6 oktober 2015 – De Turkse president Recep Tayyip Erdogan was op bezoek in Brussel. Hij kwam praten over Syrië.
Zijn agenda is duidelijk: hij wil de Syrische dictator Bashar al-Assad weg. Het verdwijnen van deze bondgenoot van Iran zou de positie van Turkije als regionale macht versterken. Erdogan gebruikt de vluchtelingencrisis om de EU onder druk te zetten. De EU moet meer middelen vrijmaken om Syrische rebellen te trainen, meewerken aan het instellen van een no-fly zone en van “veilige havens” op Syrisch grondgebied: afgebakende gebieden in Syrië met steden waar vluchtelingen een veilig onderkomen kunnen vinden.
Nu moet je geen groot strateeg zijn om te begrijpen wat de implicaties zijn van de voorstellen van Erdogan. Enkele miljoenen mensen in Syrië zelf een veilig onderkomen bieden kan enkel met een grootscheepse militaire aanwezigheid op de grond. Daar dankt de EU feestelijk voor. Angela Merkel wil “geen nieuw Srebrenica”, refererend aan het onvermogen van Europese troepen mensen tijdens de Balkanoorlogen een veilig onderkomen te bieden.
Maar Erdogan heeft geen zin met lege handen naar huis te gaan, zeker nu Rusland Assad een helpende hand rijkt.
Vluchtelingen buiten houden
Erdogan weet dat de EU hem nodig heeft om de Syrische vluchtelingen uit Europa te houden. De EU vraagt Erdogan zes extra kampen in te richten op Turks grondgebied die samen twee miljoen Syrische vluchtelingen zouden kunnen opvangen. De EU is bereid hiervoor geld op tafel te leggen. Zij vraagt ook dat deze mensen het recht zouden krijgen in Turkije te werken. Van haar kant zou de EU dan bereid zijn nog eens 500.000 Syrische vluchtelingen op te nemen (hoe die verdeeld worden ziet men later wel).
De EU wil in elk geval zoete broodjes bakken met Erdogan. Hij moet niet bang zijn voor kritiek op de oorlog die hij voert tegen de Kurden in het kader van zijn pogingen een autoritair presidentieel regime in te voeren (via het oppeppen van nationalistische gevoelens hoopt Erdogan in de verkiezingen op 1 november voldoende zetels te halen voor een herziening van de grondwet).
Een rapport met kritiek op het gebrek aan democratie en respect voor de mensenrechten in Turkije moest verschijnen net voor de Europese Top half oktober. Maar die Top gaat juist over de vluchtelingencrisis. Dus werd het kritische rapport verschoven naar een latere datum. Ook zou Duitsland nu zijn bezwaren inslikken tegen het opnemen van Turkije op de Europese lijst van “veilige landen”, waarvan dus geen vluchtelingen meer erkend zouden worden (fijn voor de Kurden, bedreigde persmensen en dergelijke!). Misschien wordt ook de visaplicht voor bezoekers uit Turkije afgeschaft, al ligt daar de kwestie Cyprus in de weg.
Een Europees diplomaat verklaarde off the record dat het Turkse regime niet echt sympathiek is, maar dat de vluchtelingencrisis de EU dwingt zaken te doen met Erdogan. Deze laatste is trouwens beste maatjes met Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker. De Financial Times meldt dat Juncker een van de weinigen is van wie Erdogan duldt dat ze in zijn aanwezigheid roken. (Fs)