door Herman Michiel
25 mei 2022
Nu de Russische aanval op Oekraïne haar vierde maand ingaat, wordt de kwestie van verdere westerse wapenleveringen aan Kiev een kwestie van ‘leven en dood’. Er is echter wel een verschil van dag en nacht tussen twee opvattingen over de rol van die wapenleveringen.
Voor de Oekraïense regering en president Zelensky betekenen wapens het leven en de toekomst, want een militaire nederlaag zou de dood van de Oekraïense soevereiniteit betekenen, herleid tot een vazalstaat van Rusland. Wie wil dat Oekraïne verder leeft, moet het blijven bewapenen tot de eindoverwinning. Dat is ook het kader waarin de VS, de EU, de NATO hun wapenleveringen en logistieke steun verantwoorden: de strijd voor democratie tegen autocratie, zelfbeschikking tegen onderwerping.
Diametraal daar tegenover staat een minderheidsopvatting: meer wapenleveringen betekenen meer dood en vernieling, minder kans op een Oekraïense samenleving die haar eigen toekomst kan bepalen. Niet wapenleveringen, maar vredesinitiatieven, internationale oproepen tot staakt-het-vuren, de-escalatie, diplomatie, dat is de enige weg die perspectief biedt. Dit standpunt wordt doorgaans verdedigd door vredesbewegingen in diverse landen, door een kleine minderheid van academici en diplomaten. Ook door radicaal linkse partijen en organisaties, maar niet door alle, of niet eensgezind.
Pro-bewapenings-links
Een deel van radicaal links staat achter de westerse wapenleveringen, en beschouwt ze als invulling van “het recht van de Oekraïners om de middelen te krijgen waarmee ze zich kunnen verdedigen”. Sommigen, vooral gesitueerd binnen een deel van de ‘Vierde Internationale’, gaan zelfs zover om daarin een anti-imperialistische bevrijdingsoorlog te zien, met een grote mate van zelforganisatie van de Oekraïense werkende klasse [1]. In dezelfde kringen wordt het bestempelen van de oorlog in Oekraïne als een NATO-gestuurde proxy war (d.w.z. een ‘oorlog door procuratie’, gewild en gestuurd door anderen dan wie hem uitvechten) afgedaan als complete nonsens. En wat de expansiedrang van de NATO betreft maakt men er zich nogal gemakkelijk vanaf door te stellen dat het aan de Oekraïners is om over NATO-lidmaatschap te beslissen.
Dergelijke standpunten staan diametraal tegenover die van de vredesbeweging, niet wat betreft de veroordeling van de Russische aanval, maar wat betreft de perspectieven van de verderzetting van de oorlog en de steun of afwijzing van de westerse wapenleveringen. Om onder die omstandigheden hun standpunt kracht bij te zetten, verwijzen de pro-bewapeningsgroeperingen graag naar linkse stromingen in Oekraïne en Rusland die linkse bewegingen in het Westen willen waarschuwen voor de opvatting dat wapenleveringen in de kaart spelen van de NATO, en die oproepen om eindelijk het imperialistisch karakter van Rusland in rekening te brengen [2]
Ik trek de eerlijkheid van ‘pro-bewapenings-links’ niet in twijfel, maar ik vrees dat ze een fenomenale inschattingsfout maken. Ziehier mijn bedenkingen.
De slag om de soevereiniteit?
Niemand kan ontkennen dat een buitenlandse inval een zware inbreuk betekent op de staatssoevereiniteit van een land, waarvan de grenzen, instellingen, infrastructuur en de bevolking zelf op gewelddadige wijze worden bedreigd. Het lijkt me echter een grove misvatting dat de Oekraïnse soevereiniteit kan teruggewonnen worden door een militaire zege.
Stellen we ons inderdaad voor dat Oekraïne, door voortgezette militaire steun vanuit het westen, de overwinning behaalt op het slagveld, de Russische troepen verdrijft en het Westen Moskou er zelfs kan toe dwingen om honderden miljarden herstelbetalingen te doen (zelfs door inbeslagname van tegoeden van de Russische centrale bank). Het land grenst dan voor de volgende generaties aan een buurland waarmee het in het beste geval een verhouding van gewapende vrede kan onderhouden. Dit vereist permanente hoge militaire uitgaven, ten koste van sociale opbouw waar het land zo’n nood aan heeft. Het vereist een militarisering van de hele maatschappij. Dit blijkt inderdaad het beeld te zijn dat de Oekraïense leidende kringen voor ogen hebben: Zelensky sprak over de toekomst van zijn land als een ‘groot Israel’ “Het Oekraïense volk zal ons groot leger zijn, Oekraïne zal niet absoluut liberaal en Europees zijn; zijn sterkte zal die zijn van elk huis, elk gebouw, elke persoon.” Hij had de vergelijking met Israël nog verder kunnen doortrekken, en wijzen op de permanente dreiging die zou uitgaan van de Russischsprekende Oekraïense burgers die door Kiev als een soort ‘Palestijnen’ worden beschouwd.
Na de militaire zege is geen enkele van de onderliggende bronnen van onveiligheid weggewerkt. Wordt Oekraïne lid van de NATO, dan wordt Rusland bevestigd in zijn vaststelling dat het wordt omsingeld; wordt Oekraïne het NATO-lidmaatschap ontzegd, dan kan het zich op zijn beurt uitgeleverd voelen aan de grillen van zijn vijandige grote buur. En wat te denken over de binnenlandse veiligheid in een land dat al acht jaar oorlog voert tegen een deel van zijn burgers die ze als ‘vijfde colonne’ beschouwt ?? De akkoorden van Minsk waren hier misschien een begin van oplossing geweest, maar dan zou Kiev op zijn minst een poging hebben moeten doen om ze uit te voeren.
Als het de Oekraïense leiders echt om soevereiniteit te doen was geweest, was een heel andere aanpak nodig geweest, aldus Lee Jones, lector Internationale Politiek in Londen:
“Vanuit het geschetste perspectief zien we dat de oorlog in Oekraïne een weerspiegeling is van de aftakeling van de nationale soevereiniteit. De Russische invasie is daarvan slechts de meest duidelijke en gewelddadige manifestatie. De Oekraïense leiders vechten tegen buitenlandse agressie en bezetting, wat zeker een noodzakelijke voorwaarde is voor nationale soevereiniteit. Maar men kan niet echt zeggen dat ze vechten voor nationale soevereiniteit. Integendeel, de wortels van de crisis liggen bij het falen van de Oekraïense elites om hun natie te vertegenwoordigen en er de soevereiniteit van te handhaven, daarbij geholpen en aangemoedigd door de enorme roekeloosheid en onverantwoordelijkheid van de westerse machten. Echt respect voor Oekraïnes nationale soevereiniteit vereist een zorgvuldig beleid van nationale neutraliteit, en respect daarvoor door buitenlandse machten. De leiders van het land hebben gedurende vele jaren het hunne bijgedragen om precies het omgekeerde te bewerkstelligen.”
Een standpunt dat wel niet zal gedeeld worden door Lee Jones’ Leuvense collega Prof. Van Hecke, die geschiedenis en context in deze ongepast vindt…
Een bevrijdingsoorlog?
Sommige linkse voorstanders van bewapening (cfr [1]) zien in de oorlog méér dan het herwinnen van de nationale onafhankelijkheid. De actieve deelname aan de oorlog door de werkende klasse zou een revolutionair perspectief kunnen openen door aan de strijd een “sociale, democratische en internationalistische oriëntatie” te geven. Het zou met andere woorden niet alleen gaan over staatssoevereiniteit, maar het elan van de strijd zou kunnen leiden tot de verovering van een stuk volkssoevereiniteit, met meer democratische rechten voor de werkenden, progressieve economische hervormingen enzovoort. We denken dat ook dit een grote misvatting is.
De vrijheden werden in Oekraïne al vóór de Russische inval fel beknot, tergende wetgeving trof de grote minderheid Russisch sprekenden en dat is er sindsdien alleen erger op geworden: verbod oppositionele media en partijen, verplichte mobilisatie van alle mannen tussen 18 en 60 jaar en verbod het land te verlaten, racistische selecties bij wie dat wel mag doen, enz. Sinds Maidan is bekend dat nationalistische, extreemrechtse en zelfs nazistische groepen in Oekraïne een belangrijke rol spelen. Dat de Kremlinpropaganda dit uitbuit en van Poetins oorlog een ‘denazificatieoefening’ maakt is één ding, maar dat zou er niet moeten toe leiden dat linkse analisten het probleem onder de mat vegen [2].
Een maatschappij naar Israëlisch model zoals Zelensky het zich voorstelt [3] lijkt me helaas een realistischer beeld van naoorlogs Oekraïne dan ‘een volk dat na de zware beproevingen het heft in eigen handen neemt’. Men kan natuurlijk hopen dat ‘links’ zoiets verhindert, maar het zal al moeilijk genoeg zijn om een paar elementaire burgerrechten te herwinnen. Een andere domper op het soevereiniteitstreven tekent zich ook al af voor de heropbouw van het land. In het beste geval moet er niet generaties lang rente betaald worden aan buitenlandse geldschieters, en komt er vanuit het Westen een soort Marshallplan. Maar het is nu al duidelijk dat dergelijk plan komt met ‘strings attached’. Zoals ze op 18 mei meedeelde, is de Europese Commissie zich aan het opwerpen (‘ samen met de Oekraïense regering ‘) als “een overkoepelend strategisch bestuursorgaan dat verantwoordelijk is voor de bekrachtiging van een door Oekraïne opgesteld en uitgevoerd wederopbouwplan. (…) Het parlement van Oekraïne en het Europees Parlement zouden als waarnemers deelnemen.” De Europese leiders vroegen de Commissie ook om “technische bijstand te blijven verlenen om Oekraïne te helpen bij het implementeren van de noodzakelijke hervormingen.” De EU-opvattingen over soevereiniteit zijn sinds de Griekse crisis goed bekend…
Maar Oekraïens links vraagt toch ook om westerse wapenleveringen?
Dat er linkse organisaties in Oekraïne zijn die aandringen op westerse wapenleveringen zal ik niet ontkennen. Ik kan wel niet inschatten welk gewicht men aan deze groepen moet toekennen, maar ook als deze opvatting overheersend zou zijn, leid ik er niet uit af dat links in het Westen dit standpunt noodzakelijk moet volgen. Met alle respect voor hun hachelijke situatie en hun edele bedoelingen denk ik dat Oekraïens links méér gediend is met een kritisch debat en inzichten die niet onder druk van de oorlogssituatie ontstaan dan met het aanwakkeren van het oorlogselan waar de Oekraïense regering en het Westen zich al zo ‘verdienstelijk’ in maken. Men moet zich trouwens geen enkele illusie maken: het zal westerse regeringen worst wezen wat links vindt van wapenleveringen, voor of tegen, het zal geen raket of mitrailleur verschil maken. Links kan in het beste geval proberen wat te wegen op het debat, hier, en wie weet, in Oekraïne.
De situatie doet me terugdenken aan een episode van weleer. In 2004-2005 was er nogal wat debat over de ‘Europese Grondwet’, en ik werd door een Brusselse vereniging van progressieve Turken uitgenodigd om uit te leggen waarover dit nu ging. Ik deed mijn standaard-verhaal over het Europees neoliberaal project, het ‘democratisch deficit’ van de instellingen enzovoort, maar de vraag die de meesten interesseerde was: mag Turkije er volgens jou bij of niet? Er heerste, ook bij veel linkse Turken, een gevoel van ‘uitsluiting uit Europa’ omwille van westerse xenofobe of superioriteitsgevoelens. Ik had er mij gemakkelijk kunnen van afmaken door te zeggen dat – naar analogie met ‘de Oekraïners die zelf moeten beslissen of ze bij de NATO willen of niet’ – het natuurlijk de Turken zelf zijn die moeten beslissen of ze tot de EU toetreden of niet , maar wat had dat bijgebracht tot een geïnformeerd debat? Zo vind ik het ook vandaag belangrijker om, op de beperkte schaal waarin mogelijk, uit te leggen wat volgens westers links NATO-en EU lidmaatschap van Oekraïne inhoudt, eerder dan het op abstracte manier opnemen voor ‘zelfbeschikkingsrechten’.
Conclusie?
Dit was dus een duidelijk pleidooi tegen wapenleveringen en voor onderhandelingen. Maar ook dit standpunt is niet zonder problemen. Naarmate de oorlog vordert – we gaan de vierde maand in – en de verklaringen over ‘oorlog tot de finish’ elkaar opvolgen, gaat de oorlogslogica zijn eigen weg, onder andere die van de toekomst van carrières van politieke leiders in de twee kampen, en de zich ophopende haat tussen Russen en Oekraïners. Zullen onderhandelingen, die decennia geleden hadden moeten plaatsvinden en een oorlog hadden kunnen vermijden, uiteindelijk toch leiden tot een oplossing? We kunnen het alleen hopen [4], want een verdict op het slagveld zal, om het even de uitkomst, geen oplossing bieden. Links zou er goed aan doen om, samen met de vredesbeweging, het hare bij te dragen om de verdere schade zoveel mogelijk te beperken.
[1] Zo schrijft Daniel Tanuro: “Dit verzet is niet alleen legitiem, maar het neemt vormen van zelf-organisatie aan waarin de rol van de werkende klassen doorslaggevend is. Pleiten voor defaitisme is hier dus niet revolutionair, integendeel het is een contrarevolutionair defaitisme. De taak van de socialistische revolutionairen is in zulke situatie om deel te nemen aan het volksverzet en er een sociale, democratische en internationalistische oriëntatie aan te geven.” Wie het Oekraïense volk wil afhouden van zijn gerechtigde strijd getuigt volgens Tanuro van een “kleinburgerlijke imperialistische koloniale mentaliteit”. Vredesonderhandelingen stelt hij voor als “een dialoog tussen kapitalistische bandieten”, in de hoop om “ons niet uit onze comfortzone te halen” en “ons niet te verplichten een revolutionair strijdperspectief aan te nemen tegen een dreiging van een anti imperialistische oorlog.”
[2] Pierre Rousset, die in zijn lange militante carrière nochtans al heel wat waardevolle analyses heeft geproduceerd, schrijft over Oekraïens extreem rechts echter dat het bestaat “zoals overal, en zelfs in mindere dan in veel landen, Rusland inbegrepen.” Er zijn nochtans niet zoveel landen waar extreemrechtse groeperingen (Azov-regiment) die openlijk pronken met nazisymbolen in het reguliere leger worden opgenomen. Alex de Jong komt me dunkt in De Azov-beweging en fascisme in Oekraïne dichter bij de realiteit.
[3] Oekraïne zal waarschijnlijk niet achterblijven bij Letland, dat al in 2020 ‘militaire opvoeding’ inschreef in het curriculum van het secundair onderwijs.
[4] Het ontbreekt niet volledig aan hoopgevende tekens. Zelfs Zelensky zei onlangs dat de oorlog alleen door diplomatie kan beëindigd worden. En Henry Kissinger pleitte op het Economisch Forum in Davos voor een pragmatische oplossing, zoals een aantal topdiplomaten vóór hem al deden. Wie een verwijzing naar figuren als Kissinger compromitterend vindt maar pleit voor westerse wapenleveringen zou de verwijzing naar Biden, Stoltenberg of von der Layen minstens even compromitterend moeten vinden.
Herman met een Arendsoog overvlieg je de democratische linkse akkers en uit de neergepende woorden lees ik een een zeer terechte ontgoocheling. Maar we moeten ons zelf ook niets wijsmaken zelfs met LINKS Europa zou het niets aan de zaak veranderen want daarom heeft Links nog niet de Macht en je weet dat die elders schuilt dan in de Politiek Mitterrand heeft dat mogen ervaren. Het decennialange Amerikaans overwicht in alle geledingen van de Europese samenleving werkt als een verslaving en de toekomstige Elite kreeg de uitnodiging te mogen smaken van the American Way of Live zie Fulbright beurs Alumni https://www.fulbright.be/alumni/ . Daarenboven is de politieke structuur van de EU zodanig opgebouwd (regel van unanimiteit ea) dat de EU altijd het Amerikaans overwicht zal moeten ondergaan. De Franse droom van soevereiniteit zal vlug de mond worden gesnoerd door GE en Polen. Een vredesbeweging zal pas haar sterkte krijgen wanneer de bevolking plotseling haar consumptie verslaving moet ontberen en intussen kan de beweging de de Vredesklok zo hard en zo efficiënt mogelijk laten luiden want eens zullen deze krijgsheren samen aan tafel moeten zitten tenzij ze beiden met zelfmoord gedachten rondlopen voor hun volk !