24 februari 2013 ā De Europese Commissie meldde vrijdag dat de economie van de eurozone in 2013 voor het tweede jaar op rij zou krimpen. Eurocommissaris Olli Rehn gaf toe dat het beleid mee verantwoordelijk is voor deze toestand, maar volgens hem geldt dit maar voor de korte termijn. In 2014 komt er weer groei. Dar de Europese Commissie amper drie maanden geleden ook voor 2013 nog groei voorspelde leek hij vergeten.
Ook de werkloosheid gaat nog groeien. Die bedroeg in de eurozone in 2012 volgens de officiƫle cijfers al 11,4 procent. In landen zoals Griekenland en Spanje gaan we in 2013 naar een werkloosheid van 27 procent!
EĆ©n van de gevolgen is dat landen zoals Spanje en Frankrijk hun begrotingsdoelstellingen niet halen. Olli Rehn wil dit echter door de vingers zien… op voorwaarde dat deze landen het rampzalige beleid voortzetten waarvan hij zelf toegeeft dat dit juist verantwoordelijk is voor het gebrek aan groei. In mei gaat hij oordelen of deze landen voldoende extra hebben bezuinigd en geliberaliseerd. Het zogenaamde ātwo packā dat de Commissie extra bevoegdheden geeft over de begrotingen van de lidstaten mag dan pas in werking treden vanaf 2014, de Europese Commissie doet nu reeds alsof zij het laatste woord heeft over de begrotingen van landen die niet voldoen aan de Europese normen. Frankrijk en Spanje zijn weliswaar grote lidstaten, maar de neoliberale consensus in de Europese elites is zo groot dat Olli Rehn zich dergelijke taal makkelijk kan veroorloven.
Daarbij wordt steeds gedaan alsof de zwakke economische conjunctuur slechts pijn van korte duur is. Na regen komt zonneschijn! Maar ondertussen ligt de economie van de eurozone nog steeds 3 procent onder het niveau dat zij had toen de financiƫle crisis uitbrak (cijfer ING).
En voor het eerst sinds 2009 zijn alle economieĆ«n van de grootste industrielanden aan het krimpen. In het laatste kwartaal van 2012 krompen de gezamelijke economieĆ«n van de 34Ā leden van de OESO aan een jaarrythme van 0,6 procent. Dergelijke veralgemeende krimp komt zelden voor. Sinds 1962 heeft men dit enkel vastgesteld in 1974-1975 (de āoliecrisisā), in de vroege jaren 1980 (een scherpe wereldwijde recessie), in 2001, en in 2008-2009 (de āfinanciĆ«le crisisā). Een vergelijking binnen de OESO tussen de VS, de eurozone, Groot-BrittanniĆ« en Japan leert dat de eurozone de enige is waar eind 2012 de private investeringen, de private investeringen en de overheidsuitgaven alle drie een krimp vertoonden (deze alinea op basis van een artikel van Floyd Norris in de IHT van 23 februari).
Het āoptimismeā van de Europese Commissie steunt dus nergens op. (fs)