door Herman Michiel, 13 maart 2015
Van 9 tot 12 maart vergaderde het Europees Parlement in Straatsburg. Het zou onbegonnen werk zijn de besprekingen ook maar in grote lijnen weer te geven, want de thema’s lopen uiteen van de toestand in Venezuela tot het bestrijden van kindermisbruik op internet, en van het beleid van de Europese Centrale Bank tot de moord op Nemtsov [i]. Overdreven veel belang moet aan deze parlementaire zittingen trouwens niet gehecht worden. In veel gevallen, wanneer het over het buitenlandbeleid gaat bijvoorbeeld, is het resultaat van de besprekingen hoogstens een niet bindende resolutie. En het Parlement mag vinden van de Europese Centrale Bank wat het wil, over het beleid ervan heeft het niets te zeggen. Het is ook voldoende bekend dat het Parlement zelf geen wettelijke initiatieven kan nemen, want die moeten van de Commissie komen.
Toch is het niet zonder belang de opstelling van de europarlementsleden op te volgen. Dat laat immers zien in welke richting de neuzen van de politieke groepen [ii]in Europa wijzen. Of een liberaal politicus nu bij de ALDE-fractie zetelt in het Europees parlement, voor de VLD of VVD in een nationaal parlement zit of minister is in een regering, de oriëntering zal meestal dezelfde zijn en kaderen in de (nationale en Europese) partijopstelling. Idem voor christendemocraten en aanverwanten van de EVP-fractie, de sociaaldemocraten van S&D, groenen (Groenen/EVA), radikaal links (GUE), enzovoort. In hun communicatie met de burger gunnen politici zichzelf vaak een grote – soms dichterlijke – vrijheid in de weergave van hun intenties, maar bij stemmingen in een halfrond gaat het er meestal prozaïscher aan toe.
Laat ons dus eens kijken naar enkele besprekingen en stemmingen bij de laatste plenaire sessie van het Parlement.
Ode aan de concurrentie, steun aan ISDS
In een resolutie geeft het Europees Parlement zijn volle steun aan het concurrentiebeleid zoals het door de Commissie wordt gevoerd. Een niet bindende, maar hoogst ideologische resolutie. Bijvoorbeeld een herbevestiging van wat je de Europese doopbeloften kunt noemen: “Het Europees Parlement verwelkomt het feit dat de economische dimensie van de Europese Unie in de Verdragen vastgelegd is als een open markteconomie met vrije concurrentie.” Het Parlement is ook van oordeel dat er een ‘aangepaste belastingspolitiek’ moet zijn om industriële groepen te helpen in de globalisering. We vermoeden dat dit geen oproep is om het kapitaal meer te laten bijdragen in een rechtvaardiger belastingsysteem. Tussen de tientallen aansporingen aan het adres van de Commissie vinden we er ook eentje voor “vrije maar eerlijke concurrentie in alle transportmodes”, met verwijzing naar de spoorwegen en het havenbeheer; er is nochtans weinig gevaar dat de Europese Commissie teveel zou neigen richting overheidsmonopolies. Van de europarlementariërs waren er 76% voor deze resolutie, 16% tegen en 9% onthielden zich. Alle groenen stemden voor, evenals 152 van de 191 sociaaldemocraten [iii].
Interessant is dat er door radikaal links (GUE) een amendement werd voorgesteld dat zich uitspreekt tegen ISDS, de beruchte investeerdersbescherming via uitzonderingsrechtbanken in vrijhandelsakkoorden zoals TTIP en CETA. Het amendement kreeg geen meerderheid, maar naast de GUE werd het gesteund door de groene fractie (en eurosceptici van EFDD en uiterst rechtse niet ingeschrevenen). Een vijftigtal sociaaldemocraten (S&D) stemde voor, maar de meesten onthielden zich. Binnen deze politieke fractie bestaat inderdaad een grote vertwijfeling over de kwestie; veel leden van de Franse socialistische volksvertegenwoordiging zijn tegen ISDS, maar worden door de regering Valls-Hollande onder druk gezet om hun verzet op te geven. Ook van de Duitse SPD waren tegenstrijdige geluiden te horen, en uit andere hoofdkwartieren is niets te horen.
Europese Centrale Bank: alles kits …
In een andere resolutie kon het Europees Parlement zich uitspreken over het activiteitenverslag van de ECB in 2013. Wat je je hier onmiddellijk bij afvraagt is welke partijen van de gelegenheid gebruik zullen maken om hun verzet te tonen tegen een machtig instituut dat aan elke democratische controle ontsnapt, en een verwerpelijke rol speelde als één van de drie kompanen van de Trojka. Verzet verwachten we natuurlijk niet uit rechtse hoek, maar van wie zich uitgeeft voor links. Welnu, ECB-voorzitter Draghi moet zich geen zorgen maken, zijn beleid kan op de volledige instemming rekenen van de ‘Grote Coalitie’ bestaande uit christendemocraten van EVP, liberalen van ALDE en sociaaldemocraten van S&D. Uit deze fracties kwam geen enkele tegenstem, zelfs geen enkele onthouding; allen als één blok achter hun Centrale Bank! Nogal pijnlijk dat ‘socialisten’ zich op die manier laten voorbijsteken door rechtse fracties als EFDD en ECR, die de dwangpolitiek van de ECB tegen landen als Griekenland en Portugal aanklagen. Positief is dat de groene fractie unaniem tegenstemde, terwijl er bij radicaal links naast de vanzelfsprekende neen-stemmen merkwaardigerwijs een aantal onthoudingen waren (en dan nog uit Griekenland; een poging om goodwill te creëren?).
Neoliberale dwangbuis, Europees Semester genoemd
Het Europees Semester is het jaarlijks terugkomend ritueel (sinds 2011) waarbij de Europese Commissie zich uitspreekt over de begrotingen van de lidstaten, toezeggingen verwacht over hervormingen van de arbeidsmarkt, dwangprogramma’s oplegt aan lidstaten met ‘macro-economische onevenwichtigheden’, enzovoort. De Commissie beroept zich hiervoor op Europese wetgeving zoals het sixpack, twopack, Begrotingsverdrag enzovoort, de neoliberale dwangbuis waarvoor de eurocrisis als alibi diende.
Over de toepassing van deze dwangbuis in het voorbije jaar kon het Parlement zich dus uitspreken. Er worden veel juiste vaststellingen gedaan. Zo betreurt men dat “de soberheidmaatregelen die door de EU opgelegd werden met het oog op het herstel van het investeringsklimaat alleen geleid hebben tot een verslechtering van de tewerkstelling en de sociale omstandigheden in heel de EU, met hogere werkloosheid, armoede en ongelijkheid als gevolg.” Er wordt vastgesteld dat de helft van de in 2014 gecreëerde jobs tijdelijk zijn, en dat een job geen garantie is om uit de armoede te geraken. Enzovoort. Maar wat zijn de aanbevelingen van het Parlement? Men vindt er vrome wensen als “in het Europees Semester moeten tewerkstelling en sociale overwegingen op gelijke voet gesteld worden met het macro-economische.”, en er is een oproep om werk te maken van de strijd tegen fiscale fraude. Maar tegenover de vaststelling dat de soberheidmaatregelen die door de EU opgelegd werden alleen geleid hebben tot een verslechtering van de tewerkstelling en de sociale omstandigheden in heel de EU zou men een kordaat pleidooi verwachten om het over een andere boeg te gooien. Dat is niet het geval. Er wordt veel gesproken over investeringen, maar “binnen de regels van het Stabiliteitspact”; aan de Commissie wordt dan wel gevraagd om deze regels zo flexibel mogelijk te interpreteren… Niettegenstaande de reeds vernoemde vaststelling van de mislukking van het soberheidsbeleid, blijft de horizon die van de flexibele arbeidsmarkt en deregulering. Punt 49 van de resolutie vat het kernachtig samen:” Het Europees Parlement gelooft dat de lidstaten alleen kunnen jobs creëren als de markt het toestaat, als de arbeidskracht gekwalificeerd is, als de arbeidsmarkt voldoende flexibel is, indien de arbeidskost inclusief de lonen in lijn zijn met de productiviteit, indien de systemen voor sociale bescherming werk aantrekkelijker maken en indien regulering proportioneel en op evidentie gebaseerd is.” Voor die kwalificatie van de arbeidskracht ziet men heil in “cooperation between businesses and the education sector at all levels“.
Hoe werd hierover geoordeeld ? Haast unanieme instemming bij de ‘Grote Coalitie’ EVP-S&D-ALDE (de meeste tegenstemmen dan nog bij de liberalen) maar op drie onthoudingen na keurden ook alle groenen dit goed. Ook hier werd het de rechtse ‘euroscepici’ en extreem-rechts (die tegen stemden) gemakkelijk gemaakt om zich op te werpen als de verdedigers van de welvaartstaat.
Bij één gelegenheid ontstond een links front zoals men het zich vaker zou wensen, namelijk bij het amendement van radicaal links ter ondersteuning van collectieve arbeidsovereenkomsten. GUE, S&D en Groenen waren samen voor, maar iets meer stemmen uit het rechtse blok kelderden het amendement.
Besluit
Als weerspiegeling van de politieke verhoudingen in de EU bevestigt deze ‘inkijk’ in een sessie van het Europees Parlement de vaststelling die we ook in de meeste lidstaten kunnen maken. Er is een ‘Grote Coalitie’ van christendemocraten (EVP), sociaaldemocraten (S&D) en liberalen (ALDE) die het eens zijn over de essentiële lijnen van het soberheidsbeleid, en die dit beleid binnen de lidstaten en via de Europese instellingen doorvoeren. Extreem-rechts en rechtse demagogen kunnen zich daardoor vaak opwerpen als sociale partijen die het opnemen voor de welvaartstaat. Radicaal links is na de Europese verkiezingen van 2014 iets sterker vertegenwoordigd in het Parlement (52 van de 751 leden) en kan af en toe met een gepast initiatief een appél maken aan het adres van groenen en eventueel linksere sociaaldemocraten.
Van veel groter belang dan deze ‘papieren oppositie’ is evenwel de uitdaging die SYRIZA in Griekenland en weldra Podemos in Spanje stellen voor de grote Europese consensus. Uit onze ‘momentopname’ is nergens een scheurtje gebleken in deze consensus. S&D, alle solidariteitsverklaringen met de Grieken ten spijt, blijft een trouwe coalitiepartner. Maar een coalitiepartner kan van de kaart verdwijnen, dat is wat met PASOK in Griekenland gebeurde…
(Voor de resultaten van de stemmingen maakten we gebruik van de uitstekende website http://www.votewatch.eu/.)
[i] Nieuwsgierigen kunnen de agenda van de plenaire sessie inkijken.
[ii] Zie ons overzicht Groepen (fracties) in het Europees Parlement.
[iii] Het moet gezegd worden dat de GUE-zich in meerderheid onthield. Tegenstemmers waren o.a. Dennis De Jong en Anne-Marie Mineur (SP Nederland) en Anja Hazekamp (Nederlandse Partij voor de dieren), en diverse leden van het Spaanse Podemos.