door Herman Michiel
10 maart 2021
In oktober 2020 pakte de nieuwe Europese Commissie uit met een voorstel tot richtlijn over āgepasteā minimumlonen in de Unie. Daarover verscheen een interessante commentaar vanuit TsjechiĆ«, commentaar die ook in grote mate model kan staan voor de Oost-Europese realiteit. De auteur, Katerina Smejkalova, is in Praag onderzoekster voor de Friedrich-Ebert-Stiftung, een instituut verbonden met de Duitse SPD. Geen broedplaats dus voor vlijmscherpe kritieken, maar juist daardoor krijgen de bedenkingen van Smejkalova extra gewicht.
Kort samengevat luidt haar stelling: in TsjechiĆ« verdient de helft van de bevolking niet genoeg om decent leven, en daar zal de Europese richtlijn zoals ze voorligt niets aan veranderen. Smejkalova gaat expliciet in tegen macro-economische argumentaties die de lage lonen en Oost-Europa relativeren. De lonen zijn er lager, zegt me dan, maar het prijsniveau is er ook lager. En het gestaag groeiende BBP zegt niet veel over het welzijn van de bevolking; het groot aandeel buitenlandse investeringen betekent ook een grote outflow van winsten. De inkomensongelijkheid is in deze landen vaak ook kleiner dan in West-Europa, wat dan tot de foute indruk leidt dat er minder āarmenā zijn, in die mate zelfs dat TsjechiĆ« vaak wordt voorgesteld als 11 van de landen met de minste armen in Europa.
Een land met weinig armen, maar waarvan de helft geen decent inkomen heeft, is natuurlijk zeer merkwaardig. Een groep onderzoekers heeft daarom de krachten gebundeld in het Platform voor een fair minimumloon en ging na hoeveel men in TsjechiĆ« moet verdienen om gewoon rond te komen, daarbij verwijzend naar het Britse concept van een living wage. Terwijl het gangbare minimumloon het resultaat is van onderhandelingen tussen vakbonden en patroons, en eventueel door de staat wordt beĆÆnvloed of bekrachtigd, wordt het fair minimumloon jaarlijks berekend aan de hand van de prijs van een korf van basisbehoeften. De experten van het Platform voor een fair minimumloon kwamen voor 2020 aldus aan een bedrag van 1238 ā¬ (Tsjechische kroon omgerekend naar euro), en voor de dure hoofdstad Praag kwam het op 1450 ā¬. Het wettelijk minimumloon daarentegen bedraagt 573 ā¬.
Zelfs het gemiddelde loon in TsjechiĆ«, 1190 ā¬, ligt dus nog onder het fair minimumloon. Hieruit blijkt ook dat een norm die vaak gehanteerd wordt, namelijk dat het minimumloon 50 of 60% van het gemiddelde (mediane) loon moet bedragen, fel beneden het niveau kan liggen vereist voor een decent leven.
Maar een procentuele norm biedt dan toch het voordeel van de duidelijkheid, iets wat ontbreekt in de voorstellen van de Europese Commissie, zoals terecht opgemerkt door Smejkalova. Het wordt aan de lidstaten overgelaten om gepaste maatregelen te nemen teneinde tot adequate minimumlonen te komenā¦ āĆĆ©n ding is kristalhelderā, aldus Smejkalova, āde richtlijn zal niet de grote sprong voorwaarts zijn die de Commissie aankondigde in verband met een eerlijke verloning in de EU.ā Er wordt met andere woorden weer een groot shownummer voorbereid dat het superieure āEuropees sociaal modelā moet bewijzen, terwijl in de feiten weinig of niets verandert.
Een bijzonder hypocriet aspect van de Commissievoorstellen is dat nu plots de deugden van vakbonden en collectieve loononderhandelingen worden opgehemeld, en dit door een instelling die al het mogelijke deed en doet om vakbonden te boycotten. āMember States with high collective bargaining coverage tend to have a low share of low-wage workers, low wage inequality and high minimum wagesā, stelt de Commissie plots vast. Een late bekering ? Niets van. De Commissie weet dat vakbonden moeten optornen tegen een patronale loondictatuur, in veel gevallen nog versterkt door regeringsmaatregelen die van āvrije loononderhandelingenā een lachertje maken (zoals in BelgiĆ«, waar de reĆ«le lonen de volgende twee jaar met 0,4% mogen stijgen).
Katerina Smejkalova koppelt ook enkele meer algemene beschouwingen aan deze analyse van de Commissievoorstellen, beschouwingen die bijzonder relevant lijken nu een hoop Oost-Europese lidstaten zich niet willen āplooienā naar het Europees āmodelā:
āIndien de voorstellen in hun huidige vorm worden aanvaard, zal waarschijnlijk het volgende gebeuren. De lageloonlanden zullen, nu als voorheen, de lage lonen als passend voorstellen, omdat er, zoals totnogtoe, nauwelijks een andere keuze mogelijk is in het kader van de wetten van de vrije markt. Dat zal in deze regio alleen maar de ontgoocheling in de EU vergroten, des te meer als deze regels onterecht verkocht worden als het einde van āaan de slag maar toch armā [working poor] in Europa. Dat perspectief is er helemaal nog niet in Centraal-en Oost-Europa.ā
In een andere publicatie gaat Smejkalova, samen met Eszter KovĆ”ts, nog dieper in op deze blijvende Oost-Westkloof in de Europese Unie. De āever closer Unionā zal echt niet voor morgen zijnā¦
Weer eens een doordenkertje. Hoe de publieke opinie met de medewerking van de Media wordt misleid .Het is haast een pemanente boodschap, namelijk dat je best argwanend moet zijn, wanneer grote Instellingen goed nieuws verkondigen ! “1984 van GeorgeOwell “heeft het ons voorgezegd !
Ik woon in het rijke Nederland maar voor mij is het alles behalve rijk ik heb naar de dood van mijn partner een bijstandsuitkering gekregen weduwepensioen is niet vanzelfsprekend om mijn huis niet te moeten opeten ben ik uit de bijstand gestapt en leef nu van een salaris van 410ā¬ en 107ā¬toeslag voor het zkf ik hou elke dag mijn hart vast hoe lang ik dit nog volhoud en zeer waarschijnlijk verkoop ik het huis los de hypotheek af en ga met de paar centjes naar RoemeniĆ« ik heb er dan tenminste gezonde lucht en mooie natuur en hopelijk geen schijnheiligheid meer