door Corporate Europe Observatory (CEO)
verschenen op 28 juni 2021 onder de titel Conquering EU courts?
Nederlandse vertaling: Globalinfo
Dit is de voorstelling van een onderzoek verricht door CEO (Conquering EU courts? Big business lobbies in secret for new legal privileges in the EU). Een (Engelse) samenvatting vindt u hier. Het bedrijfsactivisme rond rechtspraak komt ook aan bod in een andere recente CEO-publicatie, die het heeft over het verzet van de bedrijfslobby’s tegen wetgeving over schendingen van mensenrechten en leefmilieu. Zie Zal de EU bedrijven verantwoordelijk stellen voor hun (wan-)daden?
De Europese Commissie werkt momenteel aan een voorstel ter bescherming van grensoverschrijdende investeringen in de EU, dat in het najaar van 2021 moet worden gepubliceerd. Er zijn verontrustende tekenen dat het nieuwe voorstel enorme nieuwe juridische privileges voor ondernemingen zou kunnen bevatten – precies waar grote banken, advocatenkantoren en lobbygroepen van grote ondernemingen op hebben aangedrongen. Een nieuw EU-hof dat uitsluitend voor ondernemingen is bestemd, zou de Europese regeringen ertoe kunnen dwingen grote bedrijven enorme bedragen te betalen als compensatie voor regelgeving die is ingevoerd om werknemers, consumenten en het milieu te beschermen. Het serieuze financiële risico dat zo’n hof zou creëren, namelijk het moeten betalen van aanzienlijke schadevergoedingen, zou regeringen er uiteindelijk van kunnen weerhouden om regelgeving op te stellen die in het algemeen belang is.
De aanhoudende lobbycampagne van bedrijven voor nieuwe wettelijke privileges is begonnen na een baanbrekend arrest van het Hof van Justitie van de EU (EHJ in maart 2018. Het Hof maakte een einde aan tientallen bilaterale investeringsverdragen (BIT’s) die EU-lidstaten met elkaar hadden gesloten. Deze verdragen stonden investeerders toe om nationale rechtbanken te omzeilen wanneer staatsbesluiten hun investeringen belemmerden en in plaats daarvan lidstaten voor de rechter te dagen voor tribunalen waar drie particuliere advocaten het oordeel konden vellen. Het EHJ oordeelde dat deze vorm van geschillenbeslechting (bekend als investor-state dispute settlement of ISDS) onwettig was, omdat zij de EU-rechtbanken buitenspel zette. Als gevolg daarvan worden nu ongeveer 130 intra-EU BIT’s beëindigd.
De uitspraak van het Hof veroorzaakte een schokgolf door de zakenwereld en de juridische gemeenschap, gezien het risico dat de aanzienlijke winsten die zij hadden gemaakt met ISDS-procedures, hierdoor in gevaar kwamen. Lobbygroepen uit het bedrijfsleven mobiliseerden zich snel en begonnen bij de Europese Commissie te lobbyen om een nieuw parallel rechtssysteem te creëren, vergelijkbaar met de oude intra-EU BIT’s, maar verenigbaar met het EU-recht. Het nieuwe rapport van Corporate Europe Observatory brengt hun verborgen lobbycampagne aan het licht.
Grote bedrijven vechten terug
In 2019 en 2020 hebben lobbyisten van het bedrijfsleven ten minste een dozijn vergaderingen gehouden met de verantwoordelijke afdeling van de Europese Commissie, DG FISMA (directoraat-generaal Financiële stabiliteit, financiële diensten en kapitaalmarktenunie), volgens interne documenten die via de EU-regels inzake vrijheid van informatie zijn vrijgegeven. Ook overspoelde het bedrijfsleven de mailboxen van de Commissie met brieven en standpuntnota’s waarin werd opgeroepen tot een nieuwe rechtbank voor ondernemingen. Op spraakmakende evenementen herhaalden bedrijfsleiders de boodschap dat er nu niet genoeg rechtsbescherming is voor bedrijven in de EU.
Grote banken (zoals de op één na grootste bank van Duitsland, de Commerzbank), financiële verenigingen (waaronder de Europese Bankenfederatie en de aandeelhouderslobby Deutsches Aktieninstitut) en andere beruchte lobbygroepen van grote ondernemingen (zoals BusinessEurope en de Vereniging van grote Franse ondernemingen – AFEP) waren bijzonder actief in de lobbycampagne. Ook bedrijfsjuristen en, meer recentelijk, lobby-adviesbureaus waren hierbij betrokken.
De boodschap van Big Business en zijn lobbyisten was steeds dezelfde: de beëindiging van de intra-EU BIT’s “zou investeerders zonder passende rechtsbescherming laten” op de interne markt van de EU (zoals Duitse lobbygroepen uit het bedrijfsleven in een brief van juni 2019 aan de Commissie schreven). Dit werd gevolgd door een dreigement. “Dit gebrek aan bescherming kan EU-bedrijven ertoe aanzetten buiten de EU te investeren”, met als gevolg een “verminderde instroom van kapitaal in de EU en minder belastinginkomsten” (standpuntnota van de Europese Bankenfederatie van juli 2019). De Commissie moest dus dringend een nieuw rechtskader creëren om EU-ondernemingen te beschermen.
De alarmerende bewering van de industrie dat investeerders door de afschaffing van intra-EU BIT’s zonder passende rechtsbescherming zullen komen te zitten, is niet veel meer dan een paniekzaaierij. Op de interne markt van de EU kunnen investeerders rekenen op een lange lijst van rechten en beschermingen, waaronder het recht op eigendom, non-discriminatie, het recht om voor een autoriteit te worden gehoord en het recht op een doeltreffende voorziening in rechte en op een onpartijdig gerecht. Ook het EU-scorebord voor justitie – het belangrijkste gegevensinstrument om de kwaliteit van de rechtsstelsels van de EU te monitoren – laat geen bewijzen zien van systematische onheuse behandeling van buitenlandse investeerders in de EU-lidstaten. Dit gebrek aan bewijs betekent dat het zeer moeilijk zou zijn om speciale wettelijke bescherming te rechtvaardigen voor ondernemingen (in tegenstelling tot bijvoorbeeld journalisten of mensenrechtenactivisten).
Bedrijven willen een parallel rechtssysteem voor henzelf
De belangrijkste eis van het grootkapitaal is een nieuw systeem voor het beslechten van geschillen tussen investeerders en staten binnen de EU, waardoor het bedrijfsleven de nationale rechtbanken van de EU-lidstaten kan vermijden. Er worden verschillende opties voorgesteld, waaronder een nieuw EU-investeringstribunaal dat alleen toegankelijk zou zijn voor bedrijven. Bedrijven, die duidelijk maken dat ze vertrouwen op financiële pressietactieken om regeringen tot onderwerping te dwingen, stellen dat alleen “het risico van een gerechtelijke procedure een prikkel is voor de overheid om een dialoog aan te gaan met investeerders” (Duitse industrielobbygroepen in een brief aan de Commissie, juni 2019).
Het bedrijfsleven wil de EU-wetgeving zodanig wijzigen dat deze een afspiegeling vormt van de omvangrijke bescherming van investeerders en de lukrake speculatieve schadeberekeningsmethoden die gebruikelijk zijn in het internationale investeringsrecht. Bepalingen zoals eerlijke en billijke behandeling moeten “gecodificeerd, gespecificeerd en verder ontwikkeld” worden in nieuwe EU-wetgeving, aldus Commerzbank en het Deutsches Akieninstitut. Dit zou de kosten voor regelgeving in de EU in verband met het algemeen belang kunnen opdrijven, waardoor het voor het bedrijfsleven gemakkelijker zou worden om grote bedragen aan schadevergoeding uit de staatskas te laten betalen.
Maakt de Commissie de weg vrij voor een nieuwe machtsgreep door het bedrijfsleven?
In een non-paper [discussiedocument] van de Europese Commissie van september 2020 worden zorgwekkende opties geschetst voor zowel de inhoudelijke rechten van investeerders als het nieuwe systeem voor de beslechting van geschillen tussen investeerders en staten binnen de EU, waaronder de oprichting van een gespecialiseerd investeringshof op EU-niveau. De Commissie lijkt er ook op gebrand nieuwe privileges voor het bedrijfsleven in te stellen om zich nog meer en nog vroeger in beleidsprocessen te mengen.
De invoering van nieuwe normen op het gebied van het investeringsrecht en een EU-breed systeem om deze te handhaven zou regeringen uiteindelijk kunnen ontmoedigen en verhinderen om in het algemeen belang regelgeving op te stellen wanneer hun voorstellen door machtige economische actoren worden tegengewerkt. En dit is precies wat het grootkapitaal wil. Zoals EuroChambres, de vereniging van Europese kamers van koophandel, duidelijk maakte: “Bedrijven zijn niet tegen maatregelen die gemeenschappelijke belangen beschermen die van belang zijn voor de samenleving als geheel, maar ze mogen niet nadelig zijn voor de investeringen van bedrijven”.
Vakbonden, consumenten- en milieuorganisaties zijn fel gekant tegen nieuwe speciale rechten voor buitenlandse investeerders. Zij zijn van mening dat eventuele tekortkomingen van de rechtsstaat in de EU moeten worden aangepakt op een manier die de rechtsbehandeling van alle burgers verbetert, en niet door het creëren van extra wettelijke privileges voor een klein aantal reeds zeer machtige en beschermde economische actoren. Zij hebben ook kritiek geuit op de tegenstelling tussen de aanpak van de Commissie van de bezorgdheden van de civiele maatschappij en die van de ondernemingen. Zoals de Oostenrijkse Kamer van Arbeid opmerkte: “Terwijl de Commissie lange tijd verzoeken heeft genegeerd van werknemers om sociale minimumnormen voor de EU te creëren, hebben klachten over het gebrek aan bescherming voor investeerders de Commissie er daarentegen onmiddellijk toe aangezet een raadpleging over deze kwestie te houden.”
Niettegenstaande ISDS eerder al schipbreuk leed, lijkt het erop dat zulke superrechten voor investeerders weer helemaal terug van weggeweest zijn. Als de campagne van de bedrijfslobby slaagt, zou een nieuw EU-breed systeem van bedrijfsvoorrechten een impuls kunnen geven aan de langlopende strategie van grote ondernemingen om de democratie te ondermijnen en bedrijfswinsten te bevoordelen, tegen aanzienlijke kosten voor het publiek. Maar als dit voorstel wordt verworpen, zou dat het einde kunnen betekenen van bedrijven die hun eigen parallelle rechtssysteem gebruiken om regeringen aan te klagen omdat die het lef hebben wetgeving te maken in het algemeen belang.
Laat een reactie achter