door Herman Michiel (Ander Europa), mei 2011
[Dit is een omgewerkte en iets kortere versie van ‘Waarvoor Merkels Concurrentiepact toch nog goed was‘. Het verscheen ook in De Wereld Morgen]
âWat er plaatsgrijpt, is een stille revolutie, een stille revolutie op het vlak van sterker economisch bestuur, stap voor stap. De lidstaten hebben aanvaard â en ik hoop dat ze het correct begrepen hebben â ze hebben aanvaard dat een heel belangrijke macht bij de Europese instellingen komt te liggen op het vlak van toezicht, en een veel sterkere controle op de overheidsfinanciĂ«n.â
Dat zijn woorden die de voorzitter van de Europese Commissie, JosĂ© Manuel Barroso, hanteerde in verband met de âeconomic governanceâ, het economisch bestuur dat zijn Commissie weldra zal kunnen uitoefenen binnen de lidstaten van de Europese Unie (EU). Je denkt waarschijnlijk dat hij zijn uitspraak deed naar aanleiding van het beruchte âconcurrentiepactâ dat bondskanselier Angela Merkel samen met de Franse president Nicolas Sarkozy voorstelde in februari 2011. Of nee, daar was te veel tegenstand tegen, de Europese âpresidentâ Van Rompuy moest het herwerken, en het werd het Pact voor de Euro. Daartegen is toch betoogd door de vakbonden? Ze vrezen dat lonen, onderhandelingen, pensioenen allemaal onder Brusselse curatele komen te staan. Ah ja, nu herinner ik het me, op 24 maart, de bonden hadden wat onenigheid, de enen betoogden in de Wetstraat, de anderen op de Heyzel. Barroso zal in zijn nopjes geweest zijn, ruzie onder de bonden en eensgezindheid onder de regeringen, dank zij de loodgieterskunsten van vriend Van Rompuy. Het Europact was aanvankelijk maar voor de landen met de euro, maar zes anderen sprongen ook op de kar, we kunnen nu spreken van een Europluspact! Een silent revolution!
Nochtans dateren Barrosoâs woorden van heel wat vroeger, van juni 2010 om precies te zijn. Hoezo? Er was toen toch nog geen sprake van een pact?
Het loont de moeite om de timing van een en ander na te gaan; daaruit zal weliswaar blijken dat we ons lelijk bij de neus hebben laten nemen, maar het kan ook zeer nuttig zijn uit dergelijke fouten de lering te trekken.
Crisis in Euroland
Vanaf het voorjaar 2010 nam de crisisstemming in de Europese financiĂ«le beslissingscentra alleen maar toe. Europese Commissie, Europese Centrale Bank, ministers van financiĂ«n moesten op een aantal weekends een reddingsplan voor hun Muntunie improviseren. De trotse monetaire Titanic dreigde door de wankelbare financiĂ«le positie van een aantal lidstaten, in de eerste plaats van Griekenland, jammerlijk te verzinken. Zelfs het Internationaal Muntfonds (IMF) kwam eraan te pas, een instantie die normaal slechts door armlastige hoofdsteden van het Zuiden noodgedwongen wordt ontbodenâŠ
Berouw komt na de zonde, men had het eigenlijk altijd geweten: een muntunie kan niet zonder economische âconvergentieâ, zonder coördinatie, zonder gemeenschappelijk schuldbeheer, zonder overdrachten van economisch beter presterende regioâs naar zwakkere, zonder fiscale harmonisering enz. De liberale professor economie Paul De Grauwe had het sinds jaren verkondigd, en hij was niet de enige: de Europese Muntunie zou vastlopen. Naast het opzetten van steeds grotere reddingsfondsen voor steeds meer lidstaten (Griekenland, Ierland, Portugal âŠ) begon men in de Europese hoofdkwartieren dus ook noodgedwongen te denken aan het genezen van die congenitale constructiefout. Coördineer of verzuip! Maar de EU is de EU: vanaf de geboorte, en zeker vanaf de jaren tachtig, is het leitmotiv onderlinge concurrentie, niet: samenwerking. Het concurrentiegebod is in de verdragen ingeschreven, men probeerde het zelfs in een Europese grondwet te vereeuwigen, het is de gedachtenhorizon van de EU. Als er dus onevenwichten in de Unie ontstaan zijn, is het omdat sommige lidstaten achterop gebleven zijn in hun concurrentiekracht; coördineren betekent dus voor de EU: de achterblijvers tot beter concurreren verplichten.
De Europese plannenmakers hadden nog een andere les geleerd, die van de âLissabonstrategieâ . Dat was een bombastische verklaring waarmee men in 2000 decreteerde dat de EU tegen 2010 âde meest concurrentiĂ«le kenniseconomie ter wereldâ zou worden. Die âstrategieâ heeft niet gewerkt, want te vrijblijvend: beloftes onder staatshoofden en regeringsleiders, dat legt men al te gemakkelijk naast zich neer. Wettelijke verplichtingen, dat is wat we nodig hebben! En zo begon men in het voorjaar 2010 te schrijven aan wetteksten die de âconvergentieâ tot een succes zouden brengen, want met de arm der wet gedirigeerd. Wie schreef die wetsontwerpen? De Europese Commissie natuurlijk, ze zijn de enigen die daartoe gemachtigd zijn. Hoeveel ? Zes, daarom spreekt men van âsixpackâ. Waar zijn die teksten? Bij het Europees Parlement en bij de Raad van ministers van economie en financiĂ«n, je kunt ze op de Europese websites lezen. Wat staat erin? Daarover straks meer, want deze paragraaf is bijna vol. Echter nog plaats genoeg voor dit: sinds wanneer kennen onze politici de inhoud van die voorstellen? Zeker sinds 29 september 2010, want toen maakte de Europese Commissie ze bekend. Je ziet, als Barroso in juni 2010 sprak over âstille revolutieâ, ging het niet over het Europact, maar over deze op stapel staande wetten, waar de regeringen groen licht voor gegeven hadden. En nu over de inhoud.
Stabiliteit op zijn Europees
Vier van de zes teksten hebben het over de financiĂ«n van de lidstaten: streng toezicht door de Europese Commissie op overheidstekorten en staatsschulden door een strikte toepassing van het âStabiliteitspactâ (dat bepaalt dat overheidstekorten onder de 3% van het Bruto Binnenlands Product of BBP moeten blijven, staatsschulden onder de 60%), tussenkomst door Commissie en Raad in staten die deze normen dreigen te overschrijden, financiĂ«le bestraffing waar de goede raad niet opgevolgd wordt. Dit deel van het sixpack moet gezien worden in het licht van een andere recente Europese innovatie, die evenmin veel inkt deed vloeien maar reeds goedgekeurd werd door de Raad (ministers van financiĂ«n) op 7 september 2010 en nu al van toepassing is: het âEuropees Semesterâ en de âJaarlijkse Groeiramingâ. Hierdoor moet elke lidstaat jaarlijks in april een âStabiliteits- en Convergentieprogrammaâ indienen met een ontwerp van begroting (nog vóór het aan het nationale parlement wordt voorgesteld), en een macroeconomisch programma over meerdere jaren, dat moet goedgekeurd worden door de Commissie. Deze kan bv. oordelen dat het  pensioensysteem in de toekomst tot onevenwichten kan leiden. Elk land moet ook jaarlijks een âNationaal Hervormingsplanâ indienen, daarbij rekening houdend met de aanbevelingen die de Commissie doet in haar Jaarlijkse Groeiraming (bv. loonmatiging, herziening indexering, verhoging BTW, herziening pensioenleeftijd enz. enz.) Vier van de zes teksten preciseren dit  alles: aard van de mee te delen informatie, de manier waarop onevenwichten worden opgespoord, het soort ingrepen, de strafprocedures, enz.
âMacroeconomische onevenwichtenâ
De twee andere teksten zijn van nog veel algemenere aard: ze handelen over âmacroeconomische onevenwichtenâ, dus niet alleen over de staatsfinanciĂ«n maar over het economisch gebeuren in zijn geheel. De achterliggende redenering is dat staten in financiĂ«le problemen geraken omdat er iets scheelt aan hun concurrentievermogen. In het verleden werd er pas gereageerd als het te laat was, aldus de Commissie, en daarom zullen ze een âscorebordâ installeren per land, een stel macroeconomische parameters op de voet volgen, zodat âknipperlichtenâ waarschuwen dat een lidstaat begeleiding nodig heeft. Landen van de eurozone die de raad niet opvolgen kunnen een boete oplopen (0,1% van het BBP, voor BelgiĂ« dus een boete van zo ân 350 miljoen âŹ, voor Nederland ongeveer 600 miljoen).  Men moet zich goed realiseren dat op deze manier zowat het hele sociaal-economische terrein materie wordt waarover de Europese Commissie en de Raad dwingend kunnen tussenkomen. Het gaat over alles wat de competitiviteit kan hinderen, en wat kan dat niet? Lonen, belastingen, ontslagregelingen, pensioenen, werkloosheidsvergoedingen enz. Het is trouwens zeer moeilijk de verschillende maatregelen die momenteel gelanceerd worden geĂŻsoleerd te bekijken. Het Stabiliteitspact kan ingeroepen worden in verband met pensioenstelsels, de Jaarlijkse Groeiraming kan een regering aanmanen een loonindexeringssysteem af te bouwen (en deze regering uitnodigen het in haar Nationaal Hervormingsprogramma in te schrijven, zodat men niet meer kan beweren dat âEuropa het oplegtâ âŠ), als een knipperlicht op het Commissie-scorebord knippert kan men verzocht worden de ambtenarenlonen te bevriezen; en dan is er nog het Europact dat een soort copie is van dit alles. Het wettelijk en reglementair kluwen (Europese verordeningen en richtlijnen, nationale programmaâs, intergouvernementele akkoorden, correctief optreden van de Europese Commissie âŠ) zal ongetwijfeld zo ingewikkeld zijn, dat men er Ă lles mee kan doen.
De zes wetsvoorstellen moeten nog via het Europees Parlement passeren (maar bij slechts vier van de zes is goedkeuring door parlement en ministerraad vereist, bij twee andere is er enkel consultatie en beslist de ministerraad alleen.) Kan dit nog de dreiging tegenhouden, of toch enigszins afzwakken?
8 juni
Zeer waarschijnlijk spreekt het Europees Parlement zich daarover uit op 8 juni in Straatsburg.  Men zou er in eerste instantie kunnen van uitgaan dat rechtse vertegenwoordigers het zullen goedkeuren en linkse het afkeuren. Dat is ook wat de voorzitter van de overkoepelende Europese socialistische partij, Poul Rasmussen, eind februari aankondigde: âAls we die verschrikkelijke hervormingen niet dramatisch kunnen veranderen, dan zullen we verplicht zijn ons democratisch recht te gebruiken om ze te bestrijden. Wij zetten onze naam niet onder hervormingen die de werkersbelangen ondermijnen, en die katastrofale gevolgen zullen hebben voor de economie.â
Wat zijn dan de stemverwachtingen? De belangrijkste rechtse fracties, de Europese Volkspartij, de Europese liberalen (aangevoerd door Verhofstadt) en de fractie rond de Britse Conservatieven verenigen samen al 54% van de parlementairen, en ze worden meestal bijgestaan door de nog rechtsere formaties. Blijft over:  de Europese Socialisten en Democraten (S&D), de Europese Groenen en de kleine groep Europees Unitair Links (met o.a. het Franse Front de Gauche, de Nederlandse SP, de Duitse Linke en enkele communistische partijen), samen 37%. Op basis hiervan alleen al, kan men voorspellen dat het sixpack binnenkort wordt goedgekeurd. Men zal dan zonder overdrijven kunnen zeggen dat het Europees Parlement tegen de democratie heeft gestemd, want het zal het beetje democratische ruimte dat in de geneoliberaliseerde staten overbleef, cadeau doen aan een onverkozen neoliberale technocratie.
19 april
Maar onze hypothese dat rechts het zal goedkeuren en links het zal afkeuren, lijkt minder zeker dan je zou verwachten. Of moet je zeggen dat de hypothese van wie onder âlinksâ gerekend moet worden, minder zeker is dan we zo maar aannemen? Dit zijn de twijfels die men krijgt na de stemming over het âsixpackâ op 19 april in de 50-koppige parlementaire commissie Economie. Je moet weten dat standpunten en amendementen voorbereid worden in commissies van het Europees parlement. Een fractie stemt bij de beslissende plenaire zitting bijna altijd volgens het advies van haar vertegenwoordigers in een dergelijke commissie.
En? De socialisten hebben drie van de zes ontwerpen goedgekeurd en zich bij Ă©Ă©n onthouden (de vertegenwoordigers van de Franse PS stemden tegen vijf van de zes); de groenen keurden er drie goed en drie af. Te noteren valt dat beiden de twee ontwerpen rond macroeconomisch toezicht goedkeurden. Alleen de vertegenwoordigers van Europees Unitair Links stemden over de hele lijn tegenâŠ
Zeker, er werden tal van amendementen ingediend, een aantal al te aanstootgevende voorstellen werd verworpen (zo de pure provocatie om de boetes die de âslechteâ lidstaten moeten betalen, te verdelen onder de âgoedenâ), er werd gepoogd wat meer logica aan te brengen door bv. ook te grote exportoverschotten als een teken van onevenwicht te duiden. Maar voor een aantal aspecten werd het  sixpack nog gekruider dan de Europese Commissie het gedurfd of gehoopt had. De Europese Commissie krijgt nog meer gewicht, omdat in verschillende gevallen haar aanbevelingen automatisch aangenomen zijn, behalve als de Raad ze met gekwalificeerde meerderheid wegstemt (terwijl aanvankelijk de Raad expliciet moest instemmen). Sancties zouden nog vlugger ingaan dan aanvankelijk voorzien, budgettaire discipline nog strikter in de eurozone enz.
In een verklaring net na de stemming betreurt de sociaal-democratische fractie dat een meerderheid van conservatieven en liberalen niet bereid was hen te steunen in het verdedigen van investeringen, groei en jobs; ook voor de groenen is dit de grote frustratie. Wat hen blijkbaar veel minder stoort, is dat essentiĂ«le sociaal-economische beslissingen voortaan de bevoegdheid zijn van een onverkozen bureaucratie. Niet alleen ârechtsâ is dus blijkbaar van plan in juni te stemmen tegen de democratie⊠Helemaal verwonderlijk is dat niet, als men weet dat de leiders van de christen-democratische, liberale Ă©n socialistische fracties in het Europees Parlement op 11 maart 2010 in een gemeenschappelijke verklaring aandrongen op een âsterke â economic governanceââŠ
Verantwoordelijkheden
Het is hier niet de plaats om in te gaan op de vraag wie verantwoordelijk is voor de zwakte van âlinksâ in Europa in het algemeen, en in het Europees Parlement in het bijzonder. Maar zwak of sterk, Ă©Ă©n ding had âlinksâ kunnen en moeten doen: de bevolking waarschuwen dat de Europese instellingen zwanger waren van een gedrocht, dat met alle middelen moest bestreden worden. Dan zou democratie ook buiten de al bij al vrij onbekende cenakels van de Europese instellingen hebben kunnen spelen, dan had de zwakte op politiek vlak gecompenseerd kunnen worden door het sociaal overwicht van wie dergelijke plannen moet vrezen als de pest. Het gaat hier immers niet om een nieuw Bolkestein, het is een Bolkestein tot de tiende macht! Maar de socialisten hebben niet gewaarschuwd, de groenen evenmin. Enige verontrusting werd in schaarse opiniestukken slechts geventileerd toen het publiek een beetje dreigde geĂŻnformeerd te geraken via de mediabelangstelling voor het âpact van Merkelâ, een paar weken geleden dus. Nog eens: Merkel stelde niets origineels voor met haar concurrentiepact, ze schepte uit de ketel die sinds een jaar aan het pruttelen was, en waarover geen verontruste opiniestukken verschenen.
Ook de vakbonden, in de eerste plaats het Europees Vakverbond, zijn ernstig in gebreke gebleven.  Het EVV heeft al die tijd gemeend zich nuttig te maken door via lobbywerk amendementen in te fluisteren, maar het heeft niet gedaan wat de koepel van 60 miljoen vakbondsleden kon doen: tijdig waarschuwen en het verzet organiseren.
Aux armes, citoyens!
Alle reden dus om het mogelijke en het onmogelijke te doen om dit monster te bestrijden. Een aantal Europese Attacs lanceerde een petitie gericht naar de europarlementsleden. In Brussel werken de Comités action Europe/Actiecomités Europa (waarin heel wat syndicalisten van beide bonden) aan sensibilisering en protestacties. Hopelijk lanceren de vakbonden ook op de valreep nog gepaste initiatieven. Dit alles zal niet volstaan om de EU in een andere richting te dwingen, maar het kan het begin zijn van een werkelijke Europese strijd voor een ander Europa.