19 oktober 2013 – Het ziet er naar uit dat de komende Europese verkiezingen in 2014 gaan gestyled worden als een grote confrontatie tussen Europese federalisten en eurosceptici. Zo was er een interviewĀ met de Italiaanse premier Letta in de New York Times met als titel: “Italian prime minister calls populism a threat to stability in Europe“. En de Financial Times plaatste een stevig artikel naar aanleiding van de ontmoeting tussen Geert Wilders en Marine Le Pen onder de titel “United by hostility“.
Volgens de Financial Times zouden de eurosceptici in 2014 wel eens 30 procent van het nieuwe Europees Parlement kunnen binnen halen. Wilders belooft “een Europese aardverschuiving tegen Brussel”.
Een grote overwinning van de eurosceptici zou de Europese elites voor reĆ«le problemen plaatsen. Kijk maar naar de problemen om een ‘bankenunie’ te realiseren waarbij sommige lidstaten moeten meebetalen voor bankproblemen in andere.
PotentiĆ«le problemen ontstaan niet zozeer door het gewicht van de eurosceptici in het Europees Parlement an sich, dan wel door de druk die ze uitoefenen op de mainstream partijen. Denk maar aan Cameron, maar ook aan Rutte en enkele anderen. Het gaat overigens niet enkel om druk. Ook mainstreampolitici beginnen zich zorgen te maken om de politieke prijs die betaald wordt voor het huidig model van Europese eenmaking: wanneer een Duitse bondskanselier het beleid lijkt te beslissen in landen als Griekenland of ItaliĆ«… Dan maar beter terug naar een gemeenschappelijke markt zonder meer, en laat de politiek maar over aan het nationale niveau, zo lijken sommigen te denken.
Maar tot nader order lijkt de meerderheid binnen de Europese elites nog steeds overtuigd dat zij “meer Europa” nodig hebben, om wereldwijd het gevecht aan te gaan met oude en nieuwe grootmachten. De kans is dus groot dat we in 2014 een offensief krijgen voor “meer Europa”, waarbij elke kritiek op de Europese Unie al snel in het rechtse ‘populistische’ verdomhoekje wordt geduwd. (fs)