door Frank Slegers
2 maart 2024
Hoe zou het gaan met de Duitse Groenen? Of, om de vraag anders te stellen, slaat het Duitse klimaatbeleid aan bij de kiezer?
Op deze vragen valt geen eenduidig antwoord te geven. Maar zij zijn belangrijk, want met haar ‘klimaatregering’ is Duitsland een test voor het zich ontwikkelend klimaatbeleid in de Europese Unie.
Niet eenduidig
In de laatste peilingen staan de Groenen op 13,5 procent van de stemmen (15,6 procent in het westen, 8,9 procent in het oosten). In de laatste landelijke verkiezingen in 2021 haalden ze 14,8 procent. Dat was een teleurstelling, omdat ze in de aanloop in de peilingen veel hoger scoorden. Maar het was een stuk beter dan de 8 tot 10 procent in landelijke verkiezingen de afgelopen jaren. De peilingen zijn sowieso een roller coaster: in de zomer van 2022 23 procent, in januari 2023 19 procent. Vooral onzekerheid over maatregelen die de mensen rechtstreeks raken, zoals de verwarming van je huis of je werk in de autofabriek, speelt.
Hoe ervaart de kiezer dit alles? Volgens een peiling van de TV-zender ARD in juli 2023 vond 33 procent van de ondervraagden dat het allemaal te snel ging (6 procent meer dan drie maanden eerder). Daar tegenover stond 36 procent die vond dat het te traag ging (min 8 procent). Twintig procent vond het tempo juist goed (plus 2 procent).
Al bij al toch nog steeds slechts een minderheid voor wie het te snel ging. En laat deze peiling nu juist samenvallen met een hectisch debat in de Bondsdag over huisverwarming. Het Grondwettelijk Hof verbood toen zelfs de regering de wetgeving nog voor de zomer door het parlement te sluizen, omdat er niet genoeg tijd was geweest voor debat. Je begrijpt de onzekerheid van veel mensen. Toevallig opende vorige week een website van de openbare bank waar je subsidies en andere steun kan aanvragen voor verduurzaming van je huis, zoals warmtepompen. De website is best overzichtelijk, in elk geval niet ingewikkelder dan wanneer je in Nederland moet kiezen tussen een energieleverancier of internetprovider. Bovendien heeft de regering allerlei loketten opgetuigd waar mensen die de weg niet vinden om raad kunnen vragen. Misschien neemt dit op den duur veel onzekerheid weg.
Dit is vast waar de Groenen op rekenen om de weg terug omhoog te vinden tegen de verkiezingen in 2025.
Energieomslag
De uitgangspositie van de Duitse regering voor de energieomslag was best bijzonder: afgesneden van het goedkope Russische gas, en kerncentrales geen optie. Om het energiegat te dichten moest worden teruggevallen op sterk vervuilende bruinkool, slecht voor het klimaat en voor de omgeving. Pas in 2038 zouden de laatste bruinkoolmijnen sluiten.
De Duitse regering mikt op een enorme uitbreiding van elektriciteit geleverd door hernieuwbare energiebronnen op zee (windturbines), op land (windturbines, aardwarmte), en op alle daken (zonnepanelen). Duitsland wil zo marktleider worden, en onafhankelijk van energie-import, al is import van groene energie niet uitgesloten. Verzet via procedures tegen een windturbine of transportnetwerken ‘in mijn achtertuin’ wordt een stuk moeilijker. Eerst wilde de regering dat hernieuwbare energiebronnen tegen 2030 instaan voor 65 procent van het bruto stroomverbruik. Later werd dit opgevoerd tot 80 procent. Geen kattenpis! Alles elektrisch!
Europese Unie
Het Duitse klimaatbeleid moet natuurlijk aansluiten bij het Europees beleid. Het belangrijkste Europees instrument is de belasting op de CO2-uitstoot in de industrie en de verbranding van afval, via de verhandeling van CO2-rechten (het ETS, European Trading System). Door deze CO2-rechten steeds duurder te maken moet de industrie gedwongen worden over te schakelen op andere energiebronnen (of ondergrondse opslag van CO2, een betwiste techniek om daadwerkelijke verduurzaming te omzeilen). Lidstaten kunnen hun industrie helpen bij deze omschakeling. Al bij al is het een blinde maatregel, zonder visie op welke industrie we nodig hebben en welke niet. Onlangs zakte overigens weer de prijs van deze CO2-rechten. Het wordt ook uitkijken hoe de EU dit gaat combineren met de plannen om de wapenindustrie fors uit te breiden. Maar dit valt dus buiten het eigen landelijk Duits beleid.
De Europese Green Deal bevat nog vele andere pakketten maatregelen die ook in Duitsland gevolgen hebben, maar die laten we hier buiten beschouwing. Wel is er het in Duitsland gevoelige verbod op de productie vanaf 2035 in de EU van auto’s met een verbrandingsmotor. Onder aanvoering van de liberale coalitiepartner FDP wist de Duitse regering af te dwingen dat er nog een balans komt voor het verbod daadwerkelijk wordt ingevoerd. En er werd een uitzondering gemaakt voor auto’s met een verbrandingsmotor op e-fuels zoals waterstof, een politieke sluipweg om de weg open te houden voor de verbrandingsmotor.
Gevoelige materies zoals huisverwarming en vervoer werden aanvankelijk aan de lidstaten overgelaten. De EU beperkte zich tot streefdoelen en normen.
ETS
Daarom besliste de Duitse regering zelf een CO2-heffing in te voeren in de sectoren die buiten de Europese heffingen vallen (ETS II genaamd), met als doel daar de uitstoot tot 2030 te verminderen met 38 procent ten opzichte van 2005.
Vanaf 2021 werd een CO2-heffing ingevoerd voor huisverwarming en transport, die elk jaar duurder wordt. Vanaf 2026 zouden dan regels gelden waarbij een steeds hoger percentage van de energiesamenstelling klimaatneutraal moet zijn. Het is niet zo dat een inspecteur nu en dan in je huis komt om de uitstoot van CO2 te meten, waarna je een aanslag krijgt van de belastingen. Het zijn de energieleveranciers die belast worden, bijvoorbeeld de verkopers van stookolie en de uitbaters van tankstations. Die rekenen dat dan door aan de consument.
Als je weet dat veel Duitse huizen nog verwarmd worden met een ketel op stookolie in de kelder, dan begrijp je dat dit best heftig kan zijn. De opbrengst van deze heffingen wordt wel gebruikt voor allerlei steunmaatregelen om het betaalbaar te maken, maar het zorgt natuurlijk voor onrust. Vanaf 2026 is verwarming met stookolie in Duitsland verboden voor nieuwe installaties.
Het doel van de regering is vanaf 2024 500.000 warmtepompen per jaar te installeren. Toch moest de bevoegde Groene minister Robert Habeck ook gas terugnemen. Pas wanneer de gemeenten in 2028 klaar zijn met plannen voor klimaatneutrale energieplannen op basis van aardwarmte wordt wie niet meedoet de facto verplicht tot de installatie van een warmtepomp.
Het wordt allemaal nog wat ingewikkelder omdat, onder meer op aandringen van de Duitse regering, de Europese Unie nu beslist heeft zelf een CO-heffing in te voeren voor huisverwarming en verkeer, een Europees ETS II. Dat gaat in vanaf 2027. Vanaf dan worden alle mensen in de EU geconfronteerd met een oplopende rekening voor de CO2 die “zij” uitstoten om te wonen en zich te verplaatsen. De lidstaten moeten de opbrengsten dan gebruiken om de mensen te steunen in deze transitie. Het komt niet echt over als een politiek van onderuit, steunend op de actieve participatie van de burgers.
Volle toeren
In Duitsland draait dit programma dus op volle toeren.
Ook voor het verkeer zijn er ambities. Tegen 2030 moeten 7 tot 10 miljoen elektrische voertuigen in verkeer worden gebracht.
De regering hoopt tegen de volgende landelijke verkiezingen in 2025 de kiezer overtuigd te hebben. Misschien gooien de komende verkiezingen in deelstaten, meer bepaald in het voormalige oosten, of de Europese verkiezingen in juni dit jaar, roet in het eten. Maar vervroegde landelijke verkiezingen lijken een zekere nederlaag voor de regering. Misschien helpt dat de coalitie het uit te zingen tot 2025.
Laat een reactie achter