1 mei 2015 – De Spaanse economie groeide in het eerste kwartaal van 2015 met 0,9 procent. Dat komt de conservatieve premier Mariano Rajoy goed uit met het oog op de regionale verkiezingen op 24 mei, en de nationale verkiezingen eind dit jaar. Zie je wel dat de soberheid werkt!
Maar bij nader toezien lijkt dit toch niet zeker.
Een aantal ciijfers relativeren het succes van de laatste maanden. De Spaanse economie is nog steeds 6 procent kleiner dan in 2008, toen de crisis toesloeg. De werkloosheid bedraagt nog steeds 23,8 procent. De overheidsschuld gaat dit jaar over de 100 procent van het BBP (in 2008 nog 39,4 procent).
Er was eind 2014-begin 2015 wel degelijk opnieuw economische groei, maar die heeft niets te maken met het beleid van de Spaanse conservatieven. Het lichte groeiherstel is te danken aan de daling van de euro tegenover de dollar (goed voor de export), de mondiale daling van de brandstofprijzen (wat de gezinnen meer ruimte geeft voor consumptie, en de kosten van de bedrijven drukt), en het beleid van goedkoop geld van de Europese Centrale Bank (wat met name in Spanje geleid heeft tot goedkoper krediet voor de bedrijven).
De zogenaamde structuurhervormingen van Rajoy hebben in eerste instantie enkel geleid tot een diepere recessie, en van de weeromstuit vervolgens tot een sneller doorbreken van het groeiherstel: een heviger conjunctuurverloop, sneller omlaag, sneller omhoog.
De sterke prestaties van de Spaanse economie in het recente verleden wortelden in de zeepbel van de vastgoedsector, die in 2008 uiteenspatte. Die prestaties zullen niet makkelijk herhaald worden, en al zeker niet met een beleid dat rekent op de magische werking van soberheid en neoliberale structuurhervormingen. (fs, met dank aan Le Monde van dit weekend)