door Herman Michiel, 6 april 2017
In Le Monde Diplomatique van april staat een interessant artikel over de immigratiekwestie in de Franse presidentsverkiezingen 1. Het gaat vooral over Jean-Luc Mélenchon, de belangrijkste kandidaat links van de PS. In 2012 was hij ook reeds kandidaat, toen voor het Front de Gauche, dat naast de door hem opgerichte Parti de Gauche ook de Franse Communistische Partij (PCF) en enkele andere linkse organisaties bevatte; in de eerste ronde kreeg hij toen 11,1% van de stemmen. Nu in 2017 komt Mélenchon op met het voor de gelegenheid opgerichte samenwerkingsverband La France insoumise (‘weerspannig Frankrijk’) en kreeg (uiteindelijk) opnieuw de steun van de PCF.
Het artikel in Le Monde Diplomatique wijst vooral op de gewijzigde immigratiestandpunten van Mélenchon wanneer zijn programma voor 2017 vergeleken wordt met dat van 2012. Nu het Front National met Marine Le Pen een werkelijke kanshebber is, is immigratie een van de belangrijke thema’s geworden. We gaan er in dit artikel verder op in, maar schetsen eerst kort de context.
Het politieke landschap
De Parti Socialiste heeft als officiële kandidaat Benoît Hamon. Hij kreeg de meeste stemmen bij de interne voorronde in januari, en stak daarbij de gewezen PS-premier Manuel Valls voorbij. Maar Valls en andere PS-baronnen, en ook de Duitse kameraden van de SPD (en sommigen van de Vlaamse sp.a) geven de voorkeur aan Emmanuel Macron, gewezen zakenbankier bij Rothschild & Cie en bijgevolg geknipt voor de rol van minister van economie onder François Hollande, waar hij ook zijn bijdrage deed aan de anti-arbeiderswetten gekend als de Loi Travail.
De Franse groenen (Europe Écologie-Les Verts) hebben europarlementslid Yannick Jadot als kandidaat voor het Elysée. Bij de linkerzijde van radicaal links zijn er dan de twee trotskistische kandidaten, de fabrieksarbeider Philippe Poutou van de NPA (Nouveau Parti Anticapitaliste) die de fakkel overneemt van Olivier Besancenot, en de lerares Nathalie Arthaud van Lutte Ouvrière.
Om zich een beetje een idee te vormen over de ‘hierarchie’ van de kandidaten in het Franse politieke landschap, hierbij een recente poll van de kiesintenties bij de eerste ronde (23 april). Macron en Le Pen staan elk met ca. 25% op kop, gevolgd door de van gesjoemel betichte François Fillon (17.5%,). Dan komen Mélenchon (15.5%,) en Hamon (10%). Poutou, Arthaud en Jadot halen 1% of minder.
Mélenchon
Citaat uit het programma van 2012:
“Immigratie is geen probleem. Vreemdelingenhaat en de jacht op immigranten zijn een smet op onze Republiek. Dat moet stoppen. De mensen eerst. Migrantenstromen ontstaan overal ter wereld, de motivaties ervoor zijn uiteenlopend. Frankrijk moet daarvoor geen schrik hebben, en de neus niet ophalen voor de immense menselijke en materiële bijdrage.”
Citaat 2017:
“Emigreren betekent steeds een lijdensweg voor de emigrant. De eerste opgave is iedereen toe te laten in eigen land te wonen. Er moet een punt gezet worden achter oorlogen, achter handelsverdragen die de lokale economie kapot maken, we moeten de klimaatverandering aanpakken.”
Het is duidelijk dat Mélenchons standpunt in 2017 een variant is van ‘sluit de grenzen’, weliswaar verpakt in een linkserig discours. Of het nu gaat over asielzoekende oorlogsvluchtelingen of zogenoemde economische migranten, geen van hen heeft boodschap aan intentieverklaringen voor de lange tot zeer lange termijn. Mélenchon heeft het zelf gezocht als hij door Besancenot (NPA) en door groepen die opkomen voor de immigranten ervan beschuldigd wordt om zich te “wentelen in ideeën over soevereinisme, grenzen en de natie”; een woordvoerder van Europe Écologie-Les Verts spreekt zelfs van ‘een wedren met het Front National’.
Men mag er echter zo goed als zeker van uitgaan dat niet Mélenchons opvattingen over immigratie, maar die over een electoraal succes anno 2017 veranderd zijn. Zowel in Europa als in Amerika betrekken rechtse en uiterst rechtse partijen een deel van hun populariteit – ook onder de werkende bevolking – uit virulente anti-immigrantenstandpunten. Het zou fout zijn te zeggen dat Mélenchon hier ook een graantje wil meepikken, maar hij wil ook geen stemmen verliezen door er tegenin te gaan.
Aanvaardbaar compromis?
Is dit geen begrijpelijke houding? Is het niet deel van het compromis dat men moet sluiten bij electorale initiatieven? Hebben partijtjes als de Nouveau Parti Anticapitaliste, die deelname aan verkiezingen als louter propaganda beschouwen, het niet gemakkelijk, terwijl een linkse verkiezingsoverwinning nastreven in een steeds rechtser klimaat heel wat meer politiek vernuft vereist?
Het artikel in Le Monde Diplomatique stelt vast dat er twee soorten kandidaten zijn: zij die van hun anti-immigratiestandpunt een troef maken, en de anderen aan wie het thema buikpijn bezorgt. Le Pen en Fillon behoren tot de eerste soort. Zo wil Fillon familiehereniging en sociale hulp moeilijker maken, en jaarlijkse immigratiequota per nationaliteit vastleggen; Le Pen gaat natuurlijk nog verder en heeft het over gedwongen uitdrijvingen en uittrede uit de Schengenzone. Het andere kamp, Mélenchon incluis, blijft zoveel mogelijk op de vlakte. Het gevolg kan alleen maar zijn dat het deel van de werkende klasse en middenklassen dat zich aangesproken voelt door het antimigratiediscours er een bevestiging in ziet van Le Pen’s giftig argument: niet de kandidaten van links, maar wij nemen het op voor de kleine man.
Slechte en minder slechte argumenten
We hadden het al over het pseudolinkse discours om de problemen aan de wortel aan te pakken, de redenen voor emigratie – oorlog, armoede, honger – weg te nemen. Het is alsof men aan de bewoners van een brandend pand als enige boodschap zou hebben: huizen moeten voortaan brandveiliger worden. Natuurlijk moet links zijn seculaire strijd tegen oorlog en armoede voortzetten, maar als antwoord op een noodsituatie getuigt het argument van cynisme. Er kunnen zelfs empirische argumenten tegenin gebracht worden. Een relatieve verbetering van de levensomstandigheden in arme gebieden neigt ertoe dat de emigratie aanvankelijk toeneemt 2. Zeer arme mensen hebben nu eenmaal zelfs niet de middelen om te emigreren. Men gaat er bovendien te vaak abusievelijk van uit dat Afrikanen massaal naar Europa willen emigreren 3.
Minder bedrieglijk, maar naar mijn gevoel ook niet alleenzaligmakend, is het argument dat immigratie de economische groei van het gastland bevordert (of zelfs noodzakelijk is in landen met een verouderende bevolking). Dit wordt vooral benadrukt door mainstream economen, instellingen als OESO of Wereldbank, maar ook door de NPA, of een gepassioneerd links pleitbezorger voor open grenzen als Will Denayer. Het economisch argument mag best ter kennis genomen worden. Maar het probleem ermee is dat het, zoals meestal bij economische ‘bewijzen’, over gemiddelden gaat. De economie kan best gemiddeld groeien, de tewerkstelling kan gemiddeld verhogen, maar daar heeft een 50-jarige die zijn baan verloor geen boodschap aan. Er is ook nog nooit aangetoond dat immigratie altijd en overal de economie stimuleert. Wanneer dit economisch argument ook uit de mond komt van een ex-bankier als Macron gehoord wordt is het niet van aard om vooroordelen tegen te gaan in achtergestelde regio’s. De totale desinteresse van Europese regeringen voor een degelijke arbeidsinspectie kennende is het zo goed als zeker dat een verhoging van het aantal beschikbare arbeidskrachten, waaronder een kwetsbare groep met weinig of geen rechten, minstens tijdelijk tot slachtoffers op de arbeidsmarkt leidt. En het het vergt weinig verbeelding om zich voor te stellen hoe Mélenchon in Roubaix of Amiens zou onthaald worden met het argument dat immigratie positief is voor de tewerkstelling…
De kwadratuur van de cirkel?
Opkomen voor asielzoekers en migranten, en terzelfdertijd extreem-rechts bestrijden, is dat niet de spreekwoordelijke kwadratuur van de cirkel? Welk ideeëngoed kan het halen van het radicaal rechtse nationalistische xenofobe discours van Le Pen, Farage, Wilders, Dewinter en consoorten?
Men schijnt te vergeten dat links ook een radicaal discours heeft, niet gebaseerd op volksbedrog zoals bij rechts, maar gesteund op een degelijke analyse van de kapitalistische maatschappij; alleen denken te veel linkse politici – vooral als ze in verkiezingsmode zijn – dat het niet het goede ogenblik is om dit discours boven te halen. Nochtans zou een blik op het lijk van de sociaal-democratie moeten volstaan om te weten wat de gevolgen zijn van een principenloos electoralisme. De boodschap van links luidt dat niet de migranten, niet de asielzoekers de maatschappij ontwrichten, wel de winststrategieën van de kapitalistische bedrijven, daarin gesteund door de centrumlinkse en centrumrechtse regeringen, de Europese Unie, het IMF…
Jean-Luc Mélenchon zou zich beter laten inspireren door voorgangers als Jules Guesde en Paul Lafargue die in het programma van de Franse Parti Ouvrier in 1883 (tijdens een langdurige zware economische crisis) de problemen niet ontkenden die geïmmigreerde arbeidskrachten konden betekenen, maar in plaats van een sluiting van de grenzen de arbeiders opriepen om “de cynische antipatriottische plannen van de bazen te dwarsbomen” en “de vreemdelingen te onttrekken aan het despotisme van de politie en ze te verdedigen tegen de roofzucht van de patroons”. Het artikel in Le Monde Diplomatique beschrijft hoe de Franse socialisten in de jaren ’30 van de vorige eeuw dit standpunt al verloochenden, waarop de Communistische Partij hen beschuldigde van xenofobie en een nationalistische politiek, maar dat dezelfde PCF vanaf de jaren ’80 eveneens een halt toeriep aan de immigratie. Mélenchon heeft alleszins op dit vlak de kans verkeken om in een historische correctiebeweging de rode draad terug op te pakken.
Zou de belangrijkste kandidaat van radicaal links in zulk geval nog de kans gehad hebben het te halen? De kans om president van Frankrijk te worden zou even groot of even klein gebleven zijn, maar hij zou de campagne benut hebben om een begin te maken met een offensief tegen extreem rechts. Men moet bovendien niet denken dat een ‘radicaal’ standpunt alleen aanslaat bij de extreme uithoeken van extreem links. Minder dan twee maanden geleden betoogden 160.000 [!] mensen in Barcelona onder slogans als “No borders, no nations, no deportations”. De mensen die – van Calais tot Lesbos – ver van de spotlights, hulp bieden aan vluchtelingen, roepen niet La Gauche! La Gauche!, maar zouden zich misschien wel vertegenwoordigd gevoeld hebben door een écht weerspannige kandidaat.
Voetnoten
- Le Monde Diplomatique, april 2017, Benoît Bréville, Embarras de la gauche sur l’immigration.
- De Diplo verwijst naar Michael Clemens, Does Development Reduce Migration? (Center for Global Development), https://www.cgdev.org/publication/does-development-reduce-migration-working-paper-359.
- Zie The Independent, 22 november 2016, Majority of refugees arriving in Europe never wanted to come to continent.
De brochure van France Insoumise ‘Respecter les migrants – Régler les causes des migrations’ is goed geargumenteerd, evenwichtig, en coherent met de rest van het programma. Was de kritiek of bekommernis van Le Monde dan wel terecht?
Beste Hugo,
Ik denk niet dat men Mélenchons campagne kan beoordelen aan de hand van brochures die door France Insoumise uitgegeven werden; die spelen – tegenover de zeer gepersonaliseerde campagne – uiteindelijk een ondergeschikte rol. Maar zelfs over die brochure zijn een paar opmerkingen te maken. Ze stelt als eerste prioriteit voor: de aanpak van de oorzaken van migratie (oorlog, klimaatswijziging, armoede), en in de tweede de opvang van migranten. Dat is niet serieus wanneer duizenden vluchtelingen verdrinken; de eerste prioriteit is het verlenen van asiel. Werken aan de vrede, de strijd tegen de armoede zijn essentiële taken van links, maar iedereen weet dat successen pas op termijn van jaren kunnen geboekt worden. Er zullen waarschijnlijk mensen verdrinken ten gevolge van de klimaatopwarming, maar er verdrinken er nu al duizenden door de politiek van de EU en haar lidstaten, ook die van Frankrijk, dat zich verbergt achter de Dublin-interpretatie van het asielrecht. Op dit vlak was PS-kandidaat Hamon zelfs correcter, waar hij een veilige toegang tot het Franse grondgebied voorstond door het verlenen van humanitaire visas. De nadruk leggen op “het bestrijden van het kwaad aan de wortel” was in dit geval een handige manier om met een links discours niet te moeten zeggen wat gezegd moest worden, namelijk dat een land als Frankrijk de morele en de internationaalrechtelijke plicht heeft om op grote schaal asiel te verlenen aan vluchtelingen.
Nog een kleine opmerking: het artikel dat ik citeerde was uit Le Monde Diplomatique, niet uit Le Monde. Deze laatste mag men terecht verdenken van gestook tegen een linkse kandidaat, wat bij ‘Le Diplo’ toch zeker niet het geval is. Overigens moet ik zeggen dat ik voor Mélenchon zou gestemd hebben als ik voor de keuze had gestaan.