20 juni 2022 – Na de tweede ronde van de Franse parlementsverkiezingen op 19 juni is een Assemblée uit de bus gekomen met belangrijke verschuivingen tegenover 2017. De coalitie rond president Macron kon tot nog toe rekenen op een absolute meerderheid (350 van de 577 zetels), maar zijn coalitie ‘Ensemble’ verloor die. Met 245 zetels blijft het de grootste fractie, maar zonder de luxe van de automatische meerderheden. Voor links hoerageroep is er echter geen ruimte, want Macron verliest vooral aan wat nog rechtser is. Marine le Pen’s extreemrechtse Rassemblement National (het vroegere Front National) haalt 89 zetels binnen, komende van 8; zij zelf werd in de kieskring Pas de Calais verkozen met 61% van de stemmen…
Jean-Luc Mélenchon, leider van La France Insoumise (LFI), had in de laatste weken voor de verkiezingen een ad hoc coalitie opgezet met de bedoeling Macron te dwarsbomen, en zelf linkse premier te worden onder een rechtse president (een configuratie die in Frankrijk cohabitation wordt genoemd, het ‘samenwonen’). Het electoraal vehikel, luisterend naar de naam NUPES (‘Nouvelle Union populaire écologique et sociale’) vertoont weinig politieke samenhang (La France Insoumise, Parti Socialiste, Parti communiste, groenen van EELV) maar de partijen die op sterven na dood waren zagen een overlevingskans door zich aan het wagentje LFI vast te koppelen. NUPES haalde met 137 zetels een behoorlijke score, waarvan er 72 op het conto van LFI verkregen werden, 26 op dat van de PS, 23 van EELV en 12 op dat van de PCF. Dat blijft echter ver van Mélenchon’s ambitie om eerste minister te worden. Het Frans premierschap – een ondergeschikte rol in presidentieel Frankrijk – blijft bezet door Élisabeth Borne die Macron na zijn herverkiezing als president in het zadel bracht.
Het is merkwaardig hoeveel verwachtingen sommige linkse commentatoren stelden in Mélenchon en NUPES. Het magazine Jacobin titelde “A Mélenchon Government Would Shake the Foundations of Neoliberalism in Europe” ; dat is bijzonder onwaarschijnlijk met partners als de PS en les Verts, die men onder de gangmakers van het Europees neoliberalisme moet rekenen. En om NUPES op de been te krijgen moest Mélenchon zijn-anti-NATO standpunt ook al inslikken. Een ander Jacobin artikel titelde dat Mélenchon’s coalitie de neoliberalen aan de grond genageld van schrik liet staan (In France, Jean-Luc Mélenchon’s Left-Wing Coalition Has the Neoliberals Terrified ). Het klopt dat de drie partijen die ingingen op Mélenchon’s eenheidsinitiatief er electoraal hebben bij gewonnen. De PCF kan terug een groep vormen in de Assemblée, en EELV voorzitter Bayou dankt er zijn verkiezing aan, de PS – die in 2017 van 280 op 30 zetels terugviel – houdt er, waarschijnlijk dankzij NUPES, 24 over. Maar het electoraal vehikel NUPES kan onmogelijk beschouwd worden als het begin van een renaissance van Frans links. (hm)
Toegevoegd op 21 juni: Dat met NUPES geen basis gelegd werd voor een links front bleek al meteen op 20 juni. Mélenchon stelde de coalitiegenoten voor om in de Assemblée als één groep op te treden, en daardoor de grootste oppositiefractie te worden. Zowel de PS, de PCF als EELV weigerden daarop in te gaan. De kwestie is nochtans niet onbelangrijk. Volgens Franse parlementaire regels krijgt de grootste groep van de oppositie het voorzitterschap van de belangrijke commissie financiën. Marine Le Pen’s Rassemblement National aast op deze functie, en zal die normaal ook krijgen als gootste oppositieblok – tenzij de NUPES-coalitie zich als groep opstelde. Niet dus.
Laat een reactie achter