De parlementsverkiezingen van 20 december in de Spaanse Staat zorgden alvast voor twee zekerheden: de rechtse Partido Popular (PP) van premier Rajoy is zijn absolute meerderheid kwijt, en het linkse Podemos behaalt uitstekende resultaten. De verdeling van de 350 zetels is als volgt (The Guardian):

De PP verloor 63 zetels in vergelijking met 4 jaar geleden, wat betekent dat 10% van de 36 miljoen kiesgerechtigden niet meer voor de PP stemde. De andere establishmentpartij, de sociaaldemocratische PSOE, verloor 20 zetels en behoudt er 90.

Geen olés dus in de hoofdkwartieren van de traditionele machtspartijen. Die waren er in ieder geval wel bij nieuwkomer Podemos, dat met  69 verkozenen de Cortes binnenstapt. In Catalonië is Podemos zelfs de grootste partij; ze is nochtans niet voor de afscheiding, maar beloofde wel een referendum daarover te steunen.

Het succes van Podemos ging deels ten koste van  de andere linkse pool, Izquierda Unida. Deze kwam op in een coalitie, Unidad Popular, maar met slechts twee verkozenen als resultaat.

De andere (relatieve) nieuwkomer, Ciudadános (opgericht in 2006 als regionale anti-afscheidingspartij in Catalonië) is rechts-liberaal en behaalde 40 zetels, vooral ten koste van de PP. Een coalitie met die PP zou nog steeds geen meerderheid opleveren. Men verwacht dus zeer moeizame en langdurige pogingen tot regeringsvorming. Rajoy zal daar waarschijnlijk een eerste poging toe ondernemen. PP en PSOE zegden tijdens de kampanje elkaar niet te zullen steunen, maar het is afwachten of dit zo blijft.

Indien tegen de lente  geen kabinet kan gevormd worden, komen er nieuwe verkiezingen. (hm)