Op 6 april stemde in Nederland in een referendum 68 procent van de opgekomen kiezers tegen het samenwerkingsverdrag tussen de EU en Oekraïne. Een groep wetenschappers onderzocht nu wat de motieven waren van de kiezers, door een gedetailleerd onderzoek onder 2500 kiesgerechtigden.
Allerlei media gaven hún interpretatie aan de resultaten van dit onderzoek (veelvuldig als “de stem was niet anti-EU”), dus doen wij dat ook maar.
Opvallend is dat slechts een handvol neen-stemmers zo stemde omdat zij tegen visumliberalisatie zijn. De belangrijkste motivatie was de corruptie in Oekraïne, of de vrees dat de toetreding tot de EU zo dichterbij zou komen. Het was dus eerder een stem tegen het regime in Oekraïne dan tegen de mensen daar.
Over de voor-stemmers kan hetzelfde worden gezegd. De belangrijkste motivatie van deze kiezers blijkt niet de handelsbelangen van Nederland te zijn (wat premier Rutte hen probeerde aan te praten), maar de wil de bevolking van Oekraïne te steunen. Voor slechts 21 procent van de voor-stemmers waren de handelsbelangen van Nederland doorslaggevend, terwijl 37,7 procent de bevolking daar wilde steunen.
Maar u hoeft dit niet klakkeloos te geloven, en kan zelf hier de volledige studie uitgebreid bekijken. (fs)