Komende evenementen

Een kritische blik op ‘de EU als vredesproject’

 

door Herman Michiel
16 mei 2024

  

Ik heb het altijd vreemd gevonden dat zo weinig commentatoren vraagtekens plaatsen bij de voorstelling van de Europese Unie, of haar voorloper de Europese Economische Gemeenschap EEG, als een vredesproject. Als ‘bewijs’ wordt dan steevast aangevoerd dat er na de Tweede Wereldoorlog geen gewapende conflicten meer waren op Europese bodem, op de NAVO-oorlog tegen Servië in 1999 na. Maar ex-Joegoslavië was dan ook niet de EU, en bovendien was de oorlog nodig om “een humanitaire catastrofe te voorkomen”, aldus de westerse doxa.

Maar kan men spreken van een ‘vredesproject’ als het motto blijkbaar is: “Oorlog? Zolang het maar niet bij ons is!” Ik heb het nu niet over de oorlog die wij zo royaal steunen, zolang hij maar op Oekraïense bodem uitgevochten wordt. Ook niet over Israel’s oorlog tegen de Palestijnen, waarbij de grootste diplomatieke inspanningen van de EU erop gericht zijn vooral geen Palestijnse oorlogsvluchtelingen richting Fort Europa te laten komen. Ik heb het eerder over de stichtingsperiode van de EEG/EU in de jaren 50-60, toen de herinnering aan de grootste oorlog in de wereldgeschiedenis nog vers in het geheugen lag. Het eind van die oorlog bleek het beginsignaal te zijn voor Frankrijk om een jarenlange slachting te beginnen die honderdduizenden Algerijnen het leven zou kosten, in een laatste stuiptrekking van Parijs om zijn Noord-Afrikaanse kolonie. Terzelfdertijd voerde het Franse leger een bloedige oorlog in Indochina, een gevecht dat Parijs in 1954 (Dien Bien Phu) moest opgeven en doorgeven aan Washington. Twee jaar later spannen Fransen, Britten en Israëli’s samen om Nasser een lesje te leren; het Suezkanaal als westers bezit moest desnoods met de wapens bevestigd worden. En ongeveer simultaan met het tekenen van het befaamd akkoord van Rome waarmee de EEG tot stand kwam bedisselden de regeringen van Frankrijk, Duitsland en Italië een geheim akkoord voor de ontwikkeling van wapens, inclusief kernwapens.

Al zetten deze en gelijkaardige historische feiten de theorie op losse schroeven van het Europees project, geboren uit de afschuw voor oorlog, toch blijft het een deel van de Europese canon dat door weinig ‘Europakenners’ doorprikt wordt. Maar er zijn er! Hans Kundnani’s professioneel curriculum lijkt zeer mainstream (Senior Research Fellow at Chatham House in London, Senior Transatlantic Fellow in the Europe Program of the German Marshall Fund in Berlin, Research Director at the European Council on Foreign Relations) maar dat maakt zijn commentaar in Redefining Peace des te interessanter.

Ingaand op een open tribune van Europese raadsvoorzitter Charles Michel, met dezelfde boodschap als de EU ‘hoge vertegenwoordiger voor de buitenlandbeleid’ Josep Borrell (“als we vrede willen moeten we ons op oorlog voorbereiden”), stelt Kundnani dat veel EU-gezinden hierin de boodschap zien dat de EU, ten gevolge van de Russische inval in Oekraïne, aan het veranderen is, of moet veranderen. “De EU-gezinden idealiseren hierbij de geschiedenis van de EU als een ‘vredesproject’”, schrijft hij. “Want Europa verwierp na WOII nooit de oorlog in het algemeen, alleen de oorlog onderling.”. “In de pro Europese verbeelding”, schrijft hij verder, “muteerde de specifieke verwerping van militair geweld tegen andere EU lidstaten in het idee dat Europeanen op een unieke manier vreedzaam zijn.” Hij stelt verder vast wat ik ook reeds aanhaalde bij de aanduiding van de EU als de winnaar van de Nobelprijs van de vrede in 2012: terwijl Robert Schuman zijn befaamde verklaring aflegde in 1950 en daarbij de start inluidde van het idee van de EU als vredesproject, was Frankrijk bezig een brutale koloniale oorlog uit te vechten in Indochina. En als het verdrag van Rome werd getekend in 1957, was Frankrijk bezig met een andere koloniale oorlog, namelijk in Algerije, en een andere in Kameroen. En als de Europeanen na de Koude Oorlog best bereid waren om militair geweld te gebruiken, in veel grotere mate dan China, bleven ze zich verbeelden op een unieke manier vreedzaam te zijn.

Voor zover de EU toch staat voor vrede, zegt Kundnani, kunnen we die zien als ‘blanke vrede’: vrede met elkaar, eerder dan met de rest van de wereld. Het zal geen toeval zijn dat hij verleden jaar een boek uitgaf onder de titel Eurowhiteness: Culture, Empire and Race in the European Project. Wat er aan het veranderen is volgens Kundnani is niet zozeer dat de EU een ‘oorlogsproject’ aan het worden is, maar dat er duidelijker gedefinieerd wordt wie er toe behoort en wie niet. Oekraïne hoort erbij, Rusland niet.

 


 

 

Een reactie op “Een kritische blik op ‘de EU als vredesproject’”

  1. Bravo Herman, U verwoordt het prachtig .Ik deel uw mening de EU is nooit een vredeproject geweest het is een Kapitalistisch project dat tot stand kwam via het USA Marshall plan en ter bescherming van een afzetmarkt. Het Marshall plan was een economisch programma maar de crisis die het afwendde was Politiek . In het CIA rapport van April 1947 staat : ” De grootste bedreiging voor de veiligheid van de USA is de mogelijkheid dat de economie van West-Europa zal instorten en dat vervolgens communistische elementen aan de macht komen ” ! In de echte wereld draait het om eigen belang niet om idealisme. De EU is een pragmatisch antwoord op één (meerdere) economische problemen en niet een weloverwogen strategie strevend naar een bepaald doel zoals een vredeproject . Er was de naakte vaststelling dat een economisch herstel (wederopbouw) niet langer haalbaar was op nationaal niveau en dat gezamenlijk handelen efficiënter zou zijn (op zachte dwang ? van de US). Maar om dat economisch verhaal aan de arbeidsslaven te verkopen heb je een “story telling ” nodig. Want dat onderscheid ons van de dieren, wij geloven in verhalen. Hoe kun je anders miljoenen mensen overtuigen van samen te werken dat kan alleen maar door een imaginaire orde. Wie het waagt aan die imaginaire orde te tornen of wanneer een meerderheid niet meer gelooft in die imaginaire orde is er oorlog of revolutie. Dus zullen de vertellers er alles aan doen om dat in stand te houden. Waag het eens Herman dit artikel als een Editoriaal of ” une carte blanche ” naar krant of tijdschrift te sturen ? Ik vind het al heel moedig van U dit hier te mogen lezen !

Laat een reactie achter

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *