20 juli 2020 – De top van staats- en regeringsleiders van de EU sleept zich door het vierde etmaal van onderhandelingen over een Europees economisch herstelplan. Zoals altijd komt er wel een of ander compromis uit de bus, het een al slechter dan het andere. Op het eerste gezicht zijn het de ‘vrekkige vier’ (Nederland, Oostenrijk, Denemarken en Zweden), inmiddels bijgetreden door Finland, die zich niet bereid tonen tot ‘solidariteit’ met de door de coronacrisis meest getroffen landen zoals Spanje en Italië. Maar dergelijke analyse is wel wat kortzichtig, ze doet alsof er nooit iets geweest is als een Trojka, die op een minstens even brutale manier als de huidige ‘vrekkige vier of vijf’ de Griekse bevolking op het altaar van het Europees neoliberalisme offerde. Waren Merkel en Schäuble niet in de wolken met een Jeroen Dijsselbloem die brutaler dan zijzelf de Grieken durfde te kastijden?
Het Europees beleid heeft sinds de financiële crisis in 2008 uitbrak de ‘vrekkigheid’ meer dan ooit als deugd gepromoveerd, en staat nu verstomd over het broedsel dat ze aan eigen borst zoogde. De kwaal zit dieper dan dat. De Europese Unie is gebouwd op de principes van de economische concurrentie, de vrijheden opgenomen in haar geboorteakte (1957) zijn die van het kapitaal, niet van de mensenrechten. In die optiek moeten staten over beperkte middelen beschikken, en die inzetten zodat het kapitaal zich kan ontplooien. De hele politieke klasse is in die richting geëvolueerd, inclusief degenen van wie men het minst zou mogen verwachten: drie van de vijf ‘vrekken’ zijn sociaaldemocraten (Stefan Löfven en Zweden, Mette Fredriksen en Denemarken en Sanna Marin in Finland).
Maar een maatschappij kan zich onmogelijk in stand houden gebaseerd op de ‘wetten van de markt’. Dat zien niet alleen Conte in Italië en Sanchez in Spanje nu in, maar zelfs Merkel en Macron. Ze vloeken in de neoliberale kerk, en willen zelfs gratis geld uitdelen om de hele winstmachine toch maar opnieuw op gang te trekken. Zover kijkt de ‘vrek’ Rutte niet, zijn blik beperkend tot de verkiezingen van maart 2021. Het Nederlands kapitaal heeft, net als het Duitse, nochtans alle voordeel van een goed geoliede Europese winstmachine.Met een economietje als het Griekse kon men het zich nog permitteren de spierballen te rollen, maar bij Italië en Spanje ligt dat eventjes anders…
Het compromis dat vandaag, morgen, binnen een week of enkele maanden uit de Europese bus zal komen zal wel weer goed genoeg zijn om de EU naar de volgende crisis te slepen. Maar hopen dat dit broedsel ooit vervelt tot een ‘Sociaal Europa’ lijkt bij elke nieuwe crisis nog wat onwaarschijnlijker. Zelfs de oproepen voor het behoud van de rechtsstaat in Hongarije en Polen klinken hol uit de mond van een EU die al duizenden drenkelingen op het geweten heeft. (hm)
Laat een reactie achter