1 maart 2012 – De Europese Centrale Bank heeft gisteren de banken opnieuw van (zeer) goedkoop geld voorzien. Bij deze tweede LTRO-operatie (Long Term Refinancing Operation) werd 530 miljard euro voor 3 jaar uitgeleend aan 800 banken aan een rente van … 1%. Bij een eerdere operatie in december vorig jaar ging het over 489 miljard voor 500 banken. Daarmee wil de ECB aan diverse financieringsnoden tegemoet komen. Veel banken zitten met “rijp” wordende schulden (d.w.z. die binnenkort moeten afgelost worden), een aantal moeten nog geherkapitaliseerd worden wegens de ‘ontdekking’ van rommelpapier, een kapitaalinjectie zou ook de rente op staatspapier van veel lidstaten moeten naar omlaag brengen, en zou de economische motor een zet moeten geven (door meer leningen aan particulieren en bedrijven).
Daar zit ongetwijfeld een logica in, maar enthoesiast kan men niet zijn als men naar de verdeling van de lusten en de lasten kijkt. Een instelling van de Europese Unie, de Centrale Bank, leent geld aan private banken tegen 1% over drie jaar (een negatieve reële rente, want de jaarlijkse inflatie zal al vlug meer dan 2% bedragen), private banken die dan vriendelijk gevraagd worden alstublieft aan een redelijke prijs (4%, 5%, 6% …) te lenen aan lidstaten van diezelfde Europese Unie. In het Frans bestaat een schilderachtige uitdrukking voor dergelijke constructies: une usine à gaz; gasfabrieken waren bekend voor het onbegrijpelijk kluwen aan buizen, pijpen, kranen en ventielen. Maar onze Europese ‘fabriek’ produceert geen gas, wel zeer gemakkelijk verdiend grof geld voor de private banken.
In De Tijd van 28 februari wijst Stijn Van Nieuwenburgh, professor financiële economie aan New York University, erop dat de miljarden winst die de banken zo binnenrijven zogezegd een risicopremie zijn, maar dat het de belastingbetalers zijn die het risico nemen. “De ECB krijgt onderpand voor die leningen, maar als er een nieuwe negatieve schok komt, verliest dat onderpand zijn waarde wanneer de banken (de pandgevers) in de problemen komen. Het is dus opnieuw ‘kop of munt’. Bij kop winnen de banken, bij munt gaat de ECB failliet en moet de belastingbetaler de bank herkapitaliseren. In 2008 en 2009 is zo ’n beleid al bij al goed uitgedraaid in Europa – iets minder in België na Dexia – en de VS. Niets garandeert dat dit weer zo zal zijn. Jammer genoeg hebben de politici niet de moed om aan hun kiezers het enorme risico uit te leggen van het verstrekken van 1000 miljard aan bijna gratis leningen.”
De professor maakt ook een kleine schatting van wat de Europese gasfabriek aan de banken opbrengt. 1000 miljard gedurende 3 jaar, met een netto rente van 5% (lenen aan 1%, uitlenen aan 6%, verschil 5%) brengt 150 miljard euro in het laatje. Une usine à fric! (hm)