25 juli 2015 – Er zijn longdrinks en er zijn longreads. Zo ’n longread verscheen twee dagen geleden op de Wereld Morgen: Dertien stellingen over het Dictaat van Brussel, Griekenland en de toekomst van Europa, door PVDA-voorzitter Peter Mertens. Longdrinks roepen beelden op van zomerse terrassen en vakantie; voor deze longread heb je ook wel wat tijd en rust nodig, misschien kan een longdrink erbij wel helpen, maar ik zou het als vakantielectuur zeker aanraden. De titel zegt vrij precies waarover het gaat: uitgebreid over de verbijsterende gebeurtenissen in Griekenland, en nog uitgebreider over het Europa waarin dit alles plaatsvindt. Recente feiten in hun kader geplaatst, over Schäuble, Tsipras en Dijsselbloem, van eenheidsmarkt tot eenheidsmunt, van Sixpack tot Twopack. De talrijke verwijzingen naar de internationale pers bewijzen dat hier een degelijke studiedienst achter zit. Wie in de Belgische PVDA het kleine broertje van de Nederlandse SP ziet, zal moeten erkennen dat wat grondige analyses betreft de rollen eerder omgekeerd zijn.
We zullen de “dertien stellingen” hier niet samenvatten, u kunt ze best zelf doornemen. We vermelden alleen enkele dingen die ons opvielen.
Stelling 3, “Griekenland is Oekraïne niet”, maakt een zeer verhelderende vergelijking tussen de vernietigende aanpak van Griekenland en de goodwill waarmee het corrupt regime in Kiev wordt behandeld, niet alleen door bladen als Bild , Die Zeit of De Telegraaf, maar ook door Brussel en Washington, een kwijtschelding van IMF-leningen inbegrepen. Amerikaanse geostrategische berekeningen, die waarschijnlijk ook de plotse draai van het IMF i.v.m. Griekenland verklaren. Na vijf jaar deelname aan de Trojka denkt het Internationaal Muntfonds nu inderdaad plots dat de Griekse schuld onhoudbaar is. Veel heeft Washington niet te winnen bij een avontuur met onbekende afloop bij zijn transatlantische bondgenoot.
Nochtans heeft bondskanselier Merkel daar tot nog toe geen oren naar. Hiermee stuurt Berlijn het signaal naar Washington dat de Europese Unie onder Duitse leiding staat, schrijft Mertens. Ook uit diverse andere stellingen komt het toegenomen zelfvertrouwen in die rol van de Duitse leiders naar voor; “het openlijk Duits dictaat is dé verandering in de Europese politiek“. De basis daarvoor werd reeds gelegd begin jaren ’90, toen het vooral Franse idee van een muntunie alleen op Duitse instemming kon rekenen op voorwaarde dat de architectuur van de Bundesbank werd overgenomen; en sindsdien “spreekt de euro Duits”. Men kan zich in dit verband wel nog heel wat vragen stellen. Duitsland speelt nu inderdaad de rol van Europese ‘hegemon’, maar dan een zeer eenzijdige. Een ‘Mammon-hegemon’ zou men kunnen zeggen. Men ziet moeilijk in hoe die de legitimiteit zou kunnen verwerven om een echt leidende rol te gaan spelen. Het tempo waarmee traditioneel eurofiele professoren en economen de sourdine steken in hun loftrompetten is daar een indicatie voor.
Als voorzitter van een linkse politieke partij, hoe klein ook, heeft Mertens het natuurlijk ook over andere politieke partijen, meer bepaald degene die als links voorgesteld worden door rechts: sociaaldemocraten en groenen. Zeer terecht wordt erop gewezen dat deze Europese politieke families in Europa, soms op nuances na, dezelfde pacten en packs goedgekeurd hebben als rechts, met een speciale vermelding voor de SPD. Met stelling 9, “Breken met de sociaaldemocratische lijn van Schulz, Moscovici, Gabriel, Hollande en Dijsselbloem” geeft Mertens ook het antwoord op het ‘aanzoek‘ dat sp.a-voorzitter hem onlangs deed: “Als de sp.a echt wil breken met deze politiek, dan zal Kathleen Van Brempt haar ondervoorzitterschap van de ‘Progressieve Alliantie van Socialisten en Democraten’ moeten opgeven, en dan zal de sp.a ook moeten breken met de Europese fractie van sociaaldemocraten die door de SPD van Gabriel en de PS van Hollande gedomineerd wordt.”
Wat betreft de beoordeling van Syriza gaat het eerder over beschrijvingen dan over ‘stellingen’. Er wordt enerzijds aangetoond hoe weinig het uithaalde om tijdens de ‘onderhandelingen’ proberen te scoren met argumenten. Zoals Varoufakis achteraf zei: je had even goed het Zweeds volkslied kunnen zingen. Anderzijds wordt op de zwakte gewezen als je aan je tegenstanders duidelijk te kennen geeft dat je ten allen koste de euro wil behouden. Termen als ‘verraad’ komen niet voor, maar Tsipras als redder van Pasok en Nea Demokratia na het overweldigende OXI van het referendum zegt genoeg. Mertens is nog iets explicieter waar hij stelt dat “Syriza snel aan het vervellen is naar een kracht die doorheen het Derde Memorandum het regime van een schuldenkolonie zal verder zetten.” Ook naar de afwijzing van het Brussels dictaat door de meerderheid van het centraal comité van Syriza, naar het felle verzet van parlementsvoorzitster Zoë Konstantopoulou en de ‘uitzuivering’ van de regering wordt verwezen. Nee, er klinkt nergens nostalgie naar de gewezen kameraden van de KKE, die van geen enkel verraad kunnen beschuldigd worden, maar op geen enkele manier wogen op de gebeurtenissen van de voorbije maanden. Misschien denkt Mertens ook hieraan als hij in zijn dertiende stelling schrijft: “Je kan dat inzicht [in het karakter van de Europese Unie] niet declareren aan de zijlijn.”
Het vaagst blijft Mertens over een mogelijke uitstap uit de euro (niemand beweert echter dat een dergelijke kwestie in een zomerse longread definitief moet beslecht worden). “Het kan zijn dat een Grexit op termijn leefbaar is, maar zeker is dat zulk plan goed moet worden onderbouwd en uitgewerkt.” Anderzijds wordt ook Koen Haegens in De Groene Amsterdammer geciteerd: “Het is eens en voor altijd duidelijk dat wie een andere, socialere politiek wil in de euro niets te zoeken heeft.” Misschien wordt dat Stelling 1 van de volgende longread? (Herman Michiel)