door Herman Michiel
19 mei 2023
Met een understatement van jewelste wordt gesproken van het ‘democratisch deficit’ van de Europese Unie. Er is een Parlement dat geen wetsvoorstellen kan doen, een onverkozen Commissie die dat wel kan en op elk ogenblik kan tussenkomen in het wetgevingsproces, er zijn de geheime ‘trialogen’ die en petit comité compromissen sluiten tussen Commissie, Raad en Parlement als er meningsverschillen zijn, in Brussel zijn een 20.000 bedrijfslobbyisten actief… En toch blijkt dat voor de EU en haar Commissie nog niet genoeg garanties te bieden voor het welzijn van ‘onze’ bedrijven. Er bestaat sinds 2015 een Regulatory Scrutiny Board, (RSB, nog minder bekend onder de Nederlandse naam Raad voor regelgevingstoetsing) die elk wetsvoorstel dat de Commissie doet vooraf toetst op zijn ‘kwaliteit’.
Ik moet eerlijk zeggen dat ik van het bestaan van deze RSB niets afwist tot ik onlangs een artikel las van LobbyControl [1]. En ja, de lobbyspeurders van Corporate Europe Observatory (CEO) hadden er ook al enkele artikels aan gewijd [2] [3]. In de media zul je er evenwel zo goed als niets over vernemen.
Onverkozen sextet met meer wetgevende armslag dan het hele Europees Parlement
Volgens de Europese Commissie zelf is de RSB “een onafhankelijk raadgevend orgaan dat het college van commissarissen adviseert. Het zorgt voor centrale kwaliteitscontrole en ondersteunt de Commissie met effectbeoordelingen en evaluaties in de eerste fases van het wetgevingsproces”. Dat de RSB niet zomaar een adviesorgaantje is zoals er zoveel bestaan, wordt door de Commissie zelf bevestigd: bij een negatief advies van de RSB moet de Commissie haar kopij herzien en opnieuw aan de RSB voorleggen voordat de Commissie verdere stappen kan zetten. Als de RSB tweemaal een negatief advies heeft gegeven, kan dat alleen door een speciale procedure worden ongedaan gemaakt, wat praktisch neerkomt op een vetorecht.
‘Onafhankelijke raadgevend orgaan’
Het heeft dus wel enig belang te weten wie in deze RSB zit. De Commissie spreekt van een ‘onafhankelijk raadgevend orgaan’, maar vermeldt over de samenstelling dat de leden voltijds benoemd zijn [door de Commissie zelf] voor een eenmalige termijn van drie jaar en bestaat uit “negen leden, namelijk de voorzitter, een directeur-generaal van de Europese Commissie, vier hooggeplaatste ambtenaren van de Commissie en vier deskundigen van buiten de Commissie.” De huidige RSB telt echter maar zes leden, vier van de Commissie waaronder de voorzitter, en twee ‘externen’. Hun CV’s bulken van de business en management schools, economics departments, etc., maar niet één die van buiten dat kringetje van neoliberale ‘experten’ komt.
Wie zijn die ‘buitenstaanders’? Er is de Brits-Poolse Dorota Denning, met 10 jaar dienst bij de OESO en gewezen directeur van een Brits business support service bedrijf. En de Belg Philippe Mengal, met een indrukwekkende staat van dienst als CEO van diverse bedrijven, directeur research &development bij een multinational en consultant voor de voedingsindustrie.
Dit is dus wat de Europese Commissie noemt een ‘onafhankelijk raadgevend orgaan’. Natuurlijk is de officiële opdracht ervan te waken over de kwaliteit van de regelgeving op economisch, sociaal en ecologisch vlak. De realiteit is echter dat de RSB zich alleen bekommert om bedrijfsbelangen, en een soort officiële bedrijfslobby is. Ze kan regelgeving blokkeren, afzwakken of voor lange tijd uitstellen Een paar voorbeelden om dat te illustreren.
RSB, een geïnstitutionaliseerde bedrijfslobby
Volgens Corporate Europe Observatory (CEO) werd in de voorbije jaren meer dan 40% van de oorspronkelijke Commissievoorstellen verworpen door de RSB. “Dat wijst erop, aldus CEO, dat een aanzienlijk deel van de commissievoorstellen waarschijnlijk veranderd, of beter gezegd afgezwakt, werd wat betreft ambitie, toepassingsgebied of details tegen de tijd dat ze finaal gepubliceerd werden. Wat vaststaat is dat ze alleszins vertraagd werden door het RSB proces.”
Een veelzeggend voorbeeld is wetgeving om bedrijven aansprakelijk te stellen voor de schade die ze aanrichten, meestal in landen van het Zuiden die er weinig verweer tegen hebben. Sinds jaren wordt wereldwijd door vakbonden, mensenrechten- en milieuorganisaties aangedrongen op middelen om multinationale ondernemingen ter verantwoording te roepen en de schade te laten vergoeden wanneer ze mensenrechten schenden of milieucatastrofes aanrichten. Binnen de Verenigde Naties ontstond aldus vanuit het Zuiden de vraag naar een bindend verdrag met die strekking. De Europese Unie heeft er zich echter altijd tegen verzet. Om toch de schijn hoog te houden wou ze liever zelf de regels opstellen voor Europese ondernemingen. Dat werd het voorstel tot “richtlijn tot passende zorgvuldigheid in het bedrijfsleven op het gebied van duurzaamheid”, beter bekend onder de Engelse afkorting CSDDD (Corporate Sustainablity and Due Diligence Directive). Het vermoeden dat de richtlijn geen strenge dwingende regels zou opleggen voor de bedrijven is correct, maar … de RSB gaf er tweemaal een negatief advies voor! Het resultaat is een nóg zwakkere richtlijn, die weinig of geen gevolgen heeft voor bedrijven, maar waarmee de EU toch kan uitpakken als sociaal bevlogen macht. [4] Men moet zich ook realiseren dat de RSB een geschenk is voor de neoliberale partijen in de lidstaten. Zo verwees de Nederlandse VVD naar het herhaald negatief advies van de RSB over CSDDD, wegens de problematische ‘uitvoerbaarheid’ van de richtlijn…
Een ander voorbeeld. In het kader van haar ‘Green Deal’ en een ‘circulaire economie’ werkte de Commissie aan een voorstel voor het recht op reparatie van digitale apparaten. Het is inderdaad fenomenaal wat een afvalberg aan toestellen met een klein mankement er jaarlijks gedumpt worden. De Commissie zou haar voorstel in november 2022 publiceren, maar door een negatief advies van de RSB werd dat minstens met een half jaar uitgesteld.
Een universitaire studie over RSB vermeldt dat onder de dossiers met een dubbel negatief advies, dus met een quasi veto, ook het initiatief voor een richtlijn over gelijk loon voor mannen en vrouwen (Equal Pay Directive) voorkomt. De RSB vond dat er te weinig ‘evidentie’ was in de impactstudie, dat de ‘proportionaliteit’ van de voorgestelde maatregel onvoldoende aangetoond was en dat er geen kosten-batenanalyse gedaan was. De richtlijn werd in april goedgekeurd, maar draagt duidelijk de sporen van het patronaal gelobby. Als voornaamste reden voor de ongelijke beloning werd ‘gebrek aan transparantie’ naar voren geschoven, en de goedgekeurde richtlijn luistert inderdaad niet naar de naam Equal Pay Directive, maar Pay Transparency Directive, waarvoor de lidstaten nog drie jaar hebben om deze te implementeren:…
Van transparantie gesproken …
Zoals men kan verwachten is een obscuur orgaan als de RSB niet geneigd om in volle daglicht te opereren. Verslagen van de vergaderingen zijn niet publiek toegankelijk, en als er in het kader van de openbaarheid van bestuur door journalisten of activisten documenten opgevraagd worden is de kans groot dat ze bot vangen. Begin dit jaar vroeg een journalist aan de Europese Commissie inzicht in alle belangenverklaringen van de huidige en vroegere leden van de RSB. Hij kreeg die maar voor zes gevallen, maar die waren deels gecensureerd. Volgens de Commissie viel die informatie buiten de vraag van de journalist, en kon openbaring ervan de privacy van de personen in kwestie schaden. De Europese ombudsman zal de zaak onderzoeken.
Een gelijkaardige klacht bij de ombudsman werd in maart ingediend door Corporate Europe Observatory (CEO), in het kader van hun onderzoek naar het reeds vernoemde CSDDD dossier. CEO wil laten onderzoeken in hoeverre RSB ontvankelijk is voor lobby’s, hoe groepen met dezelfde agenda als de RSB een geprivilegieerde toegang tot dat orgaan hebben, en hoe het kan dat geen enkel lid van de RSB enige expertise heeft in sociaal of milieubeleid. Goede vragen, wanneer de antwoorden?
RSB, een handig verlengstuk van de Commissie
Weinigen zullen beweren, tenzij ze lid zijn van een patronale lobby, dat de Europese Commissie overdrijft in haar ijver voor een sociaal en ecologisch beleid. Toch kan geen enkel politiek regime, ook niet dat van de EU, doen alsof het zich niets aantrekt van sociale – en in toenemende mate ecologische en klimatologische – noden. Wetgevende commissievoorstellen kunnen op die manier niet helemaal naar de zin zijn van de ondernemerswereld. Wat is er dan handiger voor die Commissie dan een ‘onafhankelijk orgaan’ [dat ze weliswaar zelf benoemde] dat regelgeving vooraf toetst op zijn ‘kwaliteit’? Wordt het voorstel afgewezen of afgezwakt, dan heeft de Commissie haar goede wil getoond, maar helaas, tussen droom en daad staat … de RSB.
[1] EUobserver 16.5.2023, The secretive EU body that likes to say ‘no’.
[2] Corporate Europe Observatory 18.2.2020, Better Regulation’: corporate-friendly deregulation in disguise
[3] Corporate Europe Observatory 5.4.2023, European Ombudsman announces new inquiry into Regulatory Scrutiny Board
[4] Zie de brochure daarover: Inside Job, How business lobbyists used the Commission’s scrutiny procedures to weaken human rights and environmental legislation, juni 2022
De ene Europese hand wast de andere Europese hand. Die club is een asociale inteeltgroep. Wetgeving wordt getoetst aan de grootste belanghebbende landen.
Volkomen incestueus en onbetrouwbaar.
Ik vind deze vorm van eigenbelangenberhatiging schandalig. En ons dan nog de les lezen. We moeten verkiezingen uit kunnen schrijven
De alternatieve KGB van de Lage Landen. Dit gebeurt allemaal onder het mom “het is goed voor de burgers” Maar in dit geval wordt wat goed is voor de burgers, de burgers totaal onthouden. Het is zo fijn om burger te zijn: “er wordt voor je gedacht, over jou besloten en je betaalt je scheel aan bijdragen verpakt in allerlei regels en richtlijnen. Ergens teken je voor je eigen ondergang of noodlottig einde. Dankjewel, EU commissie en aanverwante delen, we zullen aan u denken als we het duwtje krijgen, om over de rand te worden geduwd. Ik ben een zeer boze tachtiger, die al de leugens goed zat is.