13 december 2022 – Vaak wordt aan leerkrachten verweten dat ze eigenlijk niet te klagen hebben: geen zware fysieke inspanningen, en minstens drie maanden verlof per jaar. Maar waarom is er dan zoveel ontevredenheid onder dat onderwijzend personeel, waarom bieden de kandidaten zich niet massaal aan voor een loopbaan in het onderwijs, maar zijn er integendeel in de meeste EU-lidstaten duizenden vacante betrekkingen? Waarom komen alom leerkrachten op straat zoals in Portugal, Frankrijk, BelgiĆ«, Groot-BrittanniĆ«, Hongarije, om maar enkele voorbeelden te noemen?
Overheden, en niet in de laatste plaats de Europese Commissie, hebben de mond vol over ādigitalisering van het onderwijsā, en er wordt soms belangrijke overheidssteun uitgetrokken opdat elke leerling over een laptop zou beschikken. Maar hoe zit het met de verdiensten van de leerkrachten? Wordt hij ook financieel gehonoreerd omwille van zijn essentiĆ«le rol in de zogenoemde ākennismaatschappijā ?
Over de verloning in het onderwijs bracht Eurydice onlangs een rapport [1] uit over lonen en loonevolutie in de sector. Eurydice is een door de Europese Commissie gesteund netwerk dat informatie verzamelt over het onderwijsbeleid in de 27 EU-lidstaten en een tiental Europese landen daarbuiten (Noorwegen, Ijsland, Zwitserlandā¦). Geen lobby dus van onderwijsvakbonden, maar de gepubliceerde resultaten kunnen voor die bonden wel nuttig zijnā¦ GeĆÆnteresseerden kunnen best de hele studie (in het Engels) doornemen, we geven er hier slechts enkele uittreksels uit. Op de Eurydice site vindt men ook een hele reeks andere publicaties over het onderwijs in Europa.
Vooreerst een overzicht van de landgemiddelden in de referentieperiode 2020-2021 voor fulltime leerkrachten tussen 25 en 64 jaar, en dit voor verschillende onderwijsniveaus (ISCED classificatie). [2] Het betreft brutolonen in prijzen (euro) van de referentieperiode. De EU landencodes vindt u hier; landen buiten de EU zijn BosniĆ«-Herzegovina (BA), Zwitserland (CH), IJsland (IS), Liechtenstein (LI), Montenegro (ME), Noord MacedoniĆ« (MK), Noorwegen (NO), ServiĆ« (RS) en Turkije (TR). Voor BelgiĆ« zijn er aparte vermeldingen voor de drie taalgroepen. Onder onze buurlanden komen de Franse professeurs er het bekaaidst van af; Belgische leerkrachten verdienen jaarlijks zoān 10.000 ā¬ mĆ©Ć©r, maar dat ligt ook weer zoān 10.000 ā¬ onder het Nederlandse, dat op zijn beurt een pak onder het Duitse ligt.
Een tweede interessant gegeven is de vraag hoe die lonen evolueerden in de laatste vijf jaar. Daartoe koos de studie een vergelijking tussen het beginsalaris van een leerkracht in het schooljaar 2014-2015 en zes jaar later, en dit voor de verschillende opleidingsniveaus. Voor de vergelijking werd gecorrigeerd voor de inflatie, wat in principe de evolutie van de koopkracht zou moeten aanduiden, al is de index van de consumptieprijzen geen correcte indicator voor deze evolutie.Ā Men ziet dat er voor West-Europa over het algemeen zeer geringe vooruitgang was, en zelfs soms achteruitgang zoals in Franstalig BelgiĆ«, Griekenland, Portugal en Noorwegen. In de brochure kan men deze evolutie ook volgen als aandeel in het BBP.
Er is ook de vraag hoe snel de lonen evolueerden in functie van de gepresteerde jaren. Men kan laag beginnen maar vlug opklimmen, of daarentegen vrijwel permanent tegen dezelfde bezoldiging aankijken. De studie vergeleek procentueel voor het lager secundair onderwijs het beginsalaris in hetĀ referentiejaar met dat zes jaar eerder, 2014-2015. Men kan in BelgiĆ«, Griekenland, Spanje, Frankrijk, ItaliĆ«, Portugal of Finland niet van een voelbare vooruitgang spreken, en in een aantal landen (franstalig BelgiĆ«, Griekenland, Cyprus, Noorwegen) zelfs een achteruitgang vaststellen! Minder koopkracht in 2021 dan in 2014! Op dat gebied was het beter in een aantal Centraal- en Oost-Europese landen als Bulgarije, TsjechiĆ«, Estland, Letland, Litouwen en Slowakije, en in IJsland en ServiĆ«.
Aan de lonen van schooldirecteurs wordt in de brochure veel aandacht besteed, en voor een aantal landen blijkt dat ze nauwelijks beter vergoed worden dan de gewone leraar, terwijl hun opdracht vaak nog slopender is.
Men zegge het voort! (hm)
[1] European Commission, European Education and Culture Executive Agency,Ā Teachers’ and school heads’ salaries and allowances in Europe : 2020/2021, Publications Office of the European Union, 2022,Ā https://data.europa.eu/doi/10.2797/731017
[2] Het ISCED systeem werd door de Verenigde Naties ingevoerd in een poging om de onderwijssystemen wereldwijd te kunnen vergelijken. Het werd een paar keer aangepast, en nu gebruikt men de versie van 2011. In de tabel slaat ISCED 02 op het kleuteronderwijs, ISCED 1 betreft de lagere school, ISCED 24 is het algemeen lager secundair (ISCED 25 betreft het overeenkomstig beroepsonderwijs) en ISCED 34 is het algemeen hoger secondair (ISCED 35 voor het hoger secondair beroepsonderwijs).
Laat een reactie achter