âOntroerdâ was het eerste woord dat ik vanmorgen hoorde in Utrecht, in de hal waar tientallen mensen samen kwamen voor het vertrek van âWe Gaan Ze Halenâ. Om tien uur vanochtend vertrokken ze, met enkele tientallen autoâs en een grote bus, richting Griekenland. Daar zitten 16.000 vluchtelingen vast en gaan hun vierde winter in, in mensonwaardige omstandigheden. De actievoerders hebben de Griekse regering gevraagd 150 vluchtelingen toe te staan met hen mee te reizen naar Nederland. Ze gaan ze halen.
Ik kreeg ook een krop in de keel: wat een fijne mensen die het vreselijke lot dat medemensen onder onze ogen wordt aangedaan niet meer verdragen, niet meer aanvaarden, en in plaats van Kerst te vieren met de familie de moeilijke tocht naar Griekenland ondernemen. Velen doen dit vanuit een religieuze overtuiging: er werden verhalen verteld over Jezus en Maria die niet welkom waren in de herberg, en over de barmhartige Samaritaan. Zo eenvoudig kan het zijn: mensen in nood moet je helpen.
Toch aarzelde staatssecretaris Mark Harbers (VVD) niet deze mensen af te schilderen als potentiële mensensmokkelaars. Terwijl het de Nederlandse regering is die schaamteloos verzaakt aan haar belofte 4.000 vluchtelingen uit Griekenland een veilige haven in Nederland te bieden.
Met haar dapper initiatief heeft We Gaan Ze Halen onze verantwoordelijkheid voor deze vluchtelingen weer op de agenda gezet. De kans is klein dat zij daadwerkelijk 150 vluchtelingen mee krijgen, maar ze hebben deze mensen wel al uit de vergetelheid gehaald. Daar zullen ze niet opnieuw in verdwijnen als wij onze verantwoordelijkheid nemen.
Een goed begin is de website van We Gaan Ze Halen te bezoeken, en de reis naar Griekenland te volgen en bekend te maken. Maar dat is maar een begin. Het echte werk begint als ze terug zijn. (fs)