Het Europees Vakverbond (EVV, misschien beter bekend met het Engels acroniem ETUC of het Franse CES ) gaf vandaag een persbericht uit onder de titel “China is not a market economy, and should not enjoy the privileges“. Aanleiding is een geplande discussie in de Europese Commissie over het toekennen van ‘status van markteconomie’ aan China. Het EVV vreest dat de Commissie die status wil toekennen om op die manier toegevingen van Chinese zijde te verkrijgen bij het afsluiten van een investeringsakkoord EU-China.
In een eerder bericht (27 november 2015) had het EVV reeds zijn bezwaren tegen de toekenning van dit statuut aan China geuit. De vakbondskoepel, waar de meeste Europese vakbonden bij aangesloten zijn, vreest een massale dumping van goedkope Chinese producten op de Europese markt, waarbij tot 1,6 miljoen jobs zouden kunnen sneuvelen.
Dat een vakbondskoepel de tewerkstelling verdedigt is de logica zelf. De argumenten die daarbij gebruikt worden zijn het heel wat minder. “China heeft geen vrije collectieve loononderhandelingen, en investeringsbeslissingen worden centraal genomen. Het is helemaal geen markteconomie, en ze moeten er dus ook de voorrechten niet van genieten”, stelt het EVV.
Het is moeilijk méér ongerijmdheden in twee zinnen te concentreren. Overlopen we even wat hier zoal gezegd wordt.
- Men heeft het over markteconomie en over al dan niet centrale investeringsbeslissingen. Het gaat dus ongetwijfeld over kapitalisme. De titel van het persbericht luidt dus in feite: “In China is er geen kapitalisme, dit land mag bijgevolg de ‘privileges’ van het kapitalisme ook niet genieten.” Is dit geen merkwaardige uitspraak voor een vakbond?
- Er wordt minstens geïnsinueerd dat vrije collectieve loononderhandelingen een kenmerk zouden zijn van een ‘markteconomie’. Laten we het Spanje van Franco, het Chili van Pinochet of het Rusland van Putin buiten beschouwing: ook in de Verenigde Staten moet men er ver naar zoeken, en in Europa is het de Europese Unie zelf die probeert de vakbondsmacht te breken en de collectieve loononderhandelingen tot een lege doos te herleiden. Of neem Zuid-Korea: de vrije markteconomie is er zeker niet in gevaar, maar de vakbondsrechten des te meer, zoals de FNV onlangs nog opmerkte.
- Is het EVV er zo zeker van dat er in China geen kapitalisme is? Wordt de arbeidskracht er soms niet op een schandalige manier uitgebuit? Hoe kunnen sommige ‘arbeiders’ er miljarden verzamelen?
- In het bericht van 27 november 2015 stelt het EVV: “China is not yet accepted as a market economy by any major trading partner. China’s huge steel production overcapacity remains a global problem.” China niet kapitalistisch omdat er overproductie is? Overproductie is net een kenmerk van het kapitalisme, dat er ons met periodische crisissen aan herinnert. En als China nu een centrale desinvesteringsbeslissing zou nemen voor wat betreft staalproductie, zou het dan opschuiven richting markteconomie ?
- In plaats van het op te nemen voor de belangen van loontrekkenden, in Europa en elders ter wereld, gaat het EVV de geopolitieke toer op door ‘China’ de ‘privileges’ van de markteconomie te ontzeggen.
Misschien meent het EVV de goodwill van de Europese Commissie te krijgen door haar wat markteconomie-stroop aan de baard te smeren, maar dit zal niet helpen. Het enige resultaat is dat het EVV zich in een onverdedigbare positie wringt door het op te nemen voor een ‘markteconomie’ waarvan de werknemers dagelijks de ‘privileges’ aan den lijve ondervinden.
Rudy De Leeuw, voorzitter van de Belgische socialistische vakbond ABVV, werd vorig jaar in oktober tot nieuwe voorzitter van het EVV verkozen. Kameraad De Leeuw, vindt u het de taak van het EVV om de ‘privileges van de markteconomie’ te verdedigen? (hm)