30 juni 2020 – In mijn artikel “Het fake news van de Europese Commissie over coronahulp aan de lidstaten” analyseerde ik een ‘taartgrafiek’ van de Europese Commissie, bovenaan getiteld “#coronavirus crisis EU economic response” en onderaan voorzien van een indrukwekkend bedrag: €3,390,000,000,000, of voor de niet-wiskundigen: drieduizenddriehonderdnegentig miljard euro. Het eerste taartstukje dat ik becommentarieerde had betrekking op SURE, Engels acroniem dat betekent: ‘Steun voor de beperking van het werkloosheidsrisico in een noodsituatie’, een initiatief dat de Commissie aankondigde op 2 april 2020. De prijzenswaardige bedoeling ervan: overheden helpen bij de financiering van de tijdelijke werkloosheid, veroorzaakt door de corona-lockdown.
Ik stelde me meteen wel wat vragen bij de degelijkheid van de Europese aanpak van dit probleem. Voor SURE werd 100 miljard euro vooropgesteld. Of dit toereikend is weet ik niet, maar ik vroeg me af: waar haalt de EU, die zelf maar een jaarbudget van ongeveer 150 miljard heeft, de 100 miljard euro voor SURE? Het antwoord doet toch wat vragen rijzen: eerst moeten lidstaten op vrijwillige basis 25 miljard euro toezeggen als garantiefonds waarmee de Europese Commissie leningen kan afsluiten ten bedrage van 100 miljard. Vervolgens kunnen lidstaten die het willen een deel van de 100 miljard krijgen, maar dan als lening die later moet terugbetaald worden en waarop jaarlijks rente moet betaald worden; het enige voordeel is dat de Commissie goedkoper kan lenen dan de meeste lidstaten.
Over SURE kon ik sinds de aankondiging ervan verder niets vernemen, en daarom stelde ik op 9 juni enkele vragen daarover aan Europe Direct, een dienst van de Europese Commissie die antwoordt op vragen van burgers i.v.m. EU-aangelegenheden. Alle 24 erkende talen in de EU zijn goed, antwoord binnen drie werkdagen, of het moet een moeilijke vraag zijn. Dat laatste leek toch niet het geval te zijn voor mijn vraagjes: welke lidstaten hebben al toegezegd om bij te dragen in het garantiefonds van 25 miljard, en hoeveel? Welke lidstaten toonden belangstelling om gebruik te maken van SURE, of kregen eventueel al een leningschijf?
Misschien toch moeilijker dan gedacht, een week later nog geen antwoord en dus op 16 juni een korte herinnering gestuurd naar Europe ‘Direct’. Uiteindelijk op 25 juni, meer dan twee weken na mijn vraag, een antwoord. Of toch iets dat daarvoor moet doorgaan: “After consulting with the relevant department of the European Commission, we would like to advise you to consult the following links for information about the current status of SURE”; volgen enkele links naar de aankondiging van SURE begin april, en naar het Europees herstelplan in het algemeen. Geen enkel antwoord dus op mijn concrete vragen, na meer dan twee weken. Met een kluitje in het riet…
Op 27 juni heb ik dus mijn vraagjes opnieuw gesteld, deze keer in het Nederlands. Het was misschien een fout van mijn kant geweest, ik had gedacht dat mijn vraag vlotter kon behandeld worden in de lingua franca van de EU, maar blijkbaar beheerst men bij Europe Direct het Engels minder goed dan gedacht.
Of ben ik zo onbehouwen om in de verwijzing naar documenten van begin april niet de boodschap te zien dat het SURE-programma (nog) niet verder gekomen is dan bij zijn aankondiging?
(H. Michiel)
Laat een reactie achter