Een onderzoeksrapport van twee economen van het ESMT (European School of Management and Technology, Berlijn) toont aan dat minder dan vijf procent van het geld dat Griekenland geleend kreeg (in ruil voor stringente bezuinigingsmaatregelen) daadwerkelijk naar de staatsbegroting ging. Zo’n 95% – een veel groter bedrag dan tot nu geschat werd – ging door naar private schuldeisers en buitenlandse banken.
Voor hun onderzoek hebben Jƶrg Rocholl en Axel Stahmer van de prestigieuze European School of Management and Technology alle leningen onderzocht die Griekenland kreeg in het kader van de eerste twee ‘Memorandums of Understanding’ die ze sloten met de Trojka. (De derde, ter waarde van nog eens 90 miljard is nu gesloten door de Syriza-regering, en verschilt niet wezenlijk van de eerste twee).
Minder dan vijf procent van de in totaal ā¬215.9 miljard die Griekenland ontving, ging naar de staatshuishoudkas. De rest, 95 procent werd grotendeels gestoken in de aflossing van oude schulden aan buitenlandse banken (ā¬86.9 miljard), aan rentebetalingen (ā¬52.3 miljard) en aan het ‘herkapitaliseren’ van Griekse banken (ā¬37.3). Het bedrag dat daadwerkelijk in de overheidsbegroting terecht kwam, was ā¬9.7 miljard.
Aan het Duitse Handelsblatt verklaardeĀ Jƶrg Rocholl van de ESMT datĀ āde hulppakketten vooral gebruikt zijn om Europese banken uit de brand te helpen”. “De Europese belastingbetalers hebben de private investeerders gered”.
De Frankfurter Rundschau kopt: Miljarden hulp aan Griekenland redden alleen de banken”
en concludeert dat de Grieken zelf, die in ruil hevig moesten bloeden, aan al dat geld dus niets hebben gehad. De economie van het land is alleen maar verder verslechterd, er is niets geĆÆnvesteerd om dat te verhelpen. De reden van deze merkwaardige ‘reddingsoperatie’ is volgens de Frankfurter Rundschau duidelijk: als de Griekse banken waren omgevallen zouden private schuldeisers, met name grote banken in Duitsland en Frankrijk, grote verliezen geleden hebben. “In die zin is het steunpakket vooral een steun aan de Frans-Duitse financiele sector geweest. Griekse banken zelf hebben weinig aan de steun gehad en hebben de afgelopen 30 maanden rond de 98 procent van hun beurswaarde verloren.”
Volgens de onderzoekers was het veel werkzamer geweest om in 2010 (toen de ‘hulp’ begon, GI) een omvangrijke schuldensanering door te voeren. “Maar daar verzette de Duitse regering zich toen hevig tegen. En dat doet ze nog steeds”.
Het hele onderzoeksrapport is hier te vinden (pdf).
[Bericht met dank overgenomen van Globalinfo, 9 mei 2016]