Energiecharterverdrag plaats. De rest van dit artikel moet uitleggen wat deze zin betekent, en welke machinaties hierachter schuilgaan.

 

Van charter naar verdrag

December 1991. Het IJzeren Gordijn is gevallen, de Sovjet-Unie hield op te bestaan. Het Westen triomfeert, het kapitalisme ziet een enorm wingewest open gaan. Met name de energiesector opent voor de westerse multinationals schitterende perspectieven, want het Oosten heeft olie heeft, en het Westen kapitaalkrachtige ondernemingen in de sector  Alleen, hoe veilig is het voor het kapitaal om zich in deze terra incognita te vestigen? Er wordt een charter opgesteld, vol ronkende verklaringen over internationale samenwerking, duurzaamheid, wederzijds voordeel, en het wordt getekend in Den Haag op 17 december 1991.

Multinationals zijn zeer gelukkig met de formule van een charter als het gaat over duurzaamheid, corporate responsability of mensenrechten, want het heeft geen juridische waarde en verplicht tot niets. Maar als het over winst en investeringen gaat moeten er dwingende afspraken zijn, een internationaal verdrag dus. En zo geschiedde: in 1994 werd het Energiecharterverdrag (Energy Charter Treaty, ECT) getekend, dat in 1998 van kracht werd. Een succes voor het Europees offensief naar Oost-Europa toe.

ISDS – ICS

En dit verdrag bevat wel degelijk sluitende garanties, toch voor de multinationals: de beruchte ISDS-clausule. Sinds de contestatie van de vrijhandelsverdragen TTP, CETA en andere is de term ISDS (Investor-state dispute settlement) al beter bekend. ISDS is de rode loper voor multinationals, waardoor buitenlandse bedrijven monsterboetes kunnen afdwingen van overheden wanneer hun winstvooruitzichten bedreigd worden door bv. klimaatmaatregelen, reglementering over tabaksreklame enz. Een buitenlands bedrijf kan zich wenden tot een uitzonderingsrechtbank waar gespecialiseerde zakenadvocaten een uitspraak doen over het ‘dispuut’ tussen de investeerder en de staat. Een veroordeelde staat kan geen beroep aantekenen, ook al kunnen de boetes vele miljarden bedragen. En toch, de Europese Unie stopt stelselmatig een ISDS-clausule in haar vrijhandelsverdragen.

Wat ISDS betekent in een verdrag over energie kan men vlug begrijpen aan de hand van twee voorbeelden. Toen Duitsland zijn kernuitstap besliste, spande de Zweedse energiereus Vattenfall een ISDS-zaak in met een schadeclaim van 4,7 miljard euro wegens de vroegtijdige sluiting van drie centrales. Het Britse olie-en gasbedrijf Rockhopper eist honderden miljoenen van Italië, dat om ecologische redenen olieboringen voor zijn kust verbood. Pittig detail: Italië was al anderhalf jaar uit het Energiecharterverdrag gestapt als Rockhopper zijn eis indiende, maar dit doet niet ter zake omdat het verdrag gedurende 20 jaar blijft nawerken!

 

Stront aan de knikker

De promotoren van het verdrag, in de eerste plaats de Europese Unie (die de grootste bijdrage levert voor de secretariaatskosten van het verdrag) kunnen niet klagen: een vijftigtal landen – de meeste in Europa, maar ook Japan en landen in Centraal AziĂ« – traden toe, en tientallen nieuwe kandidaten staan in de wachtrij 1. Ook de investeerders kunnen niet klagen: ze konden tientallen schadeclaims indienen, wat hen zeker al 51,6 miljard euro opbracht (alleen al bij de 128 bekende gevallen, maar veel van deze potjes blijven gedekt). Zelfs de dreiging daarmee was soms al voldoende om overheden te laten inbinden bij de vereisten voor meer milieuverantwoorde energieprojecten.

Toch stellen zich voor de promotoren een aantal problemen. Al in 2009, toen Rusland zich uit het verdrag terugtrok, werd gesproken over de wenselijkheid van een ‘modernisering’ ervan; 2020 werd als een streefdatum gezien. Nieuwe ontwikkelingen zorgden echter ondertussen voor complicaties. Het gaat over het volgende:

  1. Zelfs de Europese Commissie kon op den duur niet meer doen alsof ze het protest tegen ISDS niet hoorde. “ISDS is de giftigste afkorting in Europa geworden”, moest handelscommissaris Malmström toegeven. Oplossing: de afkorting ISDS wordt vervangen door de afkorting ICS, wat nu staat voor Investment Court System. “Iets helemaal anders dan ISDS”, zegt de handelscommissaris; “een ISDS-zombie”, zeggen Europese ngo’s, want ook onder deze nieuwe naam kunnen multinationals blijven overheden aanklagen als ze menen winst te derven. Hoe dan ook, de Europese Commissie die voor de EU de onderhandelingen voert moet logischerwijze ISDS zien te vervangen door ICS.
  2. Het Energiecharterverdrag maakt geen enkel onderscheid tussen fossiele of hernieuwbare energiebronnen en heeft als bedoeling investeringen te beschermen, wat ook de gebruikte energiebron moge zijn. Dat is natuurlijk vervelend voor een Commissie die de Green Deal als uithangbord gebruikt. Van diverse zijden wordt al gezegd dat het Energiecharterverdrag niet verenigbaar is met het klimaatakkoord van Parijs.
  3. Twee derde van de ISDS geschillen in het kader van ECT zijn intra-EU, m.a.w. ze worden aangespannen door een bedrijf gevestigd in een EU-lidstaat en richten zich tegen de overheid van een andere EU-lidstaat. Maar het Europees Hof van Justitie (EHJ) beschouwt zichzelf als de hoogste juridische instantie van de Unie. In 2018 oordeelde het EHJ al dat ISDS-geschillen ten gevolge van bilaterale akkoorden (tussen twee EU-lidstaten) tot haar unieke bevoegdheid behoren. Het is best mogelijk dat het EHJ hetzelfde standpunt inneemt bij multilaterale akkoorden zoals het Energiecharterverdrag.

Aangezien wijzigingen aan het verdrag unaniem moeten goedgekeurd worden door de contractanten, is de afronding van de ‘modernisering’ tegen het eind van het jaar quasi uitgesloten. Japan heeft bijvoorbeeld al gezegd dat het geen verandering wil.

Een eerste onderhandelingsronde had in juli 2020 plaats; over de resultaten werd zo goed als niets bekend gemaakt. Zelfs over het precieze mandaat waarmee de Europese Commissie in naam van de EU-lidstaten de onderhandelingen voert heerst grote onduidelijkheid. Bij een vragenronde in de Belgische Kamer (15 januari 2020) zei Marie Christine Marghem, minister van energie, milieu en duurzame ontwikkeling:

Het mandaat van de Europese Commissie behelst niet de beĂ«indiging van de bescherming van investeringen in fossiele energie. Dat betekent dat BelgiĂ« voor sommige van zijn keuzes in verband met de bescherming van het leefmilieu zou kunnen gedaagd worden voor een arbitragehof door investeerders in fossiele energieĂ«n.”

Over de resultaten van de tweede ronde (8-11 september 2020) werd even lakoniek gerapporteerd, het duidelijkst is nog de aankondiging dat de derde ronde gepland is voor 3-6 november 2020. De agenda van de tweede ronde bevatte niet eens de herziening van een ISDS, en de bescherming van investeringen in fossiele brandstoffen kwam er evenmin in voor. Grote ‘fossielen’ als Japan zijn ook niet van plan daarop toegevingen te doen, evenmin als landen zoals Azerbeidzjan, Turkmenistan, Kazachstan of Oezbekistan die een groot deel van hun inkomsten betrekken uit fossiele brandstoffen.

 

Oei, wat hebben we gedaan?

Misschien daagt het nu voor een aantal politici wat ze hebben gedaan, of beter gezegd: hebben laten doen. Onbekommerd lieten ze toe dat investeerders een voet tussen de deur konden zetten om hun fossiele winsten te beveiligen, onder haast onvoorstelbare voorwaarden, zoals overheden die nog 20 jaar de gevolgen dragen van het verdrag, alhoewel ze zich eruit hebben teruggetrokken.

Op 8 september publiceerden 150 nationale en Europese parlementsleden van uiteenlopende politieke families een open brief waarmee ze een eind willen aan de bescherming van fossiele energie-investeringen en de ISDS formule grondig willen veranderd of geĂ«limineerd zien. “Als dit niet lukt na de derde onderhandelingsronde willen we dat de lidstaten samen een weg zoeken om tegen eind 2020 uit het verdrag te stappen.”
In juli hadden al een aantal verkozenen in de Franse AssemblĂ©e de verwijdering gevraagd uit het energieverdrag van de bescherming voor fossiele brandstoffen die “de klimaatambities van de EU bedreigen”.

Gezien het mediatieke stilzwijgen en de politieke onverschilligheid waarmee dit alles kon en kan gebeuren is het zeer onwaarschijnlijk dat dit schandalig verdrag grondig herzien wordt. Eens te meer blijken positieve stappen van de EU, zoals de promotie van het klimaatakkoord van Parijs en de Green Deal, meer dan geneutraliseerd te worden door haar rol als beschermer van de kapitalistische belangen.

Wie er meer wil over weten verwijzen we naar onderstaande brochures (klikken om te downloaden)


 

Voetnoten

  1. De Verenigde Staten zijn geen partij van het verdrag, wat niet wegneemt dat Amerikaanse bedrijven via een postbusfiliaal in een verdragsland een zaak aanspannen tegen een ECT-land.

 

Een reactie op “Wat schuilt achter het Energiecharterverdrag?”

  1. Een verhelderend artikel voor de leek die ik ben in deze materie. Ik heb wel de indruk dat u veel verwacht van politici ?https://www.youtube.com/watch?v=qK9VCAqjH4k
    Wat Gabin zei in de film “Le President ” is nog altijd de waarheid

Laat een reactie achter

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *