9 juni 2020 – Betogers tegen racisme haalden enkele dagen gelden in de Britse stad Bristol het bronzen beeld neer van de slavenhandelaar Edward Colston, en wierpen het in de rivier de Avon. Premier Johnson kon moeilijk de slavenhandelaar verdedigen, maar betreurde dat de betogers niet op gepaste afstand van elkaar bleven zoals voorgeschreven door de coronaregels. Labourleider Keir Starmer liet een soortgelijk geluid horen. Het standbeeld had volgens Starmer op āeen fatsoenlijke en eensgezinde manierā moeten verwijderd worden, en āniemand mag wetteloosheid goedpratenā, al had het standbeeld āal lang, lang geleden moeten weggehaald wordenā. Starmer verliest daarbij wel uit het oog dat actiegroepen al jaren ijverden om āeensgezindheidā te bereiken over het verwijderen van het standbeeld, en dat in afwachting slachtoffers van racisme maar moesten accepteren dat hun stad werd opgeluisterd door het beeld van deze slavenhandelaar.
Nu de samenleving figuurlijk en letterlijk in zwaar weer komt mogen we ons er aan verwachten dat de druk wordt opgevoerd om protest āfatsoenlijkā te houden.
Meer over de reacties in Labour op Labourlist. (fs)