door Herman Michiel
8 december 2019
Water stroomt van hoog naar laag, en Europees geld van West naar Oost, dat lijkt een evidentie. Moeten die eeuwige kankeraars in Oost-Europa dan niet eindelijk eens enige dankbaarheid betuigen aan onze Unie, en vooral aan de West-Europese lidstaten die jaarlijks miljarden pompen via structuur-, cohesie- en ik weet niet welke andere Europese fondsen om die ex-communistische dictaturen er beetje bij beetje bovenop te helpen?
Dat ziet men verkeerd, zegt Clotilde Armand in de Europese editie van Politico. Nu moet ik er meteen bij vermelden dat de geloofsbrieven van zowel Politico als van Clotilde Armand argwaan kunnen wekken bij linkse scherpslijpers. Politico is een Amerikaans, eerder rechts mediabedrijf dat sinds 2015 ook een Europese tak heeft die dagelijks bericht over Europese politiek, deels op een gratis toegankelijke website. De Frans-Roemeense zakenvrouw Clotilde Armand van haar kant werd in mei verkozen in het Europees Parlement op de lijst van de Red Roemenië Unie (USR), Europees aangesloten bij de liberale fractie Renew Europe van Macron-Verhofstadt. Aan de scherpslijpers zou ik zeggen dat het feit dat mevrouw Armand de liberale en de Europese zaak goed genegen is mijns inziens nog wat pittigheid toevoegt aan haar in Politico vertolkte stelling.
En die stelling luidt: “In tegenstelling tot wat men algemeen aanneemt stroomt het meeste geld in Europa van Oost naar West, en niet omgekeerd.” In vogelvlucht beschrijft Armand de ‘integratie’ van Oost-Europa in de Europese Unie:
“Wanneer Oost-Europese landen begonnen toe te treden tot de Europese Unie werd er een deal gesloten. De regeringen in het Oosten gingen akkoord om handelsbarrières uit de weg te ruimen zodat Westerse bedrijven toegang kregen tot een groot aantal consumenten die ongeduldig uitkeken om het beste te maken van hun nieuwe kapitalistische levenswijze. Ter compensatie beloofden de Westerse regeringen om geld van de EU naar het Oosten te laten stromen zodat het ex-Sovjetblok de infrastructuur zou kunnen uitbouwen die het dringend nodig had.
De investeringen stroomden oostwaarts. Voormalige overheidslicenties werden gekocht voor een habbekrats en Westerse bedrijven eigenden zich een goed deel toe in elke sector van de oostelijke economie, met als gevolg dat verfijnde consumentengoederen hun intrede deden in de huishoudens van het Oosten. De minst ontwikkelde regio’s kregen grote cheques.
Dit werd een succes genoemd. De Europese ‘cohesiepolitiek’ deed haar magisch werk: het Oosten begon de rest van de club bij te benen. Maar de grootste ‘winnaars’ van deze ontwikkeling zijn West-Europese landen, waarvan sommigen nu de portemonnee dichthouden en aangeven dat ze niet langer kunnen ‘aanzienlijk meer betalen aan de EU dan ze terugkrijgen’.
Maar in werkelijkheid verbleekt het bedrag dat Westerse landen naar Oost-Europa sturen via het EU-budget in vergelijking met de winsten die Westerse bedrijven maken op basis van hun investeringen in het Oosten.”
De onderstaande grafiek illustreert deze Oost-West deal; zo ziet men bv. dat in de periode 2010-2015 de jaarlijkse Europese subsidies aan Tsjechië gemiddeld 2% van het (Tsjechische) bbp bedroegen, maar dat er 7,5% van het bbp als winst naar het Westen werd versluisd.
Waar we het iets anders zouden formuleren dan mevrouw Armand is waar ze zegt dat de grootste winnaars van deze ontwikkeling West-Europese landen zijn. In werkelijkheid stromen de winsten naar private Westerse bedrijven en hun aandeelhouders, terwijl EU-subsidies berusten op belastingen. Op de keper beschouwd bestaat de Europese ‘solidariteit’ er dus in dat belastingbetalers zorgen voor de nodige infrastructuur opdat Westerse bedrijven van Oost-Europa een nieuw wingewest kunnen maken.
De Westerse investeringen in Oost-Europa worden ook al te gemakkelijk voorgesteld als het begin van een moderne economische ontwikkeling. In een recente bijdrage op deze site laat Jacques Pauwels een heel andere klok horen: “Deze landen werden gedeïndustrialiseerd, omdat privatisering ervoor zorgde dat westerse bedrijven en banken er zich vestigden en een ‘shocktherapie’ toepasten met massale ontslagen van werknemers in naam van efficiëntie en concurrentievermogen. Een voorheen onbekende gesel, werkloosheid, verscheen precies op het moment dat sociale diensten, voorheen als vanzelfsprekend beschouwd, werden opgeheven omdat ze niet in de neoliberale vorm pasten.” Nergens is dit duidelijker dan in het geval van de opslorping van Oost-Duitsland door de Bondsrepubliek. “Allemagne de l’Est, histoire d’une annexion” titelde Le Monde Diplomatique van november boven een zeer lezenswaardig artikel. De vraatzucht van het westers kapitaal was zo groot dat zelfs Karl Otto Pöhl, gewezen voorzitter van de Duitse Bundesbank, sprak van een “paardenremedie die geen enkele economie zou kunnen doorstaan”…
Wie zich – terecht – zorgen maakt over de invloed van demagogische en extreemrechtse politieke krachten in Oost-Europa kan onmogelijk aan deze feiten voorbijgaan. Mevrouw Armand, het is zeer de vraag of Emmanuel Macron, Guy Verhofstadt en uw collega’s van Renew Europe hun kritiek op het Oost-Europese ‘illiberalisme’ met deze inzichten zullen verrijken…
Laat een reactie achter