Vijf gedachten over de Alter Summit
door Felipe Van Keirsbilck
Felipe van Keirsbilck is lid van de leiding van de Franstalige kristelijke bediendenvakbond CNE in België. Al vele jaren is hij ook actief in andere sociale bewegingen, meer bepaald tegen werkloosheid en sociale uitsluiting in het Brusselse. Zo raakte hij betrokken bij het Europees Sociaal Forum, in het zog waarvan hij één van de sleutelfiguren werd van de Joint Social Conference.
De opzet van de JSC is de organisatie van regelmatige conferenties, in de lente wanneer ook de EU haar jaarlijkse ‘sociale’ Europese Top organiseert. Door deze conferenties willen de deelnemende organisaties geleidelijk aan komen tot gemeenschappelijke analyses, eisen en actiemodellen van Europese vakbonden en sociale bewegingen. De laatste conferentie in maart 2012 gaf een goed gevulde slotverklaring uit, die je in het Engels, Spaans en Frans kan lezen op hun website.
Dit proces leidde dan weer tot het initiatief van de Alter Summit, een Europese bijeenkomst ergens in de lente in Athene.
Wat volgt is een korte tekst van Felipe Van Keirsbilck, waarin hij zijn visie uiteenzet op het plan van een Alter Summit. We publiceerden reeds eerder het stappenplan dat tot deze Alter Summit moet leiden.
1. Een raadsel
Waarom drijven de politieke elites soberheidsmaatregelen door die:
– vanuit sociaal oogpunt vernietigend werken. Nooit sinds de oorlog was de sociale achteruitgang zo groot. De Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa noemde deze soberheid een bedreiging voor de sociale rechten en de democratie;
– economisch absurd zijn. De soberheid verhoogt de tekorten en de schuld, en vernietigt het productief apparaat, en dit zonder een uitweg te bieden uit de crisis;
– de democratie kapot maken. Enerzijds door het autoritaire optreden van de Troika die door haar opgelegde soberheid de democratie naar het verleden verwijst, anderzijds omdat fascistische en xenofobe partijen welig tieren op de gevolgen van de soberheid.
Is het omdat de politieke elites niet bekwaam zijn?
Neen: wij kunnen onze leiders van vele dingen beschuldigen, maar niet van idiotie. Een aantal politieke leiders zoekt waarschijnlijk alternatieven, maar kan geen effectief antwoord vinden binnen het kader van de gemondialiseerde economie en van de Europese Unie zoals die vandaag functioneert. Voor andere leiders die zich min of meer uitdrukkelijk beroepen op het neoliberalisme is de uitleg waarschijnlijk dat zij de kans van de crisis aangrijpen om de neoliberale revolutie af te werken (never waste a good crisis). Wij bevinden ons dus in een nooit geziene toestand, die nooit gegeven antwoorden vereist, op Europees niveau. Daarom moeten secundaire tegenstellingen nu op de achtergrond blijven. De radicalisering van de fundamentele tegenstelling tussen kapitaal en arbeid, tussen de belangen van een kleine ultra-gepreviligieerde minderheid en de grote meerderheid van de bevolking, plaatst ons voor een historische opdracht.
2. Een ander raadsel
Waarom heeft de praktische en theoretische nederlaag van het economisch neoliberalisme niet geleid tot het aan de macht komen van regeringen die durven te breken met de Troïka en het neoliberalisme?
Is de verklaring dat het de volkeren zijn die zich bij de toestand hebben neergelegd?
Neen, er zijn nooit zoveel zo grote mobilisaties geweest als de laatste drie jaar! De belangrijkste verklaring is volgens ons te vinden in de constructie zelf van de Europese Unie, waardoor traditionele sociale mobilisaties niet meer efficient zijn: de macht zit in Frankfurt of Brussel, terwijl de mensen mobiliseren en strijden in hun bedrijf, hun stad, hun streek, hun land.
Daarmee kunnen we de historische opdracht waarover we het hierboven hadden nader omschrijven: een echte Europese Sociale Beweging tot stand te brengen.
Wat weten wij over sociale bewegingen? We weten dat zij niet ontstaan door ze af te kondigen (anders zouden we kunnen beslissen dat de sociale beweging in deze zaal begint om half één…), maar dat veel werk nodig is om hen mogelijk te maken. We weten ook dat drie elementen noodzakelijk zijn:
– we moeten WIJ kunnen zeggen (wie zijn wij)
– we moeten ZIJ kunnen zeggen (wie zijn onze tegenstanders)
– we moeten duidelijk kunnen zeggen WAT WIJ WILLEN
WIJ zeggen betekent opnieuw durven streven naar hegemonie. Gramsci maakte een onderscheid tussen een leidende klasse en een heersende klasse aan de hand van het volgende criterium: wanneer de klasse die aan de macht is er in slaagt haar eigen belangen te laten aanvaarden als die van de meerderheid, dan “leidt” zij, zij oefent de macht uit dank zij haar hegemonie: de massa’s hangen haar geloofwaardig verhaal aan. Het gebruik van geweld wordt dan slechts een ondergeschikt hulmiddel. Wanneer deze klasse er echter niet meer in slaagt de massa’s te overtuigen, dan blijven haar slechts repressie en geweld als wapens. Zij leidt niets meer, en is nog slechts een heersende klasse. De brutale repressie in Griekenland, Spanje, tegen Blockupy Frankfurt, het aaneenrijgen van wetten tegen onze vrijheden en tegen de vakbonden, toont aan dat de Europese oligarchie de strijd om de hegemonie heeft opgegeven en verloren. Maar dat betekent nog niet dat wij gaan winnen. De linkerzijde heeft een lange geschiedenis van broedermoorden met als inzet wie onder ons de hegemonie ging uitoefenen: wij moeten nu samen de ambitie hebben de hegemonie te veroveren tegenover hen.
Om ZIJ te zeggen zal het niet volstaan de markten te beschuldigen “die geen naam en geen gezicht hebben”. Onze tegenstanders zijn banken, multinationale ondernemingen, politieke partijen, die een naam hebben, een adres, leiders. De volgende vraag dringt zich trouwens op: moeten we niet zover gaan ook de persoonlijke verantwoordelijkheid van een aantal leiders aan te klagen? Indien de heren Barroso en Trichet, mevrouw Merkel en mijnheer Sarkozy, de heren Draghi en Papademos, hier in deze zaal zouden zitten, zouden we hen dan geen rekenschap moeten vragen voor onze zwaar beschadigde samenleving, voor de gezinnen die ondermijnd worden door bestaansonzekerheid, armoede en zelfs honger… Voor de talrijke zelfmoorden die het gevolg zijn van de beslissingen die zij genomen hebben?
Zij zouden zeker antwoorden dat zij op geen enkele manier persoonlijk verantwoordelijk zijn, dat hun beslissingen op volkomen wettelijke wijze bekrachtigd werden door de parlementen, dat hen dus niets kan worden verweten, en dat zij niet kunnen worden vervolgd. En misschien zouden wij hen dan antwoorden: ok, helemaal goed, dat is net hetzelfde als wat we anderhalf jaar geleden nog te horen kregen van de heren Ben Ali en Moubarak !
Tenslotte moeten we zeggen WAT WE WILLEN, in een heldere taal die vertrekt van de noden en ervaringen van de 99%, want die noden zijn de oplossing, niet het probleem! Een van de overwinningen van het neoliberalisme is te hebben doen geloven dat de economie en de politiek geleerde begrippen en woorden nodig hebben, dat de taal van het volk hiertoe niet volstaat. Een eis zoals “euro-obligaties” kan op een gegeven ogenblik een technisch juiste eis zijn, maar het kan geen politiek ordewoord zijn want ik kan het niet uitleggen aan de winkelier bij mij om de hoek, en het is geen ordewoord waarvoor de jonge werklozen in mijn streek op straat gaan komen.
3. Een klassieke vraag: wat te doen?
Al sinds vele jaren is het niet meer de vraag of er alternatieven zijn. “Tina” was al dood voor Maggy, en er hoeft niet over te worden getreurd! Wij hebben een overvloed aan teksten die in dezelfde richting gaan en geloofwaardige alternatieven beschrijven voor een democratisch, ecologisch en sociaal Europa. Het ene manifest volgt de andere analyse op, en er gaat zelden een week voorbij zonder een nieuwe oproep tot eenheid van de sociale bewegingen in Europa.
In dat kader zou een antwoord op de vraag “wat te doen” kunnen luiden als volgt: “Naar Ikea gaan om een boekenkast te kopen voor alle oproepen tot eenheid voor een ander Europa….”. Een ander antwoord bestaat er in te denken dat een inspanning nodig is om krachten te bundelen, hun konkrete eenheid in de aktie te realiseren. Ons doel is het veranderen van Europa, niet van de een of de andere verklaring. Deze eenheid vereist een actieprogramma dat minstens de ambitie heeft te wegen op de werkelijkheid (wat betekent dat tijd nodig is voor de voorbereiding… maar ook dat spoed nodig is om tussen te komen in de crisisdynamiek die zich uitdiept).
Drie opmerkingen over wat een dergelijk actieprogramma zou kunnen zijn:
1. Een actie die naam waardig moet:
– De tegenstander angst aanjagen: dus niet enkel een petitie op internet, en niet enkel een betoging waarvoor de deelnemers het vliegtuig moeten nemen!
– De deelnemers vervullen met trots en geluk omdat ze zich geëngageerd hebben – als hoofdactoren, niet als pionnen bewogen door anderen.
– De beweging versterken en vergroten, zodat zij kan doorstoten.
2. In het kader van de EU zoals ze werkelijk is moet een actieprogramma vanaf de start en gedurende gans haar ontwikkeling worden gedacht en gerealiseerd op twee niveaus tegelijk: enkel nationaal georganiseerde acties leiden tot niets, en Europese acties die geen wortels hebben in de locale en nationale realiteiten zijn machteloos.
3. De actie moet leiden tot eenheid. Maar laten we niet naïef zijn over de betekenis van eenheid. Denken dat het in de aard van de linkerzijde en van de arbeidersbeweging ligt te streven naar eenheid, en dat de aard van de rechterzijde en het kapitaal is te verdelen, dat is geloven in kindersprookjes. Eenmaken is verdelen! De kapitalisten in mijn land zijn voor de eenheid: zij willen dat wij met hen solidair zijn, tegen de Duitsers, de Fransen, de Roemenen, enz. Wij, de linkerzijde en de arbeidersbeweging, de internationalisten, wij moeten verdelen, omdat wij weten dat een strategisch heldere keuze voor een lijn van verdeling (“Zij”) ons helpt om de eenheid te realiseren (“Wij”).
4. Goed nieuws
Om dit programma van eenheid in de actie te realiseren bestaat er een concreet proces, met veel deelnemende krachten, een plan, en toezeggingen van reeds meer dan 50 nationale en Europese organisaties, uit meer dan 15 verschillende landen.
a. Een oproep – met vele anderen die zich aansluiten, die een brede krachtenbundeling mogelijk maakt, op een heldere basis. Waarbij we gelijkgezindheid vaststellen met vele andere oproepen.
b. Talrijke ondertekeningen. Met bekende namen zoals Ken Loach, Susan George of Stéphane Hessel. En verschillende belangrijke Europese politieke personaliteiten, van de groenen, de sociaaldemocraten of de GUE/NGL.
c. De verhouding tot het Europees Sociaal Forum is opgehelderd : niet vervangen, niet herhalen : een stap verder zetten. Wij zijn een kind van het ESF, en als het kind niet wordt erkend is dat niet erg.
d. We hebben onze verhouding tot de partijen verduidelijkt : de Europese Sociale Beweging moet geleid worden door de sociale bewegingen, niet door de partijen; maar wij verwerpen de politieke krachten niet. Wij verwerpen zowel de individualistische antipolitiek als de oude hierarchie die sociale bewegingen ondergeschikt maakte aan de politieke organisaties. De personaliteiten die onze oproep ondersteunen zijn welkom, en elk moet strijden op het eigen terrein ; maar wij moeten niet weten van het klassieke schema waarbij de sociale beweging een eisenbundel opstelt die dan wordt voorgelegd aan de politieke wereld. « Por favor, no nos representan ! » Wij vragen aan de politieke mannen en vrouwen niet ons te vertegenwoordigen maar met ons te strijden, indien zij de kern van de analyse delen uit onze oproep.
e. Roadmap
Wij staan voor twee belangrijke gebeurtenissen : de manifestatie « FIRENZE 10+10 » van 8 tot 11 november, en de Alter Summit zelf, begin 2013, waarschijnlijk in Athene (een meer gedetailleerde roadmap staat op www.altersummit.eu ). Maar laten we ons er goed van bewust zijn dat deze twee data als losstaande gebeurtenissen tot niets zullen dienen. Zij geven slechts een gemeenschappelijke ritme aan een proces dat eerder moet beginnen, en dat daarna moet verder gaan:
– vóór november moet hard gewerkt worden aan Europese coördinatie, en moet de coördinatie worden op poten gezet in zoveel mogelijk landen en streken, opdat de delegaties die naar Firenze komen gevoed zouden zijn door strategische debatten in eigen land.
– tussen november en de lente 2013 hebben we een kleine (of een grote) honderd dagen om een massale mobilisatie op te bouwen op nationaal of gewestelijk vlak. Het doel is op hetzelfde ogenblik een actiedag te hebben in zo veel mogelijk Europese steden met gemeenschappelijke ordewoorden met een sterke politieke inhoud.
– na de Alter Summit gaat de strijd verder !
5. Slecht nieuws
Het slechte nieuws is dat er nog veel werk is ! We hebben mensen nodig die hun schouders er onder zetten in eendrachtige nationale of gewestelijke coördinaties.
We weten al lang dat de omvorming van de samenleving er niet zal komen dank zij dromers die eindeloze theorieën opzetten, en evenmin van opportunisten die afwachten tot het volk, de onderdrukking beu, spontaan in opstand komt: deze omvorming vraagt een geduldig werk van organisatie.
Ons voorstel van een Alter Summit is niet dogmatisch. We kregen reeds veel steun, maar het voorstel kan in de komende weken nog worden verbeterd. Voorstellen zijn welkom indien zij het proces versterken, en de kracht en kansen op succes vergroten. Maar snel, want het proces kan niet meer worden stopgezet.
De eerste dringende taak is nu het opzetten van unitaire nationale of gewestelijke coördinaties om het proces te dragen.
Tenslotte dient men zich geen enkele illusie te maken : dit proces opent een strijd van lange adem. Zelfs als het lukt – wat al niet gemakkelijk zal zijn – dan zal deze mobilisatie niet volstaan. Maar we willen er aan werken met al wie het mee wil dragen, want zoals we dikwijls zeggen in de vakbonden :
« Wie strijdt kan verliezen, maar wie niet strijdt heeft al verloren »
Info : info@altersummit.eu
www.altersummit.eu
19 augustus 2012