door Frank Vanaerschot (*), 13 maart 2014
(Dit artikel verscheen als opinie in De Wereld Morgen)
Europees Commissaris voor interne markt en financiële diensten Michel Barnier was op 20 februari in het Belgische hoofdkantoor van de bank ING een van de belangrijkste gastsprekers, tijdens de European Financial Services Conference, mede georganiseerd door de bank Barclays. “Ik pleit voor een transatlantische markt voor financiële diensten! Niet voor een dure verdeeldheid. Daarom moeten we maximaal inzetten op onderhandelingen over financiële diensten in het kader van het transatlantisch handels- en investeringsakkoord (TTIP).”[i]
Liberalisering: mooi sprookje, rampzalige realiteit
Tijdens de laatste twee decennia waren we al getuige van de integratie van de nationale financiële markten in de Europese eengemaakte markt. Europese politieke elites en technocraten waren vol lof over de financiële innovatie en deregulering die gepaard gingen met dit integratieproces. Deze lofzang bleek een rampzalige realiteit te zijn. De Europese financiële markt bracht hoge winsten voor grote banken, maar lag mee aan de oorzaak van de grote financiële crisis in 2008, toen er 1600 miljard euro Europees belastinggeld nodig was om banken overeind te houden.
Ondanks deze collectieve ervaring verloopt de strijd voor financiële regulering zowel in de VS als in de EU extreem moeizaam. De rest van de samenleving probeert de dominante invloed van de financiële lobby te counteren, maar die laatste wordt nog steeds met open armen ontvangen op de hoogste beslissingsniveaus. Anno 2014 is het resultaat van de poging om de sector te reguleren niet bevredigend en we kunnen zeker niet spreken van een controle van de samenleving op de financiële sector.
Ondertussen heeft deze samenleving de rekening van de geïntegreerde financiële markt gepresenteerd gekregen. Afbouw van de sociale zekerheid in een periode van hoge werkloosheid heeft in de EU tot een stijgende sociale ongelijkheid geleid. Het laatste wat we nodig hebben is een herhaling van financiële integratie door middel van liberalisering op intercontinentale schaal. Als Europees commissaris Michel Barnier tijdens de Financial Services Conference tegen dure verdeeldheid pleit, moeten we ons afvragen: duur voor wie?
Regulering “disciplineren”
De onderhandelingen over het TTIP zijn geheim. Er zijn enkele kladteksten van de EU gelekt die enig licht werpen op de positie van de Europese Commissie met betrekking tot de financiële sector. Net zoals vrijhandeladepten importtarieven als een belemmering van de handel in goederen beschouwen, zo wordt regulering als een obstakel gezien voor de handel in financiële diensten. De doelstelling luidt dan ook regulering “disciplineren”. Dit heeft niets te maken met het beschermen van burgers tegen risicovolle activiteiten van banken, dit gaat over het inperken van de macht van parlementen en toezichthouders.
Het TTIP heeft regels over toegang tot de markt om ervoor te zorgen dat elk soort financiële instelling uit de VS of de EU binnen de geïntegreerde markt kan opereren.[ii] De regels voor markttoegang doen bestaande en op handen zijnde hervormingen van de financiële sector teniet. Parlementen zouden niet langer limieten kunnen stellen op de grootte van een financiële instelling of banken kunnen opbreken in meer beheersbare onderdelen.
Dat heel wat banken too-big-to-fail zijn is nochtans een van de voornaamste redenen waarom ze door de belastingbetaler gered moesten worden. Hun grootte vormt een obstakel om oplossingen te vinden voor de crisis die in het belang is van de doorsnee burger. Het afscheiden van de meer risicovolle activiteiten in de investeringsbank van de traditionele spaar– en leenactiviteiten van grootbanken zou een schending van de regels rond markttoegang betekenen, net als het opleggen van positielimieten voor grondstoffentraders. Positielimieten hebben als doel om voedselspeculatie in te dijken, een fenomeen dat in de voorbije jaren meermaals hongersnood in de hand gewerkt heeft door scherpe kunstmatige prijsstijgingen van basisvoeding.
Het TTIP neutraliseert ook de toezichthouders omdat men het gemakkelijker wil maken voor financiële producten om een licentie te krijgen. Er wordt een procedure voorzien die als doel heeft over de belangen van klanten en financiële stabiliteit te waken, maar beperkingen “mogen niet verdergaan dan wat strikt noodzakelijk is.[iii]
Maar wie bepaalt wat strikt noodzakelijk is? Volgens Michael S. Barr, professor aan de rechtsfaculteit van de universiteit van Michigan is “dit in tegenspraak met de lessen die we uit de crisis geleerd hebben. Niet alles kan op voorhand geweten zijn. Daarom is het altijd nodig dat we maatregelen nemen die toelaten om preventief in te grijpen.”[iv]
Op de Europese markt bestaat er al een gelijkaardig mechanisme, het Europees paspoort. Dit betekent dat als een nationale toezichthouder een financieel product goedkeurt, dit product verkocht kan worden aan klanten in elke lidstaat. Heel wat risicovolle financiële producten komen de Europese markt binnen via de lakse toezichthouders in Ierland en Luxemburg.
De Europese Commissie is ook van plan een gerechtshof voor bedrijven op te richten en dit ook op financiële regulering toe te passen. Via dit gerechtshof zouden bedrijven en investeerders een zaak kunnen aanspannen tegen overheden die reguleringen invoeren die toekomstige winsten in het gedrang zouden brengen.
In de VS heeft de lobby van handelaars in afgeleide financiële producten (ISDA) een rechtszaak gewonnen tegen de commissie die toeziet op de handel in grondstoffen (CFTC). ISDA blokte daarmee het voorstel van de CFTC af om positielimieten te implementeren en verzet zich momenteel opnieuw tegen het nieuwe voorstel van de CFTC.[v] Het gerechtshof van TTIP zou dit soort procedures institutionaliseren op intercontinentale schaal en de financiële industrie veel macht geven om regulering te dwarsbomen.
Het baart ook zorgen dat Europees Commissaris Barnier de Europese banken verdedigt die zich verzetten[vi]tegen de eis van de VS ten aanzien van niet-Amerikaanse banken om meer kapitaal aan te houden in hun Amerikaanse filialen, zodat deze banken beter in staat zouden zijn om verliezen te slikken.
Barnier maakte bij de start van de onderhandelingen duidelijk dat hij niet zou toelaten dat er een handelsakkoord komt dat de “discriminatie” tegen buitenlandse banken door VS regelgeving niet elimineert. Een positie die hij tijdens zijn speech voor de Financial Services Conference opnieuw beklemtoonde om zijn publiek van Europese bankiers gerust te stellen.
Too-big-to-fail banken die weinig eigen kapitaal hebben zijn een algemeen probleem, een olifant in de kamer wanneer het over de Europese crisis gaat. Aangezien banken enorm ondergekapitaliseerd zijn, kunnen ze toxische schulden niet schrappen. Het gaat nochtans om schulden waarvoor ze zelf verantwoordelijk zijn omdat die het gevolg zijn van roekeloos en soms zelfs illegaal leengedrag in Europa.
Nationale en Europese politieke elites zijn echter gekant tegen het dwingen van banken om voldoende eigen kapitaal aan te houden. Dit zou inderdaad aan de winst van aandeelhouders raken, maar laten we niet vergeten dat zij aan de oorzaak van dit probleem liggen. Bijgevolg gebruiken deze banken de staat en de EU als hun deurwaarder om hun geld alsnog terug te krijgen.
Zo vloeit 77 procent van de 207 miljard euro leningen van de Troika aan Griekenland rechtstreeks naar de banken en niet naar de Griekse bevolking.[vii] De besparingspolitiek in de EU is dus ook het gevolg van politieke onwil om banken investeerders te dwingen hun verliezen te slikken.
Aanslag op Europese democratie
De onderhandelingen over het TTIP-vrijhandelsakkoord zijn geheim voor het publiek en het parlement, maar niet voor de industrie. De informatie over lobby-activiteiten van banken en andere bedrijven is schaars, maar zeer relevant. De Europese Commissie laat geen mogelijkheid liggen om uit te pakken met het transparante karakter van het onderhandelingsproces.
Zo schreef Commissaris voor handel Karel De Gucht een artikel in The Guardian waarin hij stelde dat “er niets geheim is aan de onderhandelingen van de EU” en dat “onze onderhandelingen over het transatlantisch handels- en investeringssakkoord gecontroleerd kunnen worden”.[viii]
Onderzoek van Corporate Europe Observatory wijst uit dat de Europese Commissie 119 gesloten vergaderingen heeft gehouden met het bedrijfsleven. Dit is meer dan 93 procent van alle consultaties die de Commissie hield in het kader van de onderhandelingen.[ix]
Het Directoraat Generaal handel gaf uiteindelijk informatie over 44 bedrijfsconsultaties vrij, maar de verslagen zijn gecensureerd. Volgens de Commissie “bevatten de verslagen informatie over de positie van de EU in de onderhandelingen met de VS. Die informatie vrijgeven zou een negatieve impact hebben op de EU in het voeren van de onderhandelingen.” Dit is problematisch aangezien op die manier het publiek niet, maar de vertegenwoordigers van het bedrijfsleven die aan deze consultaties deelnam wél informatie hebben gekregen over de onderhandelingspositie van de EU.[x]
De commissie had talrijke vergaderingen met vertegenwoordigers van banken zoals JP Morgan, Allianz en andere lobbyorganen van de Amerikaanse en Europese financiële instellingen.[xi] Uit de vrijgegeven delen van de verslagen blijkt dat komaf maken met “regelgevende barriëres” een veel voorkomend gespreksonderwerp is.
In een onderhoud dat plaatsvond in februari 2013 met het European Services Forum, een lobbygroep die onder andere Deutsche Bank vertegenwoordigt, benadrukt de Europese Commissie dat “het bedrijfsleven een belangrijke rol moet spelen in het suggereren van domeinen waarop de regelgevers zich zouden moeten concentreren zodat de industrie er maximaal voordeel uit haalt.”
Het transparantieverhaal waar Karel De Gucht de Europese bevolking mee probeert te sussen, houdt geen steek. De onderhandelingen in het kader van TTIP worden zorgvuldig voorbereid met de financiële sector en de rest van het grote bedrijfsleven.
Dit hele proces is een zoveelste aanslag op de Europese democratie. Als de Europese Commissie zijn zin krijgt, zal de bevolking elke institutionele greep op de economie kwijt zijn. Als we democratische controle willen over banken in de plaats van een staat en de EU die een buffer vormen tussen banken die torenhoge, risicovolle winsten maken en de bevolking die daarvoor betaalt met haar levensstandaard, is het vrijhandelsakkoord een obstakel op onze weg.
(*) Frank Vanaerschot is medewerker van Fairfin.
i Speech Barnier op Financial Services Forum
ii WEED:factsheet financiële diensten in TTIP
iii SOMO: TTIP undermines financial regulation
iv WEED:factsheet financiële diensten in TTIP
v Risknet: ISDA and ISDA blast CFTC position limits rule
vi Letter by German banks opposing demand to hold more capital in US branches
vii Corpwatch report: Eurozone profiteers
viii Karel De Gucht in the Guardian
ix CEO, 119 meetings with industry lobbyists