Willem Bos, juni 2008
Het Ierse referendum maakt nog eens duidelijk dat de tijd dat een Europese elite zonder veel problemen haar plannen door kon voeren achter ons ligt. Ongetwijfeld zal nu aangevoerd worden dat het grote aantal Ierse neestemmers het gevolg is van specifieke Ierse omstandigheden, zoals na de referenda in Frankrijk en Nederland allerlei specifieke Franse en Nederlandse redenen werden genoemd. In werkelijkheid is in een heel groot deel van Europa sprake van grote reserves ten aanzien van de Europese politiek en de Europese instituties.
Die kloof tussen de Europese burgers en de Europese politiek lijkt de afgelopen jaren alleen maar groter geworden. Van beide kanten kijkt men met wantrouwen naar de overkant. Illustratief is de gang van zaken bij het tot stand komen van de laatste twee verdragen. Het grondwettelijk verdrag werd geschreven door een breed samengestelde conventie met onder andere nationale en Europese parlementariƫrs. Haar werkzaamheden werden gekenmerkt door een zekere mate van transparantie en maatschappelijke organisaties werden geconsulteerd. Het eindresultaat zou in een aantal landen in een referendum aan de bevolking worden voorgelegd. Maar na de referenda in Frankrijk en Nederland ging het mis. Referenda in Portugal, Denemarken, Ierland en Groot-Brittanniƫ werden afgelast en in grote beslotenheid werd gewerkt aan een nieuw verdrag. Geen nieuwe conventie, geen consultaties en geen transparantie. Het nieuwe verdrag dat uiteindelijk uit de hoge hoed kwam, verschilde in vorm van de grondwet maar stemde er qua inhoud mee overeen. Het was nu geen grondwet meer, dus hoefden er ook geen referenda over gehouden te worden, vonden de politici. Behalve dan in Ierland waar een dergelijk referendum grondwettelijk verplicht is.
Deze hele gang van zaken is moeilijk anders te zien dan als een voortdurend blijk van wantrouwen van de Europese elite tegenover de bevolking. De afgelopen week is de druk op de Ierse kiezers behoorlijk opgevoerd. Als zij niet instemden met het nieuwe verdrag zouden er maatregelen moeten worden genomen en desnoods zou Ierland uit de EU moeten worden gezet, werd van verschillende kanten betoogd. āWij kunnen ons met 500 miljoen Europeanen niet laten gijzelen door een paar miljoen Ierenā, hoorde ik een VVD-EuroparlementariĆ«r heldhaftig roepen. Daarbij even vergetend dat die 500 miljoen Europeanen, mede dankzij de heel wat minder heldhaftige opstelling van de VVD in het parlement, helemaal niet de kans hebben om zich uit te spreken.
Een dergelijke aanpak is natuurlijk de beste manier om het wantrouwen van de bevolking te versterken. Hoe meer er gedreigd en doorgedrukt wordt hoe groter de weerstand; hoe groter de weerstand van de bevolking hoe meer de neiging van de elite om haar plannen door te drukken. Is deze spiraal nog te doorbreken? Dat zal heel moeilijk zijn. Maar als we met Europa niet terecht willen komen in een soort oligarchie waarbij de bevolking steeds verder buiten spel wordt gezet, zal er voor een andere aanpak moeten worden gekozen. Een democratische doorstart van Europa is noodzakelijk. Centraal daarbij moet staan het betrekken van de bevolking bij de toekomst van Europa. In een brede en open discussie zal gepraat moeten worden over vragen als: wat voor een Europa willen we, waar moet Europa zich wel en niet mee bezighouden, welke structuur moet Europa hebben? Een dergelijk debat zou uit moeten monden in de verkiezing van een Europese conventie die in een open en democratisch proces een basis voor een nieuw Europa kan ontwikkelen. Het voorstel, of verschillende voorstellen, van die conventie zou vervolgens in referenda aan de Europese bevolking voorgelegd moeten worden. Een dergelijke aanpak, die natuurlijk verder uitgewerkt moet worden, is door ons en anderen al naar voren gebracht toen in 2001 de grondwetconventie werd opgezet. We hebben het herhaald na het referendum in 2005. Deze voorstellen werden steeds als utopisch, te kostbaar en te tijdrovend ter zijde geschoven. Inmiddels zijn we zeven jaar verder. Er zjn miljarden uitgegeven aan propaganda voor dit Europa, terwijl de scepsis onder de bevolking alleen maar is gegroeid. Het is nu tijd om de koers te wenden en te gaan werken aan een democratisch Europa.