Komende evenementen

‘Europees tienjarenplan voor handel en ontwikkeling’ gewogen en te licht bevonden door 11.11.11

door 11.11.11, januari 2012

Op 27 januari 2012 maakte de Europese Commissie bij monde van commissaris Karel De Gucht (handel) en zijn collega voor Ontwikkelingssamenwerking Andris Piebalgs een “10-jarenplan voor handel en ontwikkeling” bekend. Het volledig document is alleen in het Engels beschikbaar, er is wel een nederlandstalig persbericht van de Commissie.  Hieronder vindt u een eerste analyse van het plan door 11.11.11, de Vlaamse koepel van de Noord-Zuidbeweging. “In eerste instantie gericht op de ontwikkeling van Europa, eerder dan dat het plan kansen bevat voor het Zuiden”, zo luidt de conclusie

 

“11.11.11 verwelkomt weliswaar de uitgebreide steun aan de handelscapaciteiten van de ontwikkelingslanden, maar merkt op dat dit niet kan verhullen dat dit niet de kern uitmaakt van het Europese handelsbeleid. Een beleid dat dikwijls zeer haaks staat op duurzame ontwikkeling. Hieronder vindt u in het kort waarom de ngo-koepel tot deze conclusie komt.

1.
De offensieve handelsstrategienota’s van 2006 (Global Europe) en 2010 (Trade, Growth and World Affairs) zijn vrijwel helemaal gericht op het openen van de markten van het Zuiden (enkel in 2010 is een klein stukje toegevoegd over de handelsstrategie ten aanzien van de ontwikkelde landen). Hoofdbedoeling van deze strategie: er voor zorgen dat de EU kan meesurfen op de groei in de ontwikkelingslanden. Daarvoor moeten ontwikkelingslanden hun markten openen voor Europese producten, diensten en investeringen en de bescherming en ondersteuning van hun economie afbouwen.

2.
Bij het nasteven van haar handelsbelangen houdt de EU weinig rekening met :

  • Het ontwikkelingsniveau van de ontwikkelingslanden: de EU gebruikt standaardmodellen voor de handelsakkoorden, en de armste ACP landen moeten daar net zo goed aan meedoen als de meer competitieve groeilanden. De EU weigert hoe langer hoe meer om met die achterstand rekening te houden, verhoogt zijn eisen tot markttoegang en schaft ontwikkelingshulp voor middeninkomenslanden af.
  • De toegang tot geneesmiddelen: de EU probeert systematisch de levensduur van patenten te verlengen en de productie van generische geneesmiddelen op de lange baan te schuiven (via de gegevensbescherming)
  • De betere milieubeschermingsmaatregelen die landen hebben aangenomen: Zuid-Korea werd onder druk gezet om de invoer van Europese auto’s toe te laten ook al voldoen die niet aan de Koreaanse milieunormen
  • De inspanningen van ontwikkelingslanden om regionale integratie te versterken: de druk van de EU om tot vrijhandelsakkoorden te komen heeft geleid to breuken in de regio’s van de Andes, West-Afrika, Centraal Afrika, Oostelijk Afrika, Zuidelijk Afrika, de Indische Oceaan, de Stille Oceaan, ASEAN
  • De voedselzekerheid en de inkomenszekerheid van de plattelandsbevolking: de EU voert gesubsidieerde landbouwproducten uit en dringt tegelijk aan op de liberalisering van de landbouw in het Zuiden. en maakt het landen meer afhankelijk van de zeer onstabiele wereldmarkt.
  • – de mensenrechten en de arbeidsrechten: de EU ziet er geen graten in om een handelsakkoord af te sluiten met een land dat bekend staat als het meest gevaarlijke voor vakbondsmensen ter wereld (Colombia), noch met landen die onder sancties staan wegens militaire staatsgrepen (Fiji, Madagaskar) of schendingen van de mensenrechten (Zimbabwe).
  • De pogingen van landen om een eigen industrie op te bouwen op basis van hun grondstoffen: de EU wil de beperkingen op de uitvoer van grondstoffen verbieden en belemmert zo de uitbouw van lokale verwerking.
  • De mening van burgers, boerenorganisaties, vakbonden, kleine producenten, consumenten: Het handelsbeleid is zeer ondoorzichtig, onderhandelingen verlopen achter gesloten deuren, onderhandelingsvoorstellen zijn geheim, parlementen worden niet geconsulteerd, de EU raad ontwikkelingslanden zelfs af om waarnemers van het middenveld tot onderhandelingen toe te laten

3.
Een alsmaar groter deel van de Europese ontwikkelingshulp wordt besteed aan handelsgerelateerde hulp en de Europese ontwikkelingshulp komt steeds meer ten dienste te staan van de Europese handelsagenda.
Commissaris Piebalgs heeft er in zijn eigen beleidsnota Agenda for Change geen twijfel over laten bestaan: ook de Europese ontwikkelingshulp moet zijn bijdrage leveren om de Europa 2020 doelstellingen te halen. De handelsgerelateerde hulp moet dus ook de Europese economische belangen dienen.

11.11.11 en haar leden ijveren voor een doorzichtig en democratisch handelsbeleid waarin de stem van al de burgers wordt gehoord. Handel moet ten diensten staan van ontwikkeling en in haar relaties met ontwikkelingslanden moet de EU ten volle rekening houden met hun noden en beperkingen. Wil de EU dat haar handelsbeleid bijdraagt aan een ontwikkeling die duurzaam en inclusief is en de millenniumontwikkelingsdoelen dient, dan zal het zijn offensieve en gestandaardiseerde aanpak moeten verlaten en samen met ontwikkelingslanden zoeken naar gepaste handelsmaatregelen. Bovendien moet de EU aanvaarden dat handelsbeleid uit meer kan bestaan dan enkel liberalisering, bijvoorbeeld marktregulering.”

Meer info: Contacteer Hendrik Van Poele

 

Reacties plaatsen niet mogelijk