12 juli 2013 – De Europese Commissie wil een Europees agentschap oprichten dat zich binnen de eurozone bezighoudt met banken in moeilijkheden: wanneer een bank gaat wankelen moet dat agentschap een plan uitwerken om de bank te redden of te likwideren. Over de beslissing een bank te likwideren zou de Europese Commissie zelf het laatste woord hebben, behalve wanneer het land van de bank in kwestie met belastinggeld over de brug moet komen. In dat geval moet het betalende land akkoord gaan.
Na het akkoord om de Europese Centrale Bank bevoegd te maken voor het toezicht op de banken wordt zo een tweede pijler toegevoegd aan de zogenaamde ‘bankenunie’ binnen de eurozone.
Volgens het voorstel komt er na verloop van tijd een Europees fonds, gespijsd door de banken in de eurozone, om de reddingsoperaties en likwidaties te helpen financieren. Ook de aandeelhouders en kredietverleners van de betrokken bank zouden delen in de kosten. Zo zou het kunnen dat op den duur het land van de betrokken bank geen belastinggeld op tafel hoeft te leggen om de likwidatie van de bank te financieren. De Europese Commissie beslist dan soeverein wankelende banken binnen de eurozone te sluiten.
Volgens Europees Commissaris Michel Barnier kan dat allemaal op basis van de bestaande verdragen. Artikel 114 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie geeft de Europese Unie immers de bevoegdheid wetgevend op te treden wanneer dat nodig is om de eengemaakte markt te laten werken. Met dat artikel kan je ongeveer elk Europees wetgevend initiatief een juridische basis geven, wat de Europese leiders dan ook regelmatig doen wanneer het hen goed uitkomt.
De Duitse minister van financien Wolfgang Schauble ziet het echter niet zo: volgens hem gaat het ditmaal over een nieuwe belangrijke overdracht van bevoegdheden naar Europa, en kan dat niet zonder de Europese Verdragen aan te passen.
Opvallend in de media is dat iedereen ervan uitgaat dat achter de ‘juridische’ argumenten van beide partijen verschillende visies schuilgaan over de eurocrisis en de manier om ze op te lossen. Elke partij in het debat bouwt een juridisch vertoog op in functie van de eigen agenda. Het Europese recht blijkt zeer rekbaar.
De Duitsers willen geen Duits geld steken in Europese fondsen dat dan gebruikt wordt om banken in zwakkere eurolanden te redden of op te doeken zonder te veel collaterale schade. Zij eisen dus eerst een aanpassing van de Europese Verdragen, waarvan ze weten dat die er niet gaat komen.
De Europese Commissie wil de situatie doorbreken waarbij landen in de eurozone meegesleurd worden in de val van hun banken, en zo de stabiliteit bedreigen van de euro. Daarom pleit zij voor Europese mechanismen om dergelijke situaties aan te pakken. Die wil zij doorduwen zonder het riskante proces van verdragsherzieningen, en dus verwijst zij naar artikel 114 dat al eerder goede diensten heeft bewezen. (fs)