Komende evenementen

Le Pen en het fascistisch gevaar

door Herman Michiel,  13 mei 2017

 

Dat Marine Le Pen, de leidster van het extreemrechtse Front National, tot in de tweede ronde van de Franse presidentsverkiezingen kon doordringen gaf ook buiten Frankrijk aanleiding tot heel wat bezorgdheid. Terecht, want het FN is de partij opgericht door negationist en nazibewonderaar Jean-Marie Le Pen. De discussie over het heropleven van het fascistisch gevaar is daardoor ook bij ons terug aan de orde. Stephen Bouquin schreef onlangs voor MO* een interessant artikel 1 waarin niet alleen het verloop van de Franse verkiezingscampagne wordt samengevat, maar ook expliciet wordt ingegaan op de kwestie van het fascistisch gevaar. Stephen knoopt er ook enkele praktische politieke  overwegingen voor de Franse linkerzijde  aan vast, maar het is duidelijk dat deze problematiek ons in de Lage Landen, en in Europa in het algemeen, niet onberoerd mag laten. In wat volgt geef ik wat bedenkingen bij Stephens standpunt, bedenkingen eerder gevolgd door vraag- dan door uitroeptekens, want wie zou durven beweren hierover het ultieme antwoord te hebben? Hopelijk kan dit toch bijdragen tot een discussie in ruimere kring.

Laat me eerst summier Stephens politieke conclusie samenvatten:

  1. Marine Le Pen is erin geslaagd de demonisering van het FN terug te dringen, de fascistische dreiging wordt daardoor geminimaliseerd;
  2. Tegenover de fascistische dreiging mag men geen enkel risico nemen, wat inhoudt dat men bij de tweede ronde op Macron stemt;
  3. Terzelfdertijd moet het verzet tegen de neoliberaal Macron georganiseerd worden, op sociaal en politiek vlak, dit laatste door een sterke linkse eengemaakte vertegenwoordiging in het Parlement, via de uitbouw van een links eenheidsfront tussen socialisten, groenen, communisten en France Insoumise van Mélenchon.

Fascisme: wat?

Voor Stephen Bouquin is het zonder meer duidelijk dat er van het FN een fascistisch gevaar uitgaat, en dat dit, ook door de linkerzijde, schromelijk onderschat wordt; sinds de gênante vader Le Pen van het podium gestuurd werd wordt het FN gebanaliseerd.

Ik denk dat Stephens bekommernis voor de fascistische dreiging die uitgaat van het FN in algemene zin terecht is, maar anderzijds moet genuanceerd worden en in een preciezer tijdskader gesitueerd. Ik toon verder aan dat dit ook praktische politieke implicaties heeft en niet alleen over vrijblijvende prognoses gaat.

Ik vind het vooreerst jammer dat de stelling van de fascistische dreiging alleen geponeerd en niet echt geargumenteerd wordt. Enkele uitspraken van jongeren ‘met Magrebijnse roots’ opgevangen in cafés kunnen een sociologische analyse, hoe summier ook, niet vervangen. Het format van een kort artikel voor een ruim publiek legt natuurlijk beperkingen op, maar aangezien dit beoogde publiek zelf niet deelneemt aan de Franse verkiezingen is de argumentatie minstens zo belangrijk als de conclusie. Wat is fascisme? Hierover is al veel nagedacht, gepolemiseerd en geschreven. Maar over een aantal kenmerken zijn zowat alle ernstige onderzoekers het eens 2. Kort samengevat:

  • Fascisme gaat over een massabeweging, die ­ in tegenstelling tot een politieke partij ­ burgers organiseert en mobiliseert in parallele structuren, opgericht buiten en ook tegen het kader van de burgerlijke legaliteit (politieke moorden, paramilitaire groepen, aanvallen op vakbondsleden, brandstichtingen…)
  • Sociaal gezien is het zwaartepunt van deze massabeweging de kleinburgerij (zelfstandigen, vrije beroepen, handelaars…) Dat neemt niet weg dat ook leden van andere klassen, arbeiders, ondernemers, er kunnen aan deelnemen.
  • De context waarin dit zich kan voordoen is die van een diepe economische crisis, die zwaar drukt op de toekomstperspectieven van de kleinburgerij. Zulke crisis slaat natuurlijk ook toe op de klasse van de gesalarieerden, maar die heeft haar eigen structuren (vakbonden, partijen) ter verweer (Dat was toch alleszins het geval in de periode van het historisch fascisme).
  • De ideeën waarmee een fascistische beweging zich tot de burgers richt kunnen allerlei vormen aannemen, en die kunnen sterk veranderen in de loop van de tijd. Er is geen ’typisch’ fascistisch programma, er kunnen bijvoorbeeld ook antikapitalistische eisen in voorkomen. Een of andere vorm van ‘identitarisme’ (wij Ariërs, wij Fransen, …) en zich afzetten tegen ‘de anderen’ (Joden, moslims, homoseksuelen…) Is wel een vast bestanddeel van de fascistische denkwereld en propaganda.

 

Het is duidelijk dat het FN momenteel geen massabeweging is die de kleinburgerij organiseert en mobiliseert in extralegale structuren. Het is wel een succesvolle nationalistische, xenofobe, islamofobe extreemrechtse partij waar 7,7 miljoen Fransen voor stemden in de voorbije eerste ronde van de presidentsverkiezingen. Dat op zich is natuurlijk reden genoeg om het FN uit alle macht te bestrijden. De vraag blijft of het FN ‘meer’ is dan extreem rechts, of het de aanzet is van een fascistische beweging.

Als men, zoals Stephen, de kans hierop hoog inschat, moet men er ook de nodige conclusies uit trekken. Verderop gaan we in op de vraag hoe gepast zijn voorstellen zijn voor dit geval. We willen echter eerst nog het fascistisch scenario voor het hedendaagse Frankrijk duidelijker in perspectief plaatsen.

 

Fascistische dreiging in Frankrijk?

Wijlen Ernest Mandel kan men niet verdenken van lichtzinnigheid in verband met de fascismekwestie. Maar in zijn essay Du Fascisme 3 waarschuwde hij voor de verwarring tussen de opgang naar het fascisme en de tendens naar een “sterke Staat”. Dat een neofascisme een massabasis zou verwerven onder de kleinburgerij achtte hij zo goed als uitgesloten, “tenzij de economische situatie op een beslissende manier zou veranderen”.

Maar Mandels essay dateert van 1969. Het FN kende zijn eerste successen pas vanaf 1983, het beheer van het kapitalistisch systeem ging vanaf die tijd de neoliberale weg op, en in 2008 barstte de financiële crisis los die leidde tot de zwaarste economische crisis sinds de Grote Depressie van de jaren 30. Er zijn nog meer bezwarende omstandigheden. De syndicalisatiegraad bedroeg in Frankrijk 50 jaar geleden ongeveer 23%, nu minder dan 8%, de Parti Communiste werd ondertussen letterlijk gedecimeerd (rond de 700.000 leden eind jaren ’70, minder dan 70.000 vandaag) en de Parti Socialiste verschrompelde tot een schaduw van zichzelf. Mélenchons France Insoumise mag dan wel een relatief succes behaald hebben, de heropbouw van de Franse linkerzijde staat nog verre van vast. Voor de kleinburgerij, en zelfs voor een deel van de arbeidersklasse, klinkt de lokroep van Le Pen voorlopig luider dan die van het linkse kamp.

De huidige context is dus een stuk ongunstiger dan degene waarop Mandel zijn oordeel baseerde in het jaar na Mei ’68. Toch blijft de vraag of het fascistisch gevaar in Frankrijk voortaan veel prominenter op de linkse kalender moet staan dan de waakzaamheid die links daarover steeds moet in acht nemen. Deze vraag mag men niet lichtzinnig beantwoorden. Want wie stelt dat met het succes van het FN de opgang naar een Frans fascisme is ingezet moet weten wat dit inhoudt. Indien het perspectief is dat er binnen enkele jaren paramilitaire groepen opereren tegen linkse militanten, migranten, kleurlingen, vakbondslokalen, dat de Franse Staat niet of onvoldoende bij machte of bereid is de legaliteit te laten respecteren, dan moet de linkerzijde en de arbeidersbeweging in het algemeen haar zelfverdediging voorbereiden, tot en met gewapend verweer en ondergrondse organisatie. Dit is de ultieme consequentie van Stephens stelling: “Kortom, ten opzichte van fascisme neemt men gewoon geen enkel risico.”

Hoe deze moeilijke afweging maken? Eigenlijk kunnen we alleen voortgaan op historische ervaringen om dit min of meer objectief te doen, ook al herhaalt de geschiedenis zich nooit op identieke wijze. De geschiedenis van de 20e eeuw toont ons dat een fascistische machtsgreep niet uit de lucht komt vallen. Hitler pleegde zijn mislukte coup (de Münchense ‘Bierkellerputsch’) in 1923, hij werd kanselier in 1933. Men leze er de geschiedenis van de tussenliggende 10 jaren op na om zich ervan te vergewissen dat, zelfs in de uitzonderlijke omstandigheid van een land dat een Wereldoorlog verloren had, een hyperinflatie meemaakte om daarna te belanden in de zwaarste crisis van het kapitalistisch systeem ooit (ingezet met de ‘krach’ van Wall Street, oktober 1929), de nationaalsocialistische doorbraak geen bliksemschicht bij heldere hemel was.

Toegepast op de Franse situatie anno 2017: als het de bedoeling is van de kliek rond Marine Le Pen een fascistische coup voor te bereiden, dan staat die nog voor een hele reeks electorale ups en downs, processen wegens illegale wapenfeiten, schermutselingen en zware politieke incidenten. Ik durf niet beweren dat dit onmogelijk is, maar ik ben er wel zeker van dat dit niet onopgemerkt zou voorbijgaan. Welnu, het FN heeft nog niet de eerste stap gezet richting fascistische dictatuur. Stephen maakt een nogal vlugge overgang van “websites die de blanke Franse identiteit verdedigen” naar “bewegingen” om zo bij “milities” te belanden.

 

Vergoelijking van het FN?

Sommigen kunnen vinden dat dit meestappen is in de ‘de-demonisering’ van het FN. Maar is links er dan echt bij gebaat om het scalpel van de analyse in te ruilen voor de botte bijl van oppervlakkige impressies? Men zou het verwijt ook naar de afzender kunnen terugsturen: is een xenofobe, islamofobe demagogische extreemrechtse partij dan geen schrikbeeld en politieke tegenstander genoeg zolang er ook niet het etiket ‘proto-fascistisch’ op kleeft? Is dit geen de-demonisering van extreemrechts dat, niet in een hypothetische toekomst maar nu reeds een serieuze bedreiging vormt voor een humane samenleving?
Het ligt buiten het bestek van dit artikel, maar in de context van een zwaar ontredderde economie, weinig uitzicht op verbetering, een zwak staatsbestel, tienduizenden vluchtelingen en een nazistische partij als Gouden Dageraad (7% van de stemmen in 2015) lijkt Griekenland een reëler gevaar te lopen op fascistische evoluties.

Heus, ook als het FN niet het embryo is van een fascistisch gedrocht is het een enorm obstakel voor elk emancipatorisch project, een vijand die met de gepaste middelen moet verslagen worden. Een zo goed mogelijke inschatting van zijn aard is daarbij van groot belang.

 

Het FN afblokken

Uit de fascisme-thesis trekt Stephen een aantal praktische politieke conclusies:

“Kortom, ten opzichte van fascisme neemt men gewoon geen enkel risico. Dat is ook het standpunt van andere linkse en zelfs radicaal-linkse krachten die oproepen om het stembiljet van Macron te gebruiken tegen Marine Le Pen om haar percentage zo laag mogelijk te houden. Diezelfde krachten doen dit duidelijk met de oproep om nu reeds het sociaal verzet tegen Macron voor te bereiden én ervoor te zorgen dat links een sterke en eengemaakte vertegenwoordiging verovert in het parlement.
En die mogelijkheid bestaat op voorwaarde dat er een links eenheidsfront tot stand komt tussen socialisten, groenen, communisten en
France Insoumise van Mélenchon. En ook dat is verre van zeker, mede omdat men het neofascisme minimaliseert…”

Een eerste conclusie is dus verhinderen dat Marine Le Pen president wordt door ­ desnoods met de vingers op de neus ­ voor Macron te stemmen. Dit standpunt wordt hier ingenomen “omdat men tegenover het fascisme geen enkel risico neemt”, maar het kan ook zonder de fascisme-thesis verdedigd worden als een ‘cordon sanitaire’ tegen extreemrechts. Daar is een en ander voor te zeggen. Vanuit de machtscentra van de Staat kan heel wat beslist en doorgevoerd worden, vooral in de Franse Staat met zijn presidentieel regime. Hollande zelf maakte er schandelijk misbruik van door de anti-arbeiderswetten (Loi Travail) via volmachten (het beruchte grondwetartikel 49.3) door te drukken. Een FN-president stelt ook de regering aan, kabinetten en ministeries worden hertekend, het repressie-apparaat, dat onder Hollande al duchtig tekeerging tegen de manifestanten van Nuits Debout, zou onder FN-leiding zijn naam met nog meer reden dragen 4.
Maar er is ook wel een en ander tegen een Macron-stem te zeggen. Hoe sterker hij verkozen wordt, des te ongegeneerder zal hij zijn antisociaal programma opleggen, met of zonder 49.3. Rechts en centrum-links worden zich plots bewust van het ‘fascistische gevaar’, al is het om iedereen op zijn ‘morele plicht’ te wijzen en de Republiek te verdedigen door op neoliberaal Macron te stemmen. Hadden die antifascisten van het laatste uur een ander beleid gevoerd dan was er geen duel Macron-Le Pen geweest…

Electorale tactiek kan het FN een tijdlang uit de machtscentra verwijderd houden, maar zal de partij er niet van weerhouden haar invloed verder proberen uit te breiden. Macrons beleid zal haar hierbij zeer nuttig zijn. Iedereen ter linkerzijde is zich hiervan bewust, ook degenen die om tactische redenen opriepen om op Macron te stemmen. “Het sociaal verzet tegen Macron voorbereiden én ervoor te zorgen dat links een sterke en eengemaakte vertegenwoordiging verovert in het parlement”, stelt Stephen voor.

Voor zover men het fascistisch perspectief actueel vindt, zou men daar eigenlijk de nodige voorbereidingen ter zelfverdediging en zelfbehoud van de arbeidersbeweging moeten aan toevoegen, zoals ik hoger al vermeldde. Maar over de noodzaak van het sociaal verzet is iedereen ter linkerzijde het eens. Niettegenstaande de Franse syndicalisatiegraad een van de laagste in Europa is, kan Frankrijk ons op dit gebied misschien nog aangenaam verrassen, zoals we zagen met het ontstaan van Nuits Debout.

 

Welk eenheidsfront?

Blijft het voorstel voor een sterke eengemaakte linkse vertegenwoordiging in het parlement dat tot stand moet komen door een eenheidsfront tussen socialisten, groenen, communisten en France Insoumise van Mélenchon.

Dit lijkt me zeer problematisch. Indien het bedoeld is voor de parlementsverkiezingen van juni (in twee rondes, op de 11e en de 18e) is het zonder meer uitgesloten. Laat ons dus onderstellen dat het een streefdoel is voor de komende jaren. Niet een progressief eenheidsfront als dusdanig is problematisch, maar de formule waarmee Stephen dit aanduidt: een soort ‘Volksfront’-coalitie van partijen. Is er ook maar enige kans dat de Parti Socialiste tot inkeer komt, haar neoliberalisme afzweert en met zogezegde ‘communisten’ als Mélenchon gaat samenwerken? Om het met een tussentitel van Stephens artikel te zeggen: dit is surrealisme in Frankrijk. In het geval van les Verts is dit even surrealistisch. Beste Stephen, wíj vinden natuurlijk dat Mélenchons programma vanzelfsprekend is, zelfs eerder gematigd en voor verbetering vatbaar, maar voor de hele Europese sociaaldemocratie, van Louis Tobback tot Martin Schulz, is dit extremisme, anti-Europeanisme, in het beste geval ‘links populisme’. Een dergelijk eenheidsfront komt er niet, en niet omdat men het neofascisme minimaliseert, maar omdat Mélenchon zich, zoals elk weldenkend mens, een paar vragen stelt over de Europese Unie, omdat hij politiek niet ziet als louter een twist over enkele macro-economische parameters. Zoals Stephen zelf schrijft: “Het neofascisme de pas afsnijden vergt een visie en gemeenschappelijk handelen voor een ander Europa” en ” Een ander scenario vergt om te beginnen een politieke kracht die breekt met de neoliberale triptiek van deregulering, privatisering en soberheid.”  Een koe zal eerder de spreekwoordelijke haas vangen dan dat dit scenario tot stand komt met het eenheidsfront van de genoemde politieke krachten. Zoals ik onlangs schreef: niet omdat sociaaldemocraten te dwaas zouden zijn om de lessen te trekken uit hun geschiedenis. Maar dat is niet de manier waarop partijen functioneren die diep verankerd zijn in het beheer van het staatsapparaat. Electoralisme, korte-termijndenken en persoonlijke carrièreplanning zijn veel doorslaggevender dan een analyse zonder voorbehoud van de sociale en politieke verhoudingen in een maatschappijveranderend perspectief.

Het is geen gemakkelijke gedachte, maar de krachten en formules die het kunnen opnemen tegen het neoliberalisme en een echte dam opwerpen tegen extreemrechts moeten in Frankrijk, en elders in Europa, grotendeels nog opgebouwd worden. Er zijn pogingen aan de gang, zoals Mélenchons France Insoumise, zoals Podemos en ik wil er zelfs de Portugese sociaaldemocratische minderheidsregering gesteund door radicaal links (en in een goede bui zelfs Syriza) aan toevoegen; maar een eenheidsfront van radicaal links met het sociaal-liberalisme is mijns inziens geen vruchtbaar idee. Men moet zich daarbij ook proberen voor te stellen hoeveel aantrekkingskracht zou uitgaan van een coalitie van tegenstanders van het neoliberaal beleid met de architecten ervan …

Maar een links eenheidsfront van betekenis zal natuurlijk niet alleen bestaan uit krachten van het huidige radicaal-links. Binnen de sociaaldemocratie, de groenen, en ook binnen de christendemocratie zijn er zowel beroepspolitici als basismilitanten die zich steeds minder in hun partij terugvinden, en andere horizonten.opzoeken. Mélenchon verliet de PS, Oskar Lafontaine de SPD en was betrokken bij de oprichting van Die Linke, Stefano Fassina stapte uit de Italiaanse Partito Democratico over naar Sinistra Italiana, een reeks militanten rond dergelijke spilfiguren deden hetzelfde. Breken met een bepaalde politiek betekent in de praktijk breken met een politieke partij.

Dergelijke overstappen worden natuurlijk des te gemakkelijker naarmate het alternatief aantrekkelijker en geloofwaardiger wordt. Dit lijkt me het project waaraan de linkerzijde moet werken, eerder dan aan te sturen op een ‘grote coalitie’. In Frankrijk zouden de insoumis bijvoorbeeld het debat kunnen aangaan met Benoît Hamon, de verguisde PS-kandidaat bij de presidentsverkiezingen. Hamon kwam op voor een vrij links programma dat kritiek inhield op het gevoerde beleid. Hij zou van plan zijn een beweging op te richten (al zou hij lid blijven van de PS.) Als het Hamon menens is met echte verandering, en als het Mélenchon menens is met een breed links front zou hier iets interessants kunnen gebeuren. Eenmaal de bal aan het rollen is kan ze groeien. De aantrekkingskracht zou misschien zelfs groot genoeg kunnen worden om radicaal-linkse krachten uit hun egelstelling te lokken. De opdracht is moeilijk, de weg is lang en hobbelig, maar de tijd is er rijp voor!

Voetnoten

  1. Stephen Bouquin, Frankrijk: verdwijnt het politieke centrum en wordt Le Pen aanvaardbaar gemaakt? MO*, 5 mei 2017, http://www.mo.be/opinie/frankrijk-verdwijnt-het-politieke-centrum-en-wordt-le-pen-aanvaardbaar-gemaakt 
  2. In Contretemps verscheen zopas een interessant artikel dat nogal wat inzicht biedt in de polemieken rond fascisme. Zie Vanina Giudicelli, Existe-t-il un danger fasciste en France? https://www.contretemps.eu/danger-fasciste-france-fn/
  3. Ernest Mandel, Du Fascisme, François Maspero, 1974.
  4. De helft van politie en militairen zou bestaan uit FN aanhangers.

 

Laat een reactie achter

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *