Door Herman Michiel, 21 maart 2017
Op 25 maart komen 27 van de 28 regerings- of staatshoofden van de Europese Unie bijeen in de Italiaanse hoofdstad om er de ondertekening te gedenken van het Verdrag van Rome, de ‘geboorteakte van de Europese eenmaking’ in 1957. De Britse premier Theresa May gaf al een tijd geleden te kennen niet veel zin in het feestje te hebben; en zo waren ze nog met 27. Even veel als bij de vorige viering in 2007, want ondertussen kwam Kroatië erbij.
Van 50 naar 60 jaar Verdrag van Rome
Over dat Verdrag van Rome schreef ik tien jaar geleden al een stukje, Europa al een halve eeuw onderweg, maar waarheen?, toen ter gelegenheid van de vijftigste verjaardag van het verdrag. Lehmann Brothers was toen nog niet ineengestuikt, het woord subprime crisis moest nog uitgevonden worden, en als troika al een beeld opriep was het dat van een slee getrokken door drie paarden ergens in de Russische taiga. Kort daarna kwam daar verandering in. Vanaf 2008 ontbrandde de bankencrisis in de Verenigde Staten, en deinde met enige aarzeling uit naar Europa. De bankencrisis leidde tot massale aderlatingen voor de overheidsfinanciën van vele lidstaten. Op zichzelf was deze crisis al een uiting van de lichtzinnigheid waarmee de Europese Unie de banken had laten begaan in hun onstilbare geldhonger.
Maar het was ook de eerste test in real time voor de kers op de EU-taart: de euro. Een instrument van solidariteit en bescherming tegen de financiële markten? Forget it! De eurozone brak in stukken, volgens de stippellijnen die de minder neoliberaal geïndoctrineerde economen al lang hadden voorspeld. Een kern en een periferie, en daarbinnen nog meer breuklijnen. Eén munt, maar een heel spectrum aan rentetarieven voor staatsleningen, haast gratis voor Duitsland, heel duur voor Spanje of Italië, onbetaalbare woekerrenten voor Griekenland, Ierland of Portugal 1. Een misrekening van de monetaire architecten? Dat is zeer de vraag, want de Europese leiders wisten vrijwel onmiddellijk gebruik te maken van de crisistoestand. Ze grepen hun kans om in ijltempo de hervormingen door te voeren waarvan ze al lang droomden. Sixpack, twopack, Begrotingsverdrag, Troika, geheime chantage door de Europese Centrale Bank, even zoveel machtsgrepen om wat resteert aan democratie uit te roeien en het Kapitaal over Europa te laten regeren. De manier waarop men ook nog TTIP en CETA probeerde door te drukken moest de laatste illusies dienaangaande wegspoelen.
Uiteenspattende zeepbellen
Na de financiële zeepbel spatte zo ook de bel van de ‘Europese waarden’ uiteen. Europees sociaal model? Solidariteit? Integendeel, concurrentie van allen tegen allen, pauperisering, economische survival of the fittest, dat is het reëel bestaande Europees model. In plaats van een meerwaarde te bieden tegenover het parochialisme van de natiestaat blijkt het een uitstekende voedingsbodem voor de ergste uitwassen ervan: nationalisme, xenofobie, en uiterst rechts. De hypocrisie over de ‘Europese waarden’ bereikte een triest hoogtepunt als de EU het op een akkoord gooit met Erdogan om tegen betaling van wat bloedgeld de ‘vluchtelingencrisis’ uit te besteden.
Natuurlijk is het ‘Europees project’ er op die manier niet populairder op geworden. De Europese leiders weten het. In het ‘witboek’ dat in Rome officieel zal voorgesteld worden staat: “Ongeveer een derde van de burgers heeft vandaag vertrouwen in de EU, tegenover circa de helft tien jaar geleden”. Natuurlijk zouden ze dat anders willen zien. Het kan op termijn hun neoliberale plannen in gevaar brengen. Ook hun opdrachtgevers uit de bedrijfswereld houden niet van brexits, instabiliteit, gemor en verschijnselen als Syriza of Podemos. Van hun politieke arm in de Europese instellingen en de nationale regeringen verwachten de bedrijven een sereen businessklimaat.
Denkoefeningen
Het is met die bekommernis dat er sinds enkele jaren ‘denkoefeningen’ ondernomen worden door de Europese tenoren om hun Unie te ‘hervormen’. Het begon eind 2012 met het Rapport Van Rompuy, de toenmalig Europese ‘president’ (die “altijd moet lachen als men het over het democratisch deficit van de EU heeft“) In 2015 volgde een herwerkte versie, gekend (in bepaalde cenakels toch) als het ‘vijfvoorzittersrapport’ 2. Ook deze nieuwe poging was blijkbaar niet overtuigend genoeg voor Berlijn, het eigenlijke centrum van de Europese denkoefeningen, en zo kwam commissievoorzitter Juncker begin deze maand op de proppen met een Witboek over de toekomst van Europa, ondertitel: Beschouwingen en scenario’s voor de EU27 tegen 2025. Het witboek wordt op 25 maart tijdens de top in Rome officieel aan de staats- en regeringsleiders overhandigd, en moet tot een debat leiden dat tot de Europese verkiezingen van 2019 duurt.
Vijf tinten grijs…
Op de voorpagina van Junckers witboek, vijf vogels die naar rechts vliegen, drie naar links. Een (onnauwkeurige) verzinnebeelding van politieke krachtsverhoudingen in de Unie? Nee, een politiek document is het witboek niet. “We want to keep it on a technocratic level. Not a political level,” zei een anonieme commissiebron. Technocratische plannen zijn natuurlijk ook politieke keuzes, maar daarmee wordt bedoeld dat de voorstellen geen verdragswijziging vereisen. Dat is enerzijds kwestie van pragmatisme, want verdragswijzigingen vereisen unanimiteit, anderzijds wil Juncker geen gezichtsverlies lijden door plannen te lanceren die door de lidstaten, de grote lidstaten welteverstaan, niet goedgekeurd zullen worden. Juncker heeft zich nog veel meer ingedekt tegen mislukking door niet één maar liefst vijf toekomstscenario’s voor te stellen.
Dat alleen al is voldoende om te vermoeden dat het witboek niet het resultaat is van een diepgaande bezinning over de existentiële crisis van een Unie waar de burgers hun rug naar keren, en eventuele remedies om daaraan te verhelpen. De auteurs van het witboek stelden zich niet de vraag wat er politiek, sociaal, economisch nodig is, maar wat er institutioneel haalbaar is. Dat zijn twee zeer verschillende dingen, gezien de principes waarop de Unie gebaseerd is. Meer economische groei? Dat stuit onmiddellijk op de budgettaire beperkingen die de Unie zichzelf oplegt. Evenwichtiger handelsrelaties tussen de lidstaten? Wat ook de coalitie wordt, Berlijn zal nein zeggen. Wat blijft dan over dat wel op grotere eensgezindheid kan rekenen? Bescherming van de buitengrenzen, vluchtelingen buiten Europa houden? Ja dat zit al in de pijplijn. Terrorismebestrijding en militaire coordinatie? OK, de eerste die durft tegensputteren moet het maar zeggen (zeker nu Groot-Brittannië eruit trekt, de lidstaat die zich altijd verzette tegen Europese militaire coördinatie als die zich niet strikt binnen Atlantisch Bondgenootschap situeert) Handels-en investeringsakkoorden? Er is veel burgerprotest maar alle regeringen zijn voor.
Op basis van dergelijke overwegingen werd het witboek samengesteld. Om de kansen op instemming nog te verhogen wordt het geheel opgediend in vijf verschillende tinten (maar alle even grijs): 1) “op dezelfde voet doorgaan”, 2) “de interne markt en niets meer”, 3) “wie meer wil, doet meer”, 4) “minder, maar efficiënter”, en 5) “veel meer samen doen”.
De Commissie is van plan om in de komende maanden nog een en ander te verduidelijken via vier discussienota’s, te beginnen eind april met een over de ‘sociale dimensie van Europa’. Maar wat de sociale noden van de Europese burgers betreft blijken de gedachten van de witboekauteurs uit te gaan naar een eerder beperkte bevolkingsgroep. In hun stoutste dromen over de EU in 2025 zien ze de Europeaan “zich met een zelfrijdende, geconnecteerde auto verplaatsen”, maar afhankelijk van de gekozen grijstint kan hij al dan niet “bij het overschrijden van de landsgrenzen problemen ondervinden als gevolg van compatibiliteitskwesties en technische barrières.” Het moet gezegd, onze Commissie is mee met haar tijd wanneer het gaat over de technologie van de toekomst, en denkt nu reeds aan het “ontwikkelen van regels voor eigendoms- en aansprakelijkheidskwesties in verband met het internet van de dingen” (internet van de dingen, waarbij je koelkast kan communiceren met de supermarkt, de computer van de online store met een vloot drones, enzovoort). De weldaden van meer integratie worden ook sprekend geïllustreerd voor het geval van de ontwikkelingshulp. Daarover waarschuwt de Commissie:
“De hernationalisering van de ontwikkelingshulp maakt het lastiger om allesomvattende partnerschappen met Afrikaanse landen aan te gaan, waardoor de economische mogelijkheden op een groeiende markt niet ten volle worden benut en niets wordt gedaan aan de onderliggende oorzaken van migratie.”
… maar toch liefst tint drie
Volgens commentatoren is er wel één van de vijf scenario’s dat de voorkeur wegdraagt van Juncker, namelijk het derde (“wie meer wil, doet meer”), wat neerkomt op het zogenoemde Europa van de verschillende snelheden. De andere scenario’s zouden maar als opsmuk of camouflage dienen. Ook Duitsland, Frankrijk, Italië en Spanje hebben zich gezamenlijk reeds voor het Europa van de verschillende snelheden uitgesproken. Men kan de logica daarvan gemakkelijk begrijpen. De uitbreiding met de gewezen Oostbloklanden was weliswaar een politiek succes voor de Europese leidende kringen, maar de EU-27 blijkt een te logge machine om er ambitieuze operaties mee te doen. De manoeuvreerruimte voor een aspirant-wereldmacht is te gering. In principe zijn die nieuwe lidstaten ook verplicht om zich aan te sluiten bij de eurozone, maar die Europese leidende kringen zijn realistisch genoeg om dat niet langer te eisen. De eurozone, de EU-19, is het eigenlijke vehikel waarop de leidende kringen rekenen. Helemaal probleemloos is dat niet, Griekenland zou men liever kwijt dan rijk zijn, Spanje zou zich wel eens politiek in de verkeerde richting kunnen ontwikkelen en Italië is een dikke, maar zwakke schakel van de eurozone. Over de vooruitzichten voor Frankrijk zal pas na de verkiezingen meer duidelijkheid zijn.
Maar met de EU-19 kan in ieder geval veel gemakkelijker gemanoeuvreerd worden dan met de EU-27. Het beleid in de eurozone wordt bepaald door twee instellingen, de Europese Centrale Bank (ECB) en de ‘Eurogroep’ 3. De ECB wordt niet verkozen en hoeft geen verantwoording af te leggen. De Eurogroep bestaat officieel niet als Europese instelling, kan bijgevolg ook niet ter verantwoording geroepen worden, zoals maar al te duidelijk bleek tijdens het conflict met Griekenland. En doorheen dat conflict is ook gebleken dat van het monetaire wapen (de geldkraan van de ECB) een veel grotere disciplinaire werking uitgaat dan van alle verordeningen en richtlijnen samen wanneer een lidstaat het rechte pad verlaat. Als post-democratische entiteit ziet die EU-19 er dus veelbelovend uit.
Een lossere band met de niet-eurolanden laat voor kern-Europa ook niet onmiddellijk grote problemen voorzien (steeds bekeken vanuit het standpunt van de leidende kringen). Als economisch hinterland kan Oost-Europa zijn rol blijven spelen. Deze landen zijn ook stevig in de NATO verankerd, en er kan op gerekend worden als bouwstenen van Fort Europa. Niets is natuurlijk voor de eeuwigheid, en landen als Bulgarije of Roemenië zouden ooit wel eens nauwere banden met Rusland kunnen aanknopen. Maar zoals de vluchtelingendeal tussen de EU en Turkije bewees speelt de lange termijn, en zelfs de niet zo lange termijn, geen rol voor de Europese leiders.
Ach ja, en de andere Europese burgers?
Naast de medeburgers die tegen 2025 met hun zelfrijdende, geconnecteerde auto willen bewegen terwijl het internet der dingen hun frigo bijvult zijn er misschien nog anderen met eenvoudiger wensen. In 2010 formuleerde de Commissie in Europa 2020 onder andere als doelstelling tegen 2020 “ten minste 20 miljoen minder mensen die slachtoffer van armoede en sociale uitsluiting zijn of dreigen te worden”. Men zoekt in het witboek echter tevergeefs naar het woord armoede, laat staan naar plannen daartegen. Het uitverkoren scenario drie maakt wel gewag van sociale normen, en wel als volgt: “Uniforme sociale normen bieden zekerheid voor bedrijven en dragen bij tot betere arbeidsomstandigheden.” Veelbelovend! Ook al omdat dit alleen voor de meest geavanceerde landen geldt hebben de bedrijven bovendien de zekerheid dat er lagere normen heersen daarbuiten… Ook aan de sociale zekerheid is gedacht, maar de toon is vrij onheilspellend: “De socialebeschermingsstelsels zijn echter aan een grondige modernisering toe, wil men dat ze betaalbaar blijven en gelijke tred houden met nieuwe ontwikkelingen op het gebied van demografie en werk.” En met een logica de Commissie eigen volgt hierop: “Dit is des te belangrijker gezien de vérstrekkende digitalisering van de samenleving”.
Als dit de bijdrage is van de ‘Europese regering’ in het aantrekkelijker maken van haar Unie, waar naar eigen zeggen maar een derde van de burgers vertrouwen in heeft, dan leeft ze in een ander universum. Geen ‘parallel universum’, maar een dat dwars staat op dat van het gros van de burgers. Grotere steun aan de stelling dat de EU in sociale richting onhervormbaar is kon ze moeilijk leveren.
***
De paus zal de 27 op de vooravond van hun feestje ontvangen in het Vaticaan. Of hij vergiffenis kan schenken voor hun vele misdaden tegenover de burgers en tegenover de vluchtelingen die verdronken of na een levensgevaarlijke tocht komen aankloppen aan de Europese deur is zeer de vraag. In de katholieke leer is vergiffenis weliswaar mogelijk, ook voor zware zonden, maar op voorwaarde van oprecht berouw. Niets wijst erop dat daarvan ergens sprake is.
Voetnoten
- Zie de grafiek op pag. 3 van Een punt achter de eenheidsmunt?
- Voor een overzicht en commentaar bij deze teksten, zie Ander Europa, 27 januari 2017, Het vijfvoorzittersrapport of het coalitieverdrag van de Europese elites.
- Dit zijn de ministers van financiën van de EU-19, voorlopig nog met de Nederlandse PvdA-minister Dijsselbloem als voorzitter.