door Herman Michiel, december 2005
een kortere versie verscheen in ‘De Standaard’, 12 dec. 2005
Meteen na de afwijzing van de Europese grondwet in Frankrijk en Nederland zette Guy Verhofstadt zich aan het schrijven. Als prominent Europees leider gunde hij zichzelf een zomerse reflectieperiode om tot oplossingen te komen. Het resultaat is een boekje, De Verenigde Staten van Europa, dat ook in het Frans en het Engels zal verschijnen.
Ga hierin niet op zoek naar scherpe inzichten of vernieuwende voorstellen. De Verenigde Staten van Europa situeert zich binnen de gekende reeks oprispingen van ontgoochelde Europese politici die bij een crisis steeds hetzelfde paard van stal halen, zij het met andere koosnaampjes: Europa van twee snelheden, kopgroep, kern-Europa⊠Voor Verhofstadt bestaat het kern-Europa uit de landen van de Eurozone (of wie er binnenkort zal toe behoren), en deze âbinnenste cirkelâ noemt hij de Verenigde Staten van Europa. Daaromheen een tweede cirkel, een âOrganisatie van Europese Statenâ, die het bij een simpele eenheidsmarkt willen houden.
Wat Verhofstadts boekje echter interessant maakt, is het inzicht dat het biedt in de visie van âonverdachteâ voorstanders van het huidig Europees project. Verhofstadt is geen Blair, geen rancuneus verliezer van een referendum, hij wil niet minder maar mĂ©Ă©r geld in de Europese kas, en hij stortte zijn land ook niet in avonturen door buitenissige democratische scrupules, maar verklaarde kordaat dat 70% van de Belgen voor de grondwet zijn. Kortom, we krijgen een soort ideaalbeeld te zien van wat de voorbeeldigste Europese leiders beogen met de Unie. Wat brengen ons de Verenigde Verhof-Staten van Europa?
Verhofstadt beweert het Europees maatschappelijk model te willen redden, want dat staat onder druk, enerzijds van buitenuit, door de globalisering, anderzijds van binnenin, door de vergrijzing. Het is angst hierover, en twijfel of Europa hierop de juiste antwoorden kan bieden, die leidde tot de afwijzing van de grondwet in Nederland en Frankrijk, aldus de premier. Hij had zich echter beter afgevraagd of mensen schrik hebben om oud te worden, dan wel om de garantie op een menswaardig pensioen opgeofferd te zien als een bijdrage tot de âmeest concurrerende en dynamische kenniseconomie ter wereldâ. En twijfelen ze of Europa in staat is hierop het juiste antwoord te geven, of zijn ze er eerder van overtuigd dat de Lissabonstrategie â moeder van alle generatiepacten – hierop het verkeerde antwoord geeft? Zet de âglobaliseringâ Europa van buitenuit onder druk, of is het net het Europees liberaliseringsbeleid van de afgelopen twintig jaar dat ons in de geglobaliseerde concurrentie heeft geworpen? De vraag stellen is ze beantwoorden, tenminste als men arbeider, bediende of werkloze is.
âDe Europese economie is een zeer open economieâ, zegt Verhofstadt om zijn voorstelling van een van buitenuit belaagd Europa geloofwaardig te maken. Maar met meer dan een kwart van het wereld-BBP is de EU heus geen Derde Wereldland dat zich moet plooien naar de structurele aanpassingsprogrammaâs van het IMF. Europa zou in verregaande mate haar eigen weg kunnen gaan, in plaats van zich te âlaten globaliserenâ. Ondanks wat laattijdige mea culpas  gaat Verhofstadt natuurlijk niet zo ver om te erkennen dat het gaat om een self-inflicted disease.
Onze Europese Madison gaat ook niet zover om een nieuw project voor Europa voor te stellen. Hij wil alleen de voortzetting van dezelfde politiek met efficiĂ«ntere middelen. De Lissabonstrategie is niet te liberaal of te asociaal maar âte vrijblijvendâ. De Europese interne markt is onvoltooid en vordert veel te traag. âHoe beter concurreren?â, dat is blijkbaar de sleutelkwestie.
Op fiscaal vlak zou de âfederaleâ binnenste cirkel bijvoorbeeld overgaan tot âeen grondige hervorming van de belastingstelsels met als enig [sic] doel de slagkracht te versterken van de Europese economie tegenover de rest van de wereld.â Deze hervorming houdt in een ingrijpende verschuiving van directe belastingen en sociale bijdragen naar indirecte of andere belastingen. Het onderste van zijn tong toont hij via een omweg, door een studie van de Europese Commissie te citeren. Daaruit moet blijken dat men de beste groeiprognoses bereikt âwanneer die verschuiving niet wordt doorgerekend in een of ander indexmechanismeâ. Heb je hem? In Verhofstadts Verenigde Staten is er geen plaats voor de vermaledijde Belgische indexkoppelingâŠ
Verhofstadt wil zich nochtans indekken tegen het verwijt aan sociale afbouw te doen. Hij stelt een âconvergentiemodelâ model voor, in de vorm van minima en maxima voor bepaalde indicatoren zoals flexibiliteit van de arbeidsmarkt, lengte van de arbeidsloopbaan, fiscale druk enz. Men kan nochtans vlug inzien dat dit geen beletsel zal zijn voor sociale dumping. Stel bv. een âvorkâ voor de pensioenleeftijd van 62 tot 72 jaar en een voor de vennootschapsbelasting van 12,5% tot 35%. Dit zijn eenvoudigweg parameters waarmee het nationale concurrentiebeleid kan âgeoptimaliseerdâ worden. Het gevolg is dat 72 jaar de norm wordt, ook waar die nu 65 is, en 12,5% waar het nu 33% is. Maar er is ook nog de âOrganisatie van Europese Statenâ: ze zitten niet in de minimaxslang, wel in de eenheidsmarkt, en kunnen 75 jaar en 0% als uithangbord gebruikenâŠ
Van een nieuw hoopgevend Europees project is er dus geen sprake. Maar er is ook geen sprake van institutionele vernieuwing. Verhofstadt geeft zich graag uit voor Europees federalist, maar wil de oude intergouvernementele instellingen intact houden. De Raad van Ministers wordt dan wel âTweede Kamerâ genoemd, maar blijft als ondemocratisch, onverkozen, antifederaal orgaan helemaal overeind; over wetgevend initiatiefrecht voor het Parlement wordt al evenmin gerept.
Tenslotte nog een vraagje: waarom zou het Vlaams Parlement zich nog bezighouden met de goedkeuring van een grondwettelijk verdrag waar eerste burger van het land en trouwe Europeeër Verhofstadt zelf niet meer in gelooft?