Komende evenementen

Europees woordengegoochel rond Israël

 

Door Lily Lynch (*)
18 december 2023

 

In een toespraak voor het neoconservatieve Hudson Institute op 20 oktober benadrukte de voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen, het belang van het ‘beschermen van de democratie’ – een knipoog naar Ronald Reagan – tegen degenen die haar willen vernietigen. De twee crises in het Midden-Oosten en Oekraïne, zei ze, “roepen Europa en Amerika op om een standpunt in te nemen en de krachten te bundelen. Vladimir Poetin wil Oekraïne van de kaart vegen. Hamas, gesteund door Iran, wil Israël van de kaart vegen. De conflicten waren “in essentie hetzelfde”. Haar opmerkingen sloten aan bij de toespraak van Joe Biden de dag ervoor, waarin hij beweerde dat Hamas en Poetin ‘allebei een naburige democratie willen vernietigen’. Door deze twee vijanden aan elkaar te koppelen, hoopten von der Leyen en Biden dezelfde geest van eenheid op te roepen als aan het begin van de oorlog in Oekraïne – toen de ‘westerse waarden’ zogenaamd in een existentiële strijd waren verwikkeld met hun tegenpool. Zoals Oded Eran, de voormalige Israëlische ambassadeur bij de EU, ooit zei, is Europa ‘het hinterland van Israël’ en Israël een voorpost van de Westerse joods-christelijke beschaving.

Toch lijken de afgelopen weken een verwarrende verdeeldheid in Europa aan het licht te hebben gebracht – een verdeeldheid waar de Westerse pers veel aandacht aan besteedt. Elke dag brengt een nieuwe ronde van tegenstrijdige officiële verklaringen, briefings en tegenbriefings. Na von der Leyen’s bezoek aan Israël op 13 oktober, waarbij ze Europa’s volledige steun aan Tel Aviv toezegde, werd ze bekritiseerd door EU-collega’s die klaagden dat ze hen niet had geraadpleegd over haar reis en had nagelaten Netanyahu te herinneren aan het zogezegde belang van de mensenrechten. Terwijl Israël de toevoer van water, voedsel en brandstof naar Gaza afsloot, kondigde de Commissie aan dat ze de financiële hulp aan de Palestijnen zou bevriezen om te voorkomen dat deze in handen zou vallen van ’terroristen’. Opnieuw maakte een koor van EU-ministers van Buitenlandse Zaken bezwaar en het besluit werd binnen enkele uren teruggedraaid. Vergelijkbare spanningen leken zich voor te doen op 27 oktober, toen Europese afgevaardigden bijeenkwamen voor een VN-stemming over de vraag of er opgeroepen moest worden tot ‘een dringend, duurzaam en permanent humanitair staakt-het-vuren in Gaza’. Oostenrijk, Hongarije, Tsjechië en Kroatië stemden tegen; Finland, Duitsland, Griekenland, Italië, Nederland, Polen en Zweden onthielden zich en België, Ierland, Frankrijk, Luxemburg, Malta, Portugal, Slovenië en Spanje stemden voor.

Sommige Europese leiders hebben hun eigen standpunten over de oorlog herhaaldelijk tegengesproken. In een nauwelijks verholen aanval op von der Leyen verklaarde Josep Borrell, de EU-buitenlandleider, dat “Israël recht heeft op zelfverdediging, maar dat deze zelfverdediging in overeenstemming moet zijn met het internationaal recht”. Kort daarna leek hij echter zijn volledige steun te geven aan de Israëlische oorlogsdoelen, door erop aan te dringen dat Hamas moet worden geëlimineerd “als een politieke en militaire macht” – zonder rekening te houden met de gevolgen voor de burgerbevolking. In een interview met Al-Jazeera werd Borrell gevraagd of de Hamas-aanval een oorlogsmisdaad was en hij antwoordde ondubbelzinnig ‘ja’. Op de vraag of de voortdurende Israëlische aanval op Gaza er een was, zei hij “Ik ben geen advocaat”.[i]

Emmanuel Macron heeft sinds 7 oktober ook tegenstrijdige signalen gegeven. Handenwringend had hij het over het stijgend aantal doden, en hij verwierp het idee dat “we terrorisme kunnen bestrijden door onschuldige mensen te doden”. In een toespraak voor de BBC betreurde hij het groeiende aantal kinderen dat door Israëlische luchtaanvallen wordt verpulverd en drong hij er bij Netanyahu op aan om de campagne te stoppen. Hij werd de eerste leider van de G7 die opriep tot een staakt-het-vuren. Maar na een woedende reactie vanwege Israël werd hij gedwongen om op zijn opmerkingen terug te komen. Naast zijn pleidooi voor vrede heeft Macron ook voorgesteld om een internationale militaire coalitie tegen Hamas op te richten, die volgens hem ‘zonder genade’ moet worden bestreden. Zijn medewerkers haastten zich om te verduidelijken dat dit niet noodzakelijkerwijs Franse soldaten op de grond zou betekenen. Een anonieme Franse diplomaat vatte Macrons standpunt samen als ‘de ene dag pro-Israël, de volgende dag pro-Palestijns’.

Van de lidstaten is Ierland misschien wel het meest uitgesproken in zijn kritiek op Israël, waarbij premier Leo Varadkar volhoudt dat “Israël niet het recht heeft om onrecht aan te doen”. In tegenstelling tot de Commissie heeft zijn regering consequent gepleit voor een staakt-het-vuren en beloofd aan te dringen op EU-sancties tegen kolonisten op de Westelijke Jordaanoever. Maar er gaapt een diepe kloof tussen retoriek en beleid. Toen Sinn Féin en de sociaaldemocraten parlementaire moties indienden waarin werd opgeroepen tot de uitwijzing van de Israëlische ambassadeur, het opleggen van sancties en de verwijzing van Israël naar het Internationaal Strafhof, verwierp Varadkar ze zonder meer allemaal. Sindsdien zijn er bewijzen opgedoken dat de VS de luchthaven Shannon in Dublin zou gebruiken om wapens naar Israël over te brengen. Uit gegevens van het ministerie van Transport blijkt dat er sinds oktober een ongewoon hoog aantal vergunningen voor civiele munitie is geweest – het hoogste aantal sinds 2016 en een stijging van 42% ten opzichte van de maand ervoor. Toch weigert de regering de kwestie aan te pakken en heeft ze een motie weggestemd om Amerikaanse troepen te verbieden de luchthaven te gebruiken.

In Spanje voltrekt zich een soortgelijke dynamiek. Na zijn herverkiezing heeft premier Sánchez beloofd zich in te zetten voor de internationale erkenning van een Palestijnse staat. Hij betwijfelt of Israël zich wel aan het oorlogsrecht houdt en omschrijft de aanval als ‘buitenproportioneel’. In een toespraak tot het Europees Parlement verklaarde hij dat “het tijd is om openlijk te spreken over wat er in Israël en Palestina gebeurt”. Maar wanneer leden van Sánchez’ kabinet ‘openlijk spreken’, pakt hij het iets anders aan. Podemos-leider Ione Belarra ging verder dan welke andere Spaanse politicus ook door Israël te beschuldigen van ‘genocide’ en op te roepen tot een aanklacht tegen Netanyahu wegens oorlogsmisdaden. Kort daarna werd ze ontslagen als minister van Sociale Rechten. Sánchez mag dan wat soundbites produceren over het beschermen van burgers, zijn regering staat volledig achter de uitroeiing van Hamas en de terugkeer van de Palestijnse Autoriteit naar Gaza – vermoedelijk begeleid met de bajonetten van IDF, het Israëlische leger.

Duitsland blijft natuurlijk niet bereid om ook maar enige zinvolle kritiek op Israël toe te staan. Het heeft strenge censuur opgelegd aan Palestijnen en mensen die hun zaak steunen, met grof geweld worden vreedzame solidariteitsmarsen in de grote steden onderdrukt. Sommige Bundesländer overwegen om van de “erkenning van Israëls bestaansrecht” een vereiste te maken voor staatsburgerschap. Dit is nauwelijks een verrassing, gezien het aanhoudende Holocaust-schuldgevoel van het land en zijn ultra-atlantische oriëntatie sinds de Zeitenwende [ii]. Men mag erop vertrouwen dat de groene minister van Buitenlandse Zaken Annalena Baerbock elk standpunt van het Witte Huis over Oekraïne en Palestina napraat: grootschalig gemilitariseerd verzet tegen de ene bezetting, onverzettelijke materiële steun voor de andere. Ze houdt vol dat een staakt-het-vuren gewetenloos is omdat het Hamas alleen maar zou helpen. Toch heeft zelfs zij haar lijn de afgelopen weken gematigd: eerst suggereerde ze dat er wat meer humanitaire hulp Gaza in mocht, daarna drong ze er bij Israël op aan om haar militaire strategie aan te passen om de impact op burgers te verminderen.

Wat verklaart de onsamenhangende reactie van de EU op de verschrikkingen in het Midden-Oosten? Het zou gemakkelijk zijn om de uiteenlopende retoriek tussen bijvoorbeeld Dublin en Berlijn te zien als een teken van een echt meningsverschil, een uiting van de antikoloniale impulsen van de eerste tegenover de zionistische sympathieën van de tweede. Maar hoewel dergelijke binnenlandse politieke verschillen kunnen meespelen, kunnen ze ook een meer fundamentele eensgezindheid verdoezelen.

Sinds de invasie van Oekraïne heeft de EU haar fantasieën over ‘strategische autonomie’ opgegeven om voluit te gaan voor haar rol als vazal van de Verenigde Staten. De EU-staten zijn tevreden om de tandenloze waakhonden van het Amerikaanse imperium te zijn. Je zou kunnen denken dat zo’n onvoorwaardelijke loyaliteit de beslissingen van de EU op het gebied van buitenlands beleid zou vereenvoudigen, omdat ze alleen maar die van Washington hoeven na te doen. Maar het is niet zo eenvoudig om achter het Witte Huis te gaan staan als het Witte Huis zelf een zeer dubbelzinnige positie inneemt. De afgelopen weken ondervond Washington moeilijkheden om een consistente strategie aan te houden. Het herbevestigde zijn ‘solidariteit’ met Israël, omzeilde het Congres om 14.000 stuks tankgeschut te leveren, het sprakbij de VN zijn veto uit over oproepen tot een staakt-het-vuren en deed er alles aan om zijn bondgenoot te beschermen tegen aansprakelijkheid. Tegelijkertijd heeft het geleidelijk de kritiek op de Israëlische militaire tactieken opgevoerd, sancties opgelegd aan de Israëlische kolonisten en aangegeven dat de oorlog misschien niet lang meer zal duren.

Het is duidelijk dat de regering Biden klem zit tussen reflexmatige steun voor Israëls oorlog en onzekerheid over de implicaties ervan, waaronder het aanwakkeren van een breder regionaal conflict, het ontrafelen van de Abraham Akkoorden [iii] en het permanent beschadigen van het aanzien van de VS in de Arabische wereld. Haar verwarde retoriek – het groen licht geven voor Netanyahu’s bloedbaden en er achteraf over klagen – weerspiegelt deze hachelijke positie. In haar poging om het voorbeeld van Washington te volgen heeft de EU alleen maar de verwarring van de VS herhaald. Europese staten zijn misschien bereid om Tel Aviv in verschillende mate te straffen. Maar samengenomen proberen ze elk de instincten van de hegemon te kanaliseren. Hun onhandige pogingen laten zien dat dit geen gemakkelijke taak is.

 

(*) De auteur Lily Lynch is afkomstig uit Californië, studeerde in Berkeley en aan de London School of Economics . Ze woont in Belgrado en is medeoprichter en hoofdredacteur van het tijdschrift Balkanist. Ze publiceert onder andere in New Left Review. Dit artikel verscheen op 14 december in Sidecar, de blog van New Left Review, onder de titel Conjuring Trick (de goocheltruc). Nederlandse vertaling Ander Europa. De voetnoten zijn van de vertaler.

[i] Zie Ander Europa, Borrell, de gepersonaliseerde EU-hypocrisie.

[ii] ‘Zeitenwende’, Duits voor ‘historische ommekeer’. Verwijst naar een speech door kanselier Scholz op 27 februari 2022, enkele dagen na de Russische inval in Oekraïne. Hij benoemde dit feit als een Zeitenwende voor de Duitse buitenlandpolitiek, waarbij de traditionele terughoudendheid van de Bundeswehr zou verlaten worden. Er werd meteen een extra-injectie van 100 miljard euro in het Duits leger aangekondigd.

[iii] Abraham Akkoorden: onder aanstuwen van de VS in 2020 ontstane bilaterale akkoorden voor de normalisatie van de betrekkingen tussen Israël en Arabische landen (Verenigde Arabische Emiraten, Bahrein, Marokko).

 


 

 

Een reactie op “Europees woordengegoochel rond Israël”

  1. Uitstekend samengevat ik kan er uit besluiten dat “Luister naar wat ik zeg , maar kijk niet wat ik doe ” !de slogan is van onze Westerse Democratische Leiders?

Laat een reactie achter

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *