door Benemerito Ortiz, 22 juli 2015
Toen de Occupy Wall Street beweging in 2011 massaal op straat kwam, ontstond min of meer tegelijkertijd op het Madrileense plein Puerta del Sol een gelijkaardig antwoord gericht tegen de wantoestanden in de financiële sector: de indignados (Spaans voor ‘verontwaardigden’) protesteerden op 15 mei (’15 M’) vooral tegen de Europese besparingen, de binnenlandse corruptie en het gebrek aan politieke transparantie. Ze wezen naar de banken en het ontzettend corrupte financiële systeem, niet naar ‘luie Grieken’, te hoge lonen of pensioenen als oorzaak van de Europese crisis.
Bovendien voelden ze zich in de steek gelaten door de gevestigde politici. Daarom vulden ze vreedzaam het plein Puerta del Sol en deden diverse – heel concrete – voorstellen. Noemen we er drie:
1) het verminderen van de macht van het IMF en de Europese Centrale Bank (ECB),
2) transparantie van de rekeningen en de financiering van de politieke partijen en
3) de afschaffing van discriminerende wetten. Dagelijks vonden bij Puerta del Sol volksvergaderingen plaats, de 15M-beweging breidde uit naar 50 Spaanse steden en overal werden wijkvergaderingen gehouden waar wijkbewoners hun grieven bekend maakten; deze werden dan aan het parlement overhandigd.
We zijn nu ruim vier jaar verder; hoe reageerde de Spaanse regering? Cynisch genoeg met de zogenaamde “Wet voor Burgerlijke Veiligheid” die per 1 juli 2015 van kracht geworden is. Een wet waardoor o.a. onaangekondigde demonstraties of het maken van foto’s van politieagenten die demonstranten in elkaar rammen strafbaar wordt.
Vanaf het begin een omstreden maatregel
Hoe is het zover gekomen? Al in het begin was de reactie van Ana Botella, burgemeester van Madrid, wat opvallend: “Er zijn te veel toegestane demonstraties in Madrid”, zei ze [i]. De regering had hier een gewillig oor naar; Cristin Cifuentes, afgevaardigde van de regering Rajoy in de autonome gemeenschap Madrid [ii], suggereerde in 2012 dat “het gebruik van de publieke ruimte aangepast zou kunnen worden door het veranderen van de wet” [iii]. Zo zijn we er dus: er werd geen dialoog gezocht met de protesterenden, maar hun ‘storend lawaai’ zou via juridische weg het zwijgen opgelegd worden.
En zo keurden de Cortes Generales (Spaans parlement, bestaande uit de Congreso en de Senado) op 26 maart 2015 definitief de nieuwe ‘Wet voor Burgerlijke Veiligheid’ goed. Slechts één partij was voor, Rajoys Partido Popular (PP), maar deze bezit dan ook een absolute meerderheid van 185 op de 350 zetels.
Volgens de nieuwe Wet voor Burgerlijke Veiligheid kunnen personen die vóór het parlementsgebouw gaan protesteren een boete van 30.000 € krijgen. Geen wonder dat de wet al vlug de bijnaam ‘mordaza‘ kreeg, Spaans voor muilkorf. Ook wie beeldmateriaal bezit en verspreidt waar politieagenten in actie zijn kan tot 30.000 € boete krijgen wanneer de politie van mening is dat ze daardoor “gevaar loopt”. In andere gevallen waar het maar om gebrek aan respect gaat (b.v. het beledigen van politieagenten tijdens demonstraties) komt er met 100 à 600 € vanaf; hoeveel precies, daarover beslist de beledigde agent. De boeten moeten meteen betaald worden; een advocaat onder de arm nemen kun je eventueel later riskeren. Voor een overzicht van de hele muilkorfwet, zie de tabel onderaan dit artikel.
Terwijl Rajoy en zijn PP de wereld willen overtuigen van de nood aan een dergelijke muilkorfwet, beloofden alle andere partijen dat ze die zouden afschaffen wanneer ze aan de macht komen. Dit zou eind 2015 kunnen, maar wanneer er verkiezingen zijn is nog steeds niet bekend. Ook van buiten Spanje komt er kritiek. De Verenigde Naties, via speciaal rapporteur inzake het recht op vrijheid van vreedzame vergadering en vereniging Maina Kiai, liet met duidelijke woorden weten dat de Spaanse wet de fundamentele rechten schendt, want “het recht op het vreedzaam demonstreren is fundamenteel voor het bestaan van een vrije democratische maatschappij”. Des te opmerkelijker is het antwoord van de minister van Binnenlandse Zaken Jorge Fernandez Diaz: “Ik zou niet kunnen garanderen dat de VN-rapporteurs de wet überhaupt hebben gelezen” [iv].
Onevenwichtige gezagsverhouding
De Spaanse filosoof José Ortega y Gasset had het reeds in zijn essay De opstand der horden [v] (1930) over de overdreven inmenging van de Staat in de samenleving, de ’technische’ aanpak van maatschappelijke problemen. En inderdaad, het chronologische overzicht van het ontstaan van de Mordaza-wet toont aan hoe precies de staat-machine kan werken en hoe cynisch de politieke promotoren zich kunnen opstellen. Het lijkt alsof de Staat met behulp van steeds complexere instrumenten kan opereren en alles met millimetrische trefzekerheid kan bereiken.
Slechts twee extra voorbeelden: mensen die hun woning niet meer kunnen betalen worden door de politie verdreven. De Spaanse organisatie PAH (Platform voor de Getroffenen van de Hypotheken) had tot nu toe ongeveer 80 zulke verdrijvingen per dag in verlegenheid gebracht door het bijeenroepen van massale vergaderingen. Nu hangen echter de PAH-organisatoren onbetaalbare sancties boven het hoofd [vi]. En nog wat: maar tien uren waren verstreken sinds de wet van kracht geworden was toen de eerste slachtoffers vielen. Vijftien mensen gingen in Malaga voor de Ciudad de la Justicia (gerechtshof – dus een regeringsgebouw) staan om solidariteit met activisten te tonen die tegen de Mordaza wet in 2014 gedemonstreerd hadden, daarom gearresteerd waren en op die dag de uitspraak moesten horen. Vijf van de vijftien lieten bordjes met een opschrift erop zien. Nu staan ze voor een boete tussen de 600 en de 30.000 € omdat ze volgens de politie “een illegale vergadering bijeenriepen”, vertelt de 21-jarige Angel Nárvaez [vii].
In veel opzichten herinnert de muilkorfwet onvermijdelijk aan de in 1963 door Franco opgerichte Rechtbank voor openbare orde. Vooral de kritische stemmen werden vervolgd, of zoals de franquistische dictatuur toen zei: “het openlijke antisociale gedrag” dat tot delicten leidt die “de stabiliteit van het regime bedreigen”. We zijn er met de Mordaza-wet inderdaad bijna weer, en het uitgekiende juridisch technicisme van de Rajoy-regering kon de ‘wettenkast’ probleemloos kraken. Noch de oppositiepartijen noch de VN konden de wet voorkomen.
Net afgelopen vrijdag zei een optimistische voorbijgangster in Madrid toen zij over de Mordaza- wet werd gepolst: “Nou, zeker, jammer dat de wet er is! Maar iedereen hier weet dat de PP na de aanstaande verkiezingen niet meer regeeert en de wet wordt dan gewoon afgeschaft”. Hopelijk heeft de regering Rajoy dus maar een hoog spel gespeeld en krijgt deze voorbijgangster gelijk. Anders, … wat dan?
* * *
Maatregelen – een overzicht [viii]
[i] Fernandez Díaz pone en duda que los relatores de la ONU que criticaron la ‘ley mordaza’ se la hayan leído. Europa Press, Madrid, 1 juli 2015.
[ii] José Ortega y Gasset, La rebelión de las masas. Ed. Tecnos. España (2003)
[iii] Cecilia Valdez, En Espagne, un bâillon sur la colère. Le Monde Diplomatique, juli 2015
[iv] Ana María Pascual, Las primeras víctimas de la ‘ley mordaza’, Interviu.es 6 juli 2015.
[v] B. García Gayo, Botella insinúa que el Gobierno autoriza demasiadas manifestaciones. El País, Madrid, 27 september 2012.
[vi] ‘Delegada del Gobierno en la Comunidad de Madrid’; deze vertegenwoordigt de centrale regering in de ‘autonome gemeenschappen’, zoals die van Madrid. Eén van de bevoegdheden is het garanderen van de fundamentele vrijheden …
[vii] V. Torres Benayas, F. J. Barroso, Cifuentes pide cambios legales para “modular” el derecho de manifestación. El País, Madrid, 2 oktober 2012.