2 maart 2020 – We sprokkelden de voorbije weken opnieuw een aantal interessante gegevens rond minimumlonen. We geven telkens een korte samenvatting van de bevindingen en de link naar het oorspronkelijk artikel. Dit overzicht wordt toegevoegd aan het artikel Minimumlonen in de EU.
Wat als … het minimumloon gelijke tred had gehouden met de productiviteit? (USA)
Een onderzoek gedaan door Dean Baker, medewerker van het CEPR in Washington (CEPR, Center for Economic and Policy Research, een progressief onderzoeksinstituut waar een aantal grote namen aan verbonden zijn zoals Joseph Stiglitz, Mark Weisbrot of Robert Solow). Baker ging voor de Verenigde Staten na hoe hoog het huidig minimumloon zou zijn als het gelijke tred had gehouden met de gemiddelde productiviteit. In de VS is er een federaal minimumloon dat sinds 2009 onveranderd op 7,25 $ staat (er zijn wel tal van staten die een hoger minimumloon hebben, sommigen hebben zelfs een automatische indexering. Meer hierover op de Minimum Wage Tracker van het Economic Policy Institute (EPI), een ander progressief economisch onderzoeksinstituut in Washington.
Het verschil tussen het nu geldende federaal minimumloon in de VS, en wat het zou geweest zijn als dit sinds 1968 de gemiddelde productiviteit had gevolgd is weergegeven in de volgende grafiek. Van 1938 tot 1968 gingen minimumloon en productiviteit gelijk omhoog, maar vanaf dan is er een toenemende wig. (Statistieken over dergelijke lange periode moeten natuurlijk rekening houden met het algemeen prijsniveau, een dollar in 1938 is geen dollar van 2020. De grafiek houdt hiermee rekening door alles uit te drukken in dollars van 2020.)
Dit is werkelijk spactaculair! Het minimumloon zou vandaag 24$ bedragen, dit is 330% van wat het nu is!!
Wie gelijkaardige studies kent over Europese landen mag ze ons doorsturen, we vermelden ze dan in een volgende aflevering van de minimumloonrubriek.
Minimumloon in Duitsland
In 2015 werd een federaal minimumuurloon (8,50€) ingevoerd; daarvoor bestonden wel bepaalde sectorale en regionale minimumlonen maar geen geldig in de hele Bondsrepubliek en in alle sectoren. Voor overwegingen bij het invoeren (Worden premies meegerekend in het minimumloon? Hoe zal de toepassing ervan gecontroleerd worden, enz.), zie een artikel van Prof. Thorsten Schulten in Social Europe Journal. Het Duits wettelijk minimumloon bedraagt in 2020 9,35€/uur, maar onderzoekers wijzen erop dat dit geenszins voldoende is om aan precaire leefomstandigheden te ontsnappen. Dat zou minstens een minimumloon van 12 € vereisen, een eis die nu zelfs door de SPD ondersteund wordt, maar prognoses voorzien dat dit niveau pas na 2030 zal bereikt worden als de huidige trend aangehouden wordt (2015: 8,50 €, 2017: 8,84 €, 2019: 9,19 €, 2020: 9,35 €). Zie Toralf Pusch en Thorsten Schulten, Mindestlohn von 12 Euro: Auswirkungen und Perspektiven.
Ook elders in Europa zijn er discussies over de manier waarop over minimumlonen moet gedacht worden. Men kan ruwweg twee benaderingswijzen onderscheiden. De ene gaat uit van een percentage (rond de 60%) van het mediaanloon 1, de andere is voorstander van een minimumloon als ‘living wage’, d.w.z. een inkomen dat een leven buiten de armoede garandeert voor de loontrekkende en zijn/haar gezin. Immers: als de lonen over het algemeen laag zijn, is de mediaan dat ook, en 60% van de mediaan kan een hongerloon of erger zijn. Zie hierover Fears and hopes around future minimum wages. De groep van laagverdieners neemt trouwens toe, toch in Duitsland, waarover Blickpunkt volgende grafiek publiceerde:
In Duitsland is een interessante discussie ontstaan over de invoering van het minimumloon. Dat gebeurde dus in 2015 en werd aangestuurd door een negenkoppige minimumlooncommissie (3 vertegenwoordigers van de vakbonden, 3 van de patroons, 2 niet-stemgerechtigde academici en een voorzitter). Deze commissie blijft ook verantwoordelijk voor de aanpassing van het minimumloon.
Bij de discussies rond de invoering van het minimumloon (zelfs in zijn uiterst lage Duitse uitvoering, lager dan de Britse!) kwamen er uit mainstream-kringen van de economische ‘wetenschap’ zeer alarmerende berichten over catastrofale gevolgen voor de tewerkstelling. Sommigen hadden het over 900.000 verloren banen, anderen over 570.000 (zie hierover bv. Norbert Häring en Toralf Pusch & Arne Heise). Maar hoe ijverig de onheilsprofeten ook speurden, men vond sinds de invoering nauwelijks enige invloed op de tewerkstelling… De klap voor de ‘wetenschap’ is zo groot dat zelfs in regeringskringen wenkbrauwen gefronst worden. De coördinator van de minimumlooncommissie, Oliver Bruttel, publiceerde daarover met twee andere auteurs een studie om na te gaan hoe de ‘wetenschappers’ zich zo fel konden vergissen. Ook anderen bogen zich over die vraag (Pusch en Heise, Schreiner) en er wordt verwezen naar de falende modellen (van het neoklassiek economisch canon), naar de ‘huidige internationale stand van zaken in het onderzoek’ en de ideologische vooringenomenheid. Dit zou eigenlijk breaking news moeten zijn (“Economische wetenschap davert op haar grondvesten”) maar je moet al een zonderling zijn om hierover op een marginale website als deze iets te lezen…
Initiatief van de Europese Commissie rond een Europees minimumloon
We hebben het tenslotte over de aankondiging door de nieuwe Europese Commissie o.l.v. Ursula von der Leyen, dat er op korte termijn uit de Commissie een wetgevend initiatief zou komen over het minimumloon in de EU. “Tegen 2024 moet iedereen in de EU een eerlijk loon krijgen”. Op 14 januari publiceerde de Commissie een document om over de kwestie een ‘consultatie’ te starten. De Europese Transportarbeidersbond (ETF) was in een eerste reactie niet bijster enthousiast, de bond van werknemers in openbare dienst EPSU evenmin. Ook het Europees Vakbondsinstituut (ETUI) stelt enkele pertinente vragen: hoe zal het minimum gedefinieerd worden? Hoe zal het afgedwongen worden? Zie The European minimum wage on the doorstep.
Er moet in dit verband ook vermeld worden dat de eis voor een ‘eerlijk’ minimumloon in elk van de EU-lidstaten globaal door de vakbonden ondersteund wordt, maar dat er daartegen ook weerstand bestaat vanuit Scandinavische bonden (die vrezen dat hun eigen relatief goede regeling daarover in het gedrang zou kunnen komen. Deze kwestie wordt o.a. behandeld in een wat ouder (2016) uitgebreid artikel met algemene beschouwingen over een Europese minimumloon-norm.
Het ETUI-document bevat ook een grafiek van de wettelijke minimumlonen in de EU-lidstaten, geldig voor 2020, en een tabel met actuele en beijverde minimumlonen in een aantal lidstaten. precieze gegevens . Daarmee beëindigen we voorlopig deze aanvulling op onze rubriek Minimumlonen.
Over het minimumlooninitiatief van de EC zullen we in de toekomst zeker nog berichten. (hm)
Voetnoten
- Het mediaanloon is het bedrag dat de loontrekkenden verdeelt in twee even grote groepen: 50% van de loontrekkenden verdient minder dan de mediaan, de andere 50% méér. Men kan de mediaan daarom het ‘middenste loon’ noemen.Men kan zicht dit als volgt voorstellen. De loontrekkenden gaan op een lange rij staan, de minstverdienende uiterst links, gevolgd door de tweede minst verdienende, en zo opklimmend tot de meest verdienende, uiterst rechts. Stel dat het over 1001 mensen gaat. Het loon van de 501-ste in de rij is het mediaanloon. Rechts van hem zijn er 500 die meer verdienen, links 500 die minder verdienen. Deze mediaan verschilt meestal van het gemiddelde. Dit laatste wordt bekomen door alle lonen op te tellen en te delen door het aantal. Als er nu aan de rechterkant van de rij een aantal zéér goed betaalden zijn, bv. CEO’s die als ‘werknemer’ een miljoenenloon krijgen, zal het gemiddelde omhoog gedreven worden, terwijl de meeste mensen daar geen boodschap aan hebben. De mediaan zal echter dezelfde blijven, en is daarom een betere indicator voor de verdeling van de lonen over de hele populatie.
Laat een reactie achter