Komende evenementen

GroenLinks evalueert grondwetcampagne; Wilders promoten en handjeklap met Van Baalen

door Willem Bos, feb. 2006

De campagne van GroenLinks rond het referendum over de Europese Grondwet vorig jaar werd een debacle. Slechts een nipte meerderheid van de eigen aanhang kon overtuigd worden om voor te stemmen. Wat ging er mis? Grenzeloos kreeg de tot nu toe intern gebleven evaluatie in handen, waaruit een schokkend beeld naar voren komt van de achtergronden en motieven bij de mislukte strijd voor een ‘ja’.

GroenLinks is een sterk pro-Europese partij en één van de initiatiefnemers voor het referendum over de Europese Grondwet, op 1 juni vorig jaar. Je zou dus verwachten dat voor dit referendum alles uit de kast is gehaald; dat de partij de gelegenheid zou aangrijpen om het publieke debat over Europa een impuls te geven en zich naar een breed publiek toe als een progressieve, pro-Europese partij te profileren.

Het tegendeel blijkt waar. Meer dan een mini-campagne zit er niet in. Van een duidelijke, progressieve invulling hiervan is bovendien geen sprake. De linkse tegenstanders van de grondwet zijn het voornaamste doelwit. Hen moet koste wat kost de wind uit de zeilen worden genomen, desnoods door Geert Wilders te promoten.

Van Baalen en Wilders

Voor de totale campagne wordt 50.000 euro uitgetrokken, bestemd voor posters, flyers en reclame op stations. De inhoudelijke voorbereiding van de campagne is zeer beperkt. Er wordt één interne informatie-avond georganiseerd over de Grondwet en de campagne waar veertig (van de 240) afdelingen aanwezig zijn. ‘Van een tweede bijeenkomst is het wegens tijdgebrek niet gekomen’, merkt het verslag op.

De doelstelling van de campagne bestaat uit drie punten. ‘Behalen van een meerderheid voor de EU Grondwet; GroenLinks profileren als onderdeel van een brede Europese groene beweging en als initiatiefnemer van het referendum; binden van kiezers aan GroenLinks, o.a. via het inzetten van het burgerinitiatief.’

De campagne richt zich op twee groepen. De eigen achterban, die zich ‘goed moet voelen bij het standpunt van GroenLinks’ en ‘progressieve kiezers, met speciale aandacht voor de SP-kiezers’. Centraal staat het versterken van de positie ten opzichte van de SP. ‘Dit is een moment waarop we duidelijk kunnen maken hoe we verschillen met de SP’, legt het campagneplan uit.

Dit uitgangspunt leidt tot een verrassende benadering. In de evaluatie wordt die omschreven als een ‘strategische poging om niet de SP, maar rechts (Wilders) het gezicht van de nee-campagne te laten worden.’ Met een Wilders-stempel op de Nee-campagne hoopt GroenLinks de SP als tegenstander van de Grondwet in verlegenheid te brengen. Naast het promoten van Wilders past ook het ‘afstemmen’ van de campagne met VVD-woordvoerder Van Baalen in deze benadering.

Handjeklap

Het campagneplan benadrukt dat GroenLinks weliswaar ‘een genuanceerde boodschap heeft, die we ook als zodanig willen brengen’, maar, zo wordt daaraan toegevoegd, ‘desondanks hoeven we populistische uitspraken niet te schuwen.’

In de praktijk betekent dit dat ook onjuiste informatie over de Grondwet niet geschuwd wordt. Zo stelt Femke Halsema in Twee Vandaag dat de Grondwet alleen militaire interventies met een VN-mandaat toestaat. Dit als reactie op VVD’er Van Baalen die – geheel naar waarheid – het tegendeel beweerde. In de Grondwet (artikel 41) is immers geen sprake van een VN-mandaat, maar alleen van handelen ‘overeenkomstig de beginselen van het Handvest van de VN.’

‘Hier was afstemming vooraf nodig geweest’, wordt in de evaluatie over dit debat opgemerkt. En dan wordt niet bedoeld afstemming tussen Halsema en de Grondwet-deskundigen van GroenLinks, maar met de woordvoerder van de VVD. Met Van Baalen had afgesproken moeten worden dat hij zou zwijgen over de voor GroenLinks onaangename waarheid over militaire interventies. Dat deze afstemming mislukte, zo lezen we in het verslag, ‘lag aan Van Baalen, die niet tijdig op onze afstemmingspoging reageerde.’

Met dank aan Fischer

Het is de bedoeling dat de afdelingen zich beperken tot het uitdelen van de flyers op de laatste twee dagen voor het referendum. Discussies met linkse tegenstanders van de Grondwet moeten worden vermeden. De afdelingen wordt afgeraden om debatten te organiseren, ‘zeker met de SP als tegenstander’. Aan andere linkse tegenstanders van de Grondwet, zoals het comité Grondwet Nee en publicist Ronald Plasterk, wordt in het rapport geen woord vuil gemaakt. Het verzet tegen de Grondwet binnen GroenLinks wordt als ‘een enkele dissident’ afgedaan. De verontwaardiging binnen het campagneteam is dan ook groot als het GroenLinks Magazine toch tegenstanders van de Grondwet aan het woord laat, en ‘zelfs SP’er Erik Meijer een podium geeft’.

Een belangrijk deel van de afdelingen trekt zich niets aan van de oekaze. Zij organiseren inhoudelijke debatten met de SP, Grondwet Nee en anderen. Uiteindelijk weet GroenLinks een groot deel van de eigen achterban niet te overtuigen van het nut van de Grondwet. Uit onderzoek van GroenLinks zelf blijkt dat vijftien procent van de nee-stemmers onder de eigen aanhang dat deed omdat ze de ja-campagne niet overtuigend vond. Het rapport gaat zelfs zo ver om te stellen dat het aan de Duitse minister van Buitenlandse Zaken te danken is dat toch nog een krappe meerderheid onder de eigen aanhang voor het ‘ja’ werd gewonnen. Het is ‘niet onwaarschijnlijk’, zo schrijft het rapport, ‘dat een meerderheid van de GroenLinks-aanhang tegen de Grondwet zou hebben gestemd als Joschka Fischer geen sterk interview had gegeven aan Buitenhof, waarin hij de Grondwet in het historisch perspectief van de opheffing van de naoorlogse deling van Europa plaatste.’

Achter de schermen

Veel aandacht wordt besteed aan het werk achter de schermen. Het evaluatieverslag geeft daar een aardig inkijkje in. Zo is er regelmatig contact met het ministerie van Buitenlandse Zaken en worden de vrijdagse lunches van Beter Europa, de club van Lousewies van der Laan (D66) en Michiel van Hulten (PvdA), trouw bezocht. Met de voorlichter van de referendumcommissie – eerder werkzaam bij GroenLinks – heeft de partij een goede ingang bij de commissie. In tegenstelling tot andere belanghebbenden krijgt GroenLinks al voor de publicatie van de subsidieregeling inzicht in de daarin genoemde criteria. Dat leidt er overigens niet toe dat de op dierentransporten toegespitste aanvraag van GroenLinks door de commissie wordt gehonoreerd.

Succesvoller is de bemoeienis met de Referendumwijzer van het Instituut voor Publiek en Politiek (IPP). Dit door het ministerie van Binnenlandse Zaken gefinancierde instrument wordt als een neutrale kieswijzer gepresenteerd. In de praktijk blijkt het een van de meest effectieve onderdelen van de ja-campagne. Hoe je de wijzer ook invult, het lijkt vrijwel onmogelijk om niet een positief stemadvies te krijgen.

De GroenLinks-evaluatie is zeer positief over de stemwijzer. ‘Het belang van de Referendumwijzer van het IPP is door GroenLinks meteen erkend. Zowel Gerrit Plas (Wetenschappelijk Bureau) als Richard Wouters (projectteam) hebben zich actief bemoeid met de concept-stellingen voor de Referendumwijzer, door het leveren van kritiek en het aandragen van suggesties. Mede daardoor kwamen de ‘groene’ pluspunten van de Grondwet goed aan bod: de Grondwet was goed voor milieu, dierenwelzijn en duurzame energie, aldus de Referendumwijzer.’ In de evaluatie valt ook de naam van IPP-directrice en projectcoördinatrice van de Referendumwijzer Nel van Dijk, voorheen namens GroenLinks lid van het Europees Parlement. Zij staat bij het lijstje GroenLinks-leden dat zich in de media voor de ja-campagne heeft ingezet.

Linkse samenwerking

De evaluatie beperkt zich tot de praktische en organisatorische kanten van de campagne. Nergens wordt de vraag opgeworpen of het hele idee van een ja-campagne door GroenLinks nu wel zo goed was. Natuurlijk pleit het voor een politieke partij dat ze vasthoudt aan haar principes, ook als de overgrote meerderheid van het electoraat en een zeer aanzienlijke minderheid van haar eigen aanhang er anders over denkt. Maar de steun aan de Grondwet was voor GroenLinks nooit een volledige steun. Op vele punten moest hij verbeterd worden. Het uitgangspunt van GroenLinks was dat deze Grondwet op dit moment het best mogelijke compromis was. Daarbij werd vooral gekeken naar de samenstelling van het Europese Parlement, die volgens GroenLinks geen beter compromis mogelijk maakte.

Het is – al is het maar als gedachte-experiment – interessant om te kijken wat er zou zijn gebeurd als de leiding van GroenLinks een andere keuze had gemaakt. Als gekozen was voor een ‘nee’ als startpunt voor een beter Europa. Een meerderheid van de aanhang had dit standpunt gedeeld. Uit het onderzoek van GroenLinks blijkt dat 7 procent van haar aanhang voor heeft gestemd omdat de partij voor was. Je mag er van uitgaan dat die mensen bij een nee-campagne tegen hadden gestemd. Dat zou al geleid hebben tot een meerderheid van 55 procent nee-stemmers onder de achterban. In werkelijkheid zou wellicht een nog veel groter deel van de aanhang door een actieve nee-campagne zijn overtuigd.

Daarmee had GroenLinks de linkse nee-stem versterkt en had ze samen met de SP en een meerderheid van de achterban van de PvdA (63 procent van de PvdA-aanhang stemde tegen de Grondwet) zich duidelijk voor een ander Europa uitgesproken. Dat had de discussie over linkse samenwerking een nieuwe impuls en een nieuwe richting kunnen geven.

Toekomst Europa

De partijtop heeft anders gekozen, en zeker achteraf lijkt de leiding niet geneigd om dat standpunt ter discussie te stellen. Rest de vraag wat de opstelling van de partij nu verder zal zijn ten aanzien van Europa.

Eén punt springt er in de evaluatie uit: de versterking van Europa ten opzichte van de Verenigde Staten. Uit een peiling van TNS-NIPO blijkt dat 17 procent van de GroenLinks-aanhangers die voor stemden het argument ‘de Grondwet versterkt de EU ten opzichte van de VS’ als belangrijkste reden aanvoerde. Aangezien dat ook door 23 procent van de (schaarse) SP-aanhangers die voor stemden als belangrijkste argument wordt genoemd, concludeert de evaluatie: ‘Dat bevestigt dat we de SP om de oren moeten blijven slaan met het feit dat zij geen alternatief biedt voor de Amerikaanse suprematie.’

Het lijkt er op dat GroenLinks de SP en ander linkse tegenstanders van de Grondwet, omdat ze het militaristische karakter van de Grondwet afwijzen, als pro-Amerikaans wil neerzetten.

Een tweede belangrijk punt voor GroenLinks is wat de partij zelf ‘de spelregels’ noemt. Op het GroenLinks congres op 11 februari 2006 is een motie over de toekomst van Europa aangenomen. Daarin staat dat die nieuwe spelregels moeten worden vastgelegd in een nieuw verdrag ‘dat meer duidelijkheid moet bieden over de taken die de EU wel en niet toekomen’. Om tot een dergelijk verdrag te komen moet er een nieuwe Europese Conventie komen. ‘Deze Conventie moet rechtstreeks gekozen vertegenwoordigers van de burgers van de lidstaten omvatten.’ Daarmee lijkt GroenLinks volledig het standpunt van Grondwet Nee overgenomen te hebben. Lijkt, want bij nauwkeurige lezing valt op dat er niet staat dat de leden van de Conventie door de burgers worden gekozen.

Gevraagd om een toelichting legt de opsteller van de motie, Richard Wouters, uit: ‘De vorige conventie bestond zowel uit vertegenwoordigers van de bevolking (in de vorm van parlementsleden, wb) als van de regeringen. Vanuit Nederland waren dat respectievelijk een lid van de Tweede en de Eerste kamer en een door de regering aangewezen lid. Wij willen nu dat die vertegenwoordigers van de bevolking rechtstreeks worden gekozen. Daarnaast moeten natuurlijk de regeringen vertegenwoordigd zijn.’ De tegenwerping dat dan dus de regeringspartijen dubbel vertegenwoordigd zijn, verwerpt hij. ‘Je kan nu eenmaal niet om de regeringen heen, zo werkt dat in Europa.’

Het is duidelijk dat er nog een behoorlijke kloof bestaat tussen degenen die door middel van een democratisch proces willen komen tot een ‘ander Europa’ en de plannen voor een hervorming van het bestaande Europa, zoals GroenLinks die voorstaat. In april zal GroenLinks de discussie over de toekomst van Europa weer oppakken, onder andere op een aantal openbare avonden. Dan zal blijken hoe de achterban erover denkt. Dan ook hebben voorstanders van een ander Europa de mogelijkheid om steun voor hun standpunt te verwerven.

Grondwet of burgerinitiatief over veetransporten centraal?

Uit de evaluatie blijkt dat er een ernstig meningsverschil was tussen de Tweede Kamerfractie en de Europarlementariërs over de inhoudelijke aanpak van de campagne. De Europarlementariers – die een belangrijke rol speelden om de partij tot een ja-stem te bewegen – waren voorstander van een campagne waarin de Grondwet zelf centraal stond. De tweede kamerfractie was zo sceptisch over de mate waarin Europa leeft onder de kiezers dat ze opteerde voor een campagne waarin een centrale rol werd gespeeld door een petitie tegen veetransporten in Europa.

Een van de positieve punten van de Grondwet was dat daarin werd voorzien in een burgerinitiatief waarmee één miljoen Europese burgers een punt op de Europese agenda konden zetten. Door nu concreet de petitie over dierentransporten als burgerinitiatief naar voren te schuiven, zou GroenLinks op praktische wijze duidelijk kunnen maken dat de grondwet een verbetering is, zo luidde de redenering.

Het resultaat was een compromis. Er kwam een folder met een te lange tekst waar volgens de evaluatie eigenlijk niemand tevreden mee was. Via een antwoordkaart kon men meedoen aan dit eerste burgerinitiatief, zoals de petitie omschreven werd.

Na het referendum werd doorgegaan met de handtekeningenactie. Dat ging ook moeilijk anders, want de dieren kunnen het natuurlijk niet helpen dat de Grondwet is afgewezen.

Maar door de petitie voort te zetten, haalde GroenLinks wel haar eigen argument voor de Grondwet onderuit. Door linkse tegenstanders van de Grondwet was immers tijdens de campagne naar voren gebracht dat een dergelijke petitie prachtig is, maar dat je daar de Grondwet niet voor nodig hebt.

 

Reacties plaatsen niet mogelijk