In een interview in een (moeilijk verstaanbaar) Engels aan Euractiv bevestigde de Nederlandse premier Mark Rutte het Nederlandse standpunt: in de eurozone is het elk voor zich.
De aanleiding voor het interview was de discussie in de aanloop naar de Europese Raad over een eigen begroting voor de eurozone. Die eigen begroting wordt voorgesteld door de Franse president Emmanuel Macron, en ook de Spaanse premier Sánchez is voorstander. Een eigen begroting moet de stabiliteit van de eurozone ten goede komen: wanneer een volgende crisis één of meerdere lidstaten van de eurozone bijzonder hard treft kan de begroting van de eurozone ingezet worden om hulp te bieden. Deze lidstaten hebben immers geen eigen monetair instrument meer om de crisis te lijf te gaan.
Maar dat vindt Mark Rutte dus maar niets. In het interview legt hij de Spaanse interviewer uitgebreid uit hoe Spanje en ook Nederland pijnlijke maatregelen hebben doorgevoerd om de eigen economie concurrentiekrachtiger te maken. Dat moeten andere landen ook maar doen. Zo niet: eigen schuld, dikke bult. Dit is het ‘Europees’ verhaal van ‘winnaars’ in de eurozone zoals Nederland en Duitsland. Dat de economische structuur van de lidstaten verschilt, en een crisis het ene euroland dus anders raakt dan het andere, daar heeft Rutte geen oren naar. Het Europees Stabiliteits Mechanisme (ESM) volstaat als Europees instrument om in crisissen tussen te komen.
Als er dan toch een begroting voor de eurozone komt, waar Rutte niet om staat te springen, dan moet ze ingezet worden om de lidstaten aan te sporen verder te gaan met de neoliberale omvorming van hun economieën, aldus de premier, zij het in andere woorden (competitiever, schokbestendiger, zoals het jargon gaat). (fs)