2 februari 2015 – Deze week start een nieuwe ronde in de onderhandelingen over het vrijhandels- en investeringsverdrag TTIP tussen de EU en de USA. De onderhandelaars laten momenteel het controversiĆ«le investeringsgedeelte (“ISDS”)Ā buiten de besprekingen (dat zeggen ze toch), en sturen aan op snelle successen, o.a. op een overeenkomst over gemeenschappelijke regulering (“slachtvlees goedgekeurd in Washington is automatisch ook goedgekeurd in Brussel”).Ā ISDS wordt dan in het laatste stadium van de onderhandelingen terug opgenomen – men hoopt ongetwijfeld dat de publieke opinie het tegen dan vergeten is – en waarnemers verwachten dat het akkoord na de Amerikaanse presidentsverkiezingen van november 2016 beklonken wordt.
Maar ook hier blijft de regimewissel in Athene mogelijks niet zonder gevolgen. Eenmaal er een princiepsakkoord is tussen de Europese Commissie en de Amerikaanse regering, vereist het vrijhandelsakkoord nog de unanieme goedkeuring door de Europese Raad (de 28 regeringen van de EU), en de ratificatie door het Europees Parlement en door alle nationale parlementen. Dit laatste is het gevolg van het feit dat TTIP (en de andere vrijhandelsverdragen die momenteel in behandeling zijn) een “gemengd” akkoord is, dat niet alleen over handel gaat, maar ook over allerlei normen die geen exclusieve EU-bevoegdheid zijn.
Normaal zou de goedkeuring van TTIP een formaliteit zijn voor de EU-monoliet, maar sinds 25 januari 2015 is er die nieuwe realiteit: Grieks zand in de grote Europese consensus, en dus misschien ook voor de goedkeuring van TTIP. Georgios Katrougkalos, vice-minister in de regering Tsipras, zei dat een SYRIZA-gedomineerd parlement TTIP nooit zou goedkeuren, en het lijkt logisch dat de Griekse regering dat evenmin zou doen.
Voorzitter Martin Schulz (SPD) van het Europees ParlementĀ zei weliswaar dat “de hele Europese Unie sceptisch aankijkt tegen de ontwikkelingen in Griekenland”, maar wij weten toch van enkele uithoeken in die Unie waar er hoopvol naartoe gekeken wordt. (hm)