door Bram Vranken, Vredesactie
17 oktober 2017
Vredesactie brengt vandaag een rapport uit dat “de symbiotische relatie documenteert tussen de wapenindustrie en de Europese instellingen, en het effect dat deze relatie heeft gehad op de creatie van een Europees militair onderzoeksprogramma en het Europees Defensie Fonds”. Hier volgt een korte voorstelling van het rapport door auteur Bram Vrancken, overgenomen van de website van Vredesactie. Het rapport zelf (32 blz, pdf 2,3 MB) kunt u hier downloaden.
40 miljard euro. Dat is het bedrag dat de Europese Unie de volgende tien jaar wil spenderen aan onderzoek, ontwikkeling en aankoop van nieuwe wapens. Het is een nooit eerder geziene versnelling van de militarisering van de Europese Unie met één doel: de defensie-industrie rendabel houden. De vraag welke wapens ontwikkeld moeten worden en of ze nodig zijn, wordt niet gesteld.
De besluitvorming hierover werd gedomineerd door private belangen. De ‘civil society’ noch het Europees Parlement hadden enige substantiële inspraak. Op basis van interne documenten toont Vredesactie met dit rapport hoe de wapenindustrie toegang had tot elk niveau van het proces: van het bepalen van de agenda tot het uitschrijven van de modaliteiten van de subsidiepotten. Het documenteert de symbiotische relatie tussen de wapenindustrie en de Europese instellingen en het effect dat deze relatie heeft gehad op de creatie van een Europees militair onderzoeksprogramma en het Europees Defensie Fonds.
Enkele opmerkelijke feiten uit het rapport:
- Het lobbybudget van de grootste tien Europese wapenbedrijven is op vijf jaar tijd verdubbeld van 2,8 miljoen euro naar 5,6 miljoen euro per jaar.
- Vredesactie stelde op basis van de Europese wet op openbaarheid van bestuur, vragen naar ontmoetingen tussen de Europese Commissie en de wapenindustrie. Hieruit blijkt dat de Commissie de afgelopen drie jaar minstens 36 maal aan tafel zat met de wapenindustrie om te praten over de Preparatory Action on Defence Research. De correspondentie tussen de industrie en het Europees Defensie-Agentschap is zo volumineus dat een doorlichting van die correspondentie gezien werd als ‘een te zware administratieve last’ voor de beleidsmedewerkers om ze aan Vredesactie te bezorgen.
- De ‘Group of Personalities on Defence Research’, het adviserend orgaan dat de belangrijkste teksten uitschreef, bestond uit zestien leden waarvan tien leden rechtstreeks gelinkt waren aan de wapenindustrie: zeven vertegenwoordigers van defensie-bedrijven, twee vertegenwoordigers van private onderzoeksinstellingen die zouden kunnen profiteren van een Europees militair onderzoeksprogramma en één parlementslid, Michael Gahler, lid van een lobby-organisatie die parlementsleden samenbrengt met de defensie-industrie. Onafhankelijke stemmen waren niet vertegenwoordigd.
- Door te werken met een ‘Group of Personalities’ heeft de EU elke vorm van transparantie ontweken. Een Group of Personalities staat immers niet geregistreerd als een expertengroep die verplicht is om vergaderdata, agenda’s en verslagen openbaar beschikbaar te maken.
- Een analyse van de beleidsvoorstellen van het Defensie Actieplan toont dat deze bijna letterlijk gebaseerd zijn op adviezen van de wapenindustrie.
- Ondanks het feit dat onderzoek in het kader van de Preparatory Action voor honderd procent gefinancierd zal worden door de EU, zullen alle onderzoeksresultaten eigendom worden van de betrokken wapenbedrijven (met enkel toegangsrechten voor de lidstaten indien zij een ontwikkelde technologie verder willen ontwikkelen). De meeste andere Europese projecten onder bijvoorbeeld het onderzoeksprogramma Horizon 2020 zijn tachtig procent gefinancierd door de EU en twintig procent gefinancierd door de deelnemers.
De buitensporige invloed van de wapenindustrie op het Europese besluitvormingsproces roept niet alleen vragen op over de legitimiteit van deze besluitvormingsstructuren. Het houdt ook het gevaar in dat het Europees buitenlands beleid militariseert.
De militaire technologieën die nu worden ontwikkeld, bepalen mee de oorlogsvoering van de toekomst. De Europese Unie is reeds gestart met de ontwikkeling van autonome wapens. Een wezenlijk publiek debat over de wenselijkheid van deze technologieën blijft uit, ondanks waarschuwingen van wetenschappers en van het Europees Parlement. Hoe deze technologieën veiligheidsuitdagingen tegemoet komen, is eveneens onduidelijk.
Wapenprogramma’s op grote schaal ontwikkelen en wapensystemen aankopen zijn noodzakelijk om de defensie-industrie rendabel te houden, is het nieuwe adagio van de EU. Hiermee ondersteunt ze enkel de bedrijfsbelangen van een militair industrieel complex. De vragen welke wapens dan ontwikkeld moeten worden en of ze nodig zijn, worden blijkbaar niet meer gesteld.
Het Europees Defensiefonds bestaat uit twee delen:
1. Een militair onderzoeksprogramma van 500 miljoen euro per jaar. De Commissie wil hiermee de ontwikkeling van controversiële technologieën zoals drones en killer robots ondersteunen.
2. Een ‘capaciteitsfonds’ van 5 miljard euro per jaar om de gezamenlijke ontwikkeling en de aanschaf van wapensystemen door de lidstaten te garanderen. De financiering wordt voor 80 procent door de lidstaten gedragen. Europa staat in voor de overige 20 procent als de lidstaten zich verbinden tot het kopen van het eindproduct. Bovendien moeten de lidstaten de aankoop van wapens via het Europees defensiebudget niet meerekenen in hun begrotingstekort. Met andere woorden, lidstaten moeten besparen op sociale voorzieningen, onderwijs, justitie en gezondheidszorg om de EU begrotingsnormen te halen. Maar miljarden uitgeven aan nieuwe wapensystemen wordt beloond.
perscontact: Bram Vranken: +32 (0) 497 13 14 64 – bram@vredesactie.be