28 november 2022
Verschenen op 23 november 2022 op German Foreign Policy (*)
Nederlandse vertaling door Ander Europa
Met dank voor de toelating tot publicatie
De handelsoorlog tussen de EU en de VS breidt zich uit over investeringsprogramma’s ter waarde van honderden miljarden. Volgens berichten bedreigen deze programma’s niet alleen de productie van elektrische auto’s en hun batterijen, maar ook de sectoren windenergie en waterstofenergie – allemaal industriële sectoren die cruciaal zijn voor de futuristische plannen van Berlijn en de EU. De oorzaak is te vinden in deze Amerikaanse maatregelen, waaronder de Inflation Reduction Act, die honderden miljarden Amerikaanse dollars aan subsidies in het vooruitzicht stelt, die echter alleen worden toegekend voor producten die in de VS worden vervaardigd. Om van deze subsidieverhoging te profiteren, lokt Washington bedrijven uit Europa, maar ook uit Japan en Zuid-Korea naar de Verenigde Staten. Terwijl Frankrijk oproept tot resolute tegenmaatregelen, bagatelliseert Berlijn dit en beperkt de EU zich tot onderhandelingen met de VS. Volgens economen staat uiteindelijk “een groot aantal industrieën van de toekomst” op het spel. De voormalige CEO van Siemens Joe Kaeser waarschuwt zelfs voor een “industriële en kapitaalexodus uit Europa” naar de VS.
“Koop Amerikaans”
De Amerikaanse investeringsprogramma’s, ter waarde van honderden miljarden, die de Amerikaanse regering het afgelopen jaar heeft gelanceerd, vormen nog steeds de kern van het conflict. Momenteel spitst het debat zich toe op de Inflation Reduction Act, die bijna 400 miljard US dollar beschikbaar stelt voor decarbonisatie, met name voor groene energie en elektrische auto’s.[1] Deze fondsen zijn uiterst aantrekkelijk voor de industrie. De aankoop van elektrische auto’s wordt gesubsidieerd met 7.500 dollar per stuk. Maar dat geldt alleen voor in de VS geproduceerde auto’s, ook voor onderdelen, zoals batterijen. Zelfs hun grondstoffen moeten aanvankelijk voor 40 en – op termijn – voor 80 procent in de Verenigde Staten worden gewonnen en verwerkt, of anders in een land dat door een vrijhandelsovereenkomst met de VS is verbonden. Dit sluit China uit, maar ook Duitsland en de EU – niet alleen met betrekking tot afzonderlijke producten, maar ook tot volledige toeleveringsketens. Om van deze unieke investeringsprogramma’s te kunnen profiteren, zijn sommige ondernemingen reeds begonnen uit te breiden binnen, of nieuwe vestigingen op te zetten in de VS: een systematische verplaatsing van belangrijke segmenten van de productieketens naar Noord-Amerika ligt in het verschiet.
“Een stofzuiger voor investeringen”
Dit treft niet alleen de automobielindustrie, met inbegrip van haar toeleveranciers en de batterijproductie. Bij de geplande bouw van zowel een Northvolt-batterijfabriek in Heide als de uitbreiding van de Tesla-fabriek in Grünheide bij Berlijn dreigen al vertragingen, omdat beide bedrijven voorrang geven aan hun activiteiten in de VS. Fabrikanten van windturbines kunnen ook hopen op subsidies van de Inflation Reduction Act als zij in de VS produceren. Volgens berichten verwachten deskundigen van de EU-Commissie dat grote bedrijven uit deze sector hun productievestigingen naar de VS zullen verplaatsen.[2] Christian Bruch, CEO van Siemens Energy wordt geciteerd als hij zegt dat de middelen van de industrie voor de energietransitie in de komende twaalf maanden zullen worden verdeeld en “als Europa niet reageert, zal er meer in de VS worden geïnvesteerd dan hier.”[3] Een identieke ontwikkeling tekent zich af in de waterstofindustrie, vanwege de hoge subsidies en de veel goedkopere energie in de VS. Jorgo Chatzimarkakis, secretaris-generaal van Hydrogen Europe, voorspelt dat de VS “investeringen zullen aantrekken … als een stofzuiger.”[4] Het feit dat dit juist de branches betreft, die de EU wil ontwikkelen tot vlaggenschip van de energietransitie met wereldwijd expansiepotentieel is bijzonder verontrustend. De Verenigde Staten zouden in plaats daarvan nu de wereldwijde pionier kunnen worden.
Kostelijke samenwerking
De investeringsprogramma’s van de VS kunnen nog ernstiger gevolgen hebben in Oost-Azië, vooral voor twee nauwe bondgenoten van de Verenigde Staten, Japan en Zuid-Korea. Terwijl ten minste enkele Duitse autofabrikanten reeds van deze subsidies kunnen profiteren omdat zij in de VS produceren – bijvoorbeeld de BMW 330e of binnenkort de Mercedes EQS – zal dit alleen gelden voor de Nissan Leaf, onder de Aziatische autoproducenten. De Japanse regering heeft via diplomatieke kanalen protest aangetekend, zonder resultaat. Grote Japanse producenten zoals Toyota en Honda zijn echter al lang van plan om fabrieken voor elektrische auto’s en batterijen in de VS op te zetten. Zuid-Korea is ernstiger getroffen. Hyundai heeft bijvoorbeeld enkele succesvolle elektrische automodellen, waarmee het bedrijf de concurrentie aangaat met het Amerikaanse Tesla. Deze worden echter niet in de VS geproduceerd en zijn daarom volledig uitgesloten van de subsidieprogramma’s.[5] Dit is een domper gebleken voor de Zuid-Koreaanse president Yoon Suk-Yeol. Sinds zijn aantreden in mei jongstleden heeft hij allerlei maatregelen van Washington gesteund, bijvoorbeeld het bevoordelen van de Amerikaanse chipproduktie, waardoor hij het risico liep van spanningen met China. Nu beseft hij dat samenwerking met de VS zijn land economisch duur komt te staan.[6] De woede in Seoel is enorm.
“Koop Europees”
Een geconsolideerde resolute aanpak door alle getroffen staten, heeft tot nu toe geen succes gehad door verdeeldheid binnen de EU. Frankrijk dringt aan op kordaat optreden. Al in oktober had president Emmanuel Macron, in reactie op de Amerikaanse Buy American regelgeving, een pleidooi gehouden voor het opstellen van een “Buy European Act,” om de EU-markt te beschermen tegen Amerikaanse concurrentie, of in ieder geval zolang Washington zijn koers aanhoudt.[7] De Franse EU-commissaris voor de binnenlandse markt, Thierry Breton, sprak zich uit voor “behandeling van het probleem in het kader van de Wereldhandelsorganisatie (WTO), mogelijk zelfs “door het indienen van een klacht bij de WTO”.[8] De Duitse regering bagatelliseert dit echter. Zo zou de Duitse minister van Economie, Robert Habeck, hebben gezegd dat “besprekingen met de Amerikanen zijn gestart,” zodat we “niet in een soort handelsoorlog terechtkomen.”[9] De Duitse minister van Financiën, Christian Lindner, waarschuwde dat een handelsoorlog alleen maar verliezers creëert, “niemand zal ervan profiteren.”[10] EU-commissaris voor Handel Valdis Dombrovskis volgt de lijn van Berlijn. “We willen een onderhandelde regeling,” verklaarde Dombrovskis. “Ik ben ervoor om stap voor stap te werk te gaan. Nu discussiëren we.” Pas dan, als de resultaten niet aan onze verwachtingen voldoen, zullen we de volgende stap voorbereiden.” Natuurlijk zou het dan mogelijk te laat zijn.[11]
Gesprekken zonder resultaat
Sinds 4 november is een transatlantische werkgroep regelmatig bijeengekomen om manieren te vinden om schade voor de EU af te wenden, tot nu toe – voor zover bekend – zonder concreet resultaat. Een wijziging van de Inflation Reduction Act wordt uitgesloten geacht, mede omdat het Amerikaans Congres daarmee moet instemmen, wat nu nog minder denkbaar is, na de laatste mid-terms, waarin de Republikeinen een meerderheid in het Huis van Afgevaardigden hebben behaald. Theoretisch zouden wijzigingen van de uitvoeringsbesluiten mogelijk zijn, maar niets wijst erop dat Washington zou instemmen met meer dan louter cosmetische aanpassingen. Op 5 december komt de EU-VS-Raad voor Handel en Technologie (TTC) bijeen om de kwestie te bespreken, maar de verwachtingen zijn laaggespannen.
“Industriële uittocht naar de VS”
Intussen hebben verschillende economen en managers commentaar geleverd op het handelsconflict. Zo meent Gabriel Felbermayr, directeur van het Oostenrijks Instituut voor Economisch Onderzoek (WIFO) in Wenen, dat dit conflict het subsidiegeschil tussen Airbus en Boeing overschaduwt,[12] waarbij slechts “een enkele sector” betrokken was, terwijl in het huidige conflict “vele industrieën van de toekomst” op het spel staan.[13] Het voormalige hoofd van Siemens, Joe Kaeser, zou hebben gezegd dat de EU “tot op zekere hoogte” niet alleen met China, maar ook met de VS in “systemische concurrentie” staat. Als men kijkt naar de investeringsprogramma’s van de VS en naar de onenigheid binnen de EU, is “een industriële en kapitaalexodus van Europa naar de VS” duidelijk in aantocht.[14]
(*) German-Foreign-Policy.com wordt gerealiseerd door een groep onafhankelijke journalisten en sociale wetenschappers die “permanent de hernieuwde pogingen van Duitsland opvolgen om terug een hoge machtsstatus te verwerven op economisch, militair en politiek vlak.” De meestre artikels zijn zowel in het Duits als het Engels beschikbaar.
[1] Zie ook Power Struggles Behind the Front (II).
[2] Silke Wettach: Der falsche Freund. WirtschaftsWoche 18.11.2022.
[3], [4] Warum ein Handelskrieg zwischen USA und EU droht. spiegel.de 18.11.2022.
[5] Martin Kölling: „Verräter, Bastarde“ – Wie die USA enge Verbündete gegen sich aufbringen. handelsblatt.com 14.10.2022.
[6] Ellen Kim: Inflation Reduction Act Comes into Focus at UNGA. csis.org 22.09.2022.
[7] Clea Caulcutt: Emmanuel Macron calls for ‘Buy European Act’ to protect regional carmakers. politico.eu 26.10.2022.
[8] Moritz Koch: „Die USA eröffnen faktisch ein Subventions-Rennen“ – EU-Kommissar wettert gegen Washington. handelsblatt.com 03.11.2022.
[9] Dana Heide, Silke Kersting, Moritz Koch, Annett Meiritz, Klaus Stratmann: USA stemmen „größte Investitionen aller Zeiten“ fürs Klima – und lösen in Europa Ängste aus. handelsblatt.com 03.11.2022.
[10] Lindner befürchtet Blockbildung durch US-Gesetz. n-tv.de 17.11.2022.
[11] Markus Becker, Michael Sauga: Rechnen Sie mit einem Handelskrieg, Herr Dombrovskis? spiegel.de 18.11.2022.
[12] Zie ook Die nächste Strafzollrunde.
[13], [14] Warum ein Handelskrieg zwischen USA und EU droht. spiegel.de 18.11.2022.
Laat een reactie achter