door Herman Michiel
30 januari 2024
Duitsland en Frankrijk worden vaak de ‘Europese locomotief’ genoemd, de twee lidstaten die de Europese Unie ‘draaiende’ houden. Ze zouden dan ook een voorbeeld voor de wereld zijn van twee gewezen aartsvijanden die nu constructief samenwerken om het Europees project vooruit te helpen. Het klopt dat er binnen de instellingen van de EU weinig mogelijk is als Parijs en Berlijn er zich tegen kanten, en ze spelen zeker een voortrekkersrol in het Europees beleid. Maar in welke zin? In een paar recente dossiers tonen de twee machinisten zich weer eens als voortrekker van de belangen van de grote bedrijven, terwijl werknemers op het perron kunnen blijven staan. En als de EU beweert een internationale koers van vrede en mensenrechten te volgen, zit haar locomotief op een totaal verkeerd spoor.
De richtlijn ‘Duurzaam en verantwoord ondernemen’
In 2022 lanceerde de Europese Commissie een wetsvoorstel – in het EU-jargon bekend als CSDDD, of ook ‘due diligence directive’ – dat ertoe moet strekken dat grote ondernemingen kunnen gesanctioneerd worden als ze niet op duurzame en verantwoorde wijze opereren, zowel op het gebied van mensenrechten als milieu. Ook tegen het doorschuiven van verantwoordelijkheden door grote bedrijven naar onderaannemers of onderaannemers van onderaannemers in de ‘waardeketen’ zou de Europese wetgeving een antwoord moeten zijn. Meer hierover kunt u lezen in een eerder bericht; we herinneren er hier alleen aan dat de EU (en de VS) zich altijd met hand en tand verzet heeft tegen pogingen om binnen de Verenigde Naties tot een internationaal akkoord te komen over een dergelijke responsabilisering van multinationals. De EU weet natuurlijk beter dan de wereldgemeenschap hoe ze met bedrijven moet omgaan…
Over het wetsvoorstel hebben zowel de regeringen van de lidstaten via hun minister in de Raad als het Europees parlement hun standpunt bepaald en na geheime ‘triloog’-onderhandelingen op 14 december een compromis bereikt. Zoals men kon verwachten is het een mager beestje geworden. Vooral op aandringen van Frankrijk is de financiële sector zo goed als vrijgesteld van de richtlijn. Op het gebied van klimaat moeten de grote bedrijven een ‘transitieplan’ opstellen. De bewijslast van een inbreuk ligt bij de slachtoffers, die dus moeten bewijzen dat een bedrijf in de fout ging; Het zijn ook de lidstaten zelf die moeten toezien op de toepassing van de wetgeving.
Een triloog-compromis betekent normaal dat er alleen nog maar een formele goedkeuring door de Raad en het Parlement volgt, waarna het wetsvoorstel is goedgekeurd. (Het betreft een ‘richtlijn’, die door de lidstaten in nationale wetgeving moet omgezet worden.) Maar zelfs tegen dit mager beestje rezen er vanuit de Duitse regering, en na het reeds bereikte compromis, bezwaren. De Duitse minister van financiën, de liberaal Lindner, wierp zich op als de spreekbuis van de Duitse bedrijven
die klagen over de bureaucratische overlast, de onuitvoerbaarheid en de disproportionaliteit van de geplande wetgeving. Aangezien ook lidstaten zoals Frankrijk, Italië, Spanje en Portugal ook al niet warm liepen voor de due diligence directive is het niet denkbeeldig dat het zwakke beestje nog verder uitgekleed wordt om toch maar goedgekeurd te worden. Het blijft uitkijken welke manoeuvres de ‘Europese locomotief’ ondertussen nog uithaalt…
Platformwerkersrichtlijn
‘Platformwerkers’ zijn mensen die via een ‘platform’, een website of app, een taak uitvoeren voor een klant. De pizzabezorger is een bekend voorbeeld, maar het kan ook gaan over kinderoppas, taxiservice, vertaalwerk, herstellingen, enz. De bemiddeling tussen klant en platformwerken gebeurt meestal via een programma (‘ algoritmisch’), van een ‘werkgever’ is geen sprake, van werknemersrechten evenmin. De platformwerker is zogezegd een ‘zelfstandige’. Hun aantal wordt momenteel geschat op 28 miljoen in de EU.
Over platformwerk lanceerde de Europese Commissie in 2021 een wetsvoorstel, dat inmiddels door Parlement en Raad bediscussieerd werd en na de gebruikelijke ‘trilogen’ op 13 december vorig jaar tot een compromis leidde. Ook hier moet het compromis nog formeel bekrachtigd worden in een plenaire stemming van het Parlement, en een beslissing door de Raad.
De ontwerprichtlijn bevat bepalingen over transparantie over hoe de algoritmische besluitvorming in mekaar zit, maar ook een belangrijker luik over het ‘vermoeden van loondienst‘, toch voor platformwerkers die aan bepaalde voorwaarden voldoen. Loondienst houdt in dat er een minimum uurloon moet zijn, verzekering voor ongevallen, vakantieregeling enzovoort. Ook het afschuiven op tussenpersonen van verantwoordelijkheid door de platforms zou niet meer kunnen.
Maar op 22 december bleek dat er in de Raad geen meerderheid zou gevonden worden om het compromis goed te keuren, zodat er niet eens over gestemd werd. Twaalf lidstaten, aangevoerd door Frankrijk, vonden dat de deal te ver ging, omdat platformwerkers relatief gemakkelijk het vermoeden van loondienst konden inroepen. En wat deed het andere deel van de Europese locomotief, het sociaaldemocratisch geleide Duitsland? Het onthield zich in het hele onderhandelingsproces.
Men kan zich afvragen wat het bezwaar is van lidstaten tegen een regeling die een duidelijke misgroei moet indijken. Er is natuurlijk de druk vanuit de platformindustrie en het neoliberaal gedachtegoed over vrije dienstverlening, maar regeringen zien in platformwerk ook een mogelijkheid om hun nationale statistiek over de werkzaamheidsgraad te verbeteren. Het komt ook goed uit dat op die manier studenten met te lage studiebeurzen, mensen met te laag loon of pensioen iets kunnen bijverdienen.
De onderhandelingen over de platformrichtlijn gebeurden hoofdzakelijk onder leiding van de door sommigen als ‘links’ bestempelde Spaanse regering Sánchez die in de tweede helft van 2023 het voorzitterschap had van de Europese Unie. Een dossier met succes goedgekeurd krijgen tijdens zulk voorzitterschap streelt het eergevoel van regeringen, maar dit is dus voor Madrid niet gelukt. Het dossier komt nu aan België toe, dat in de eerste helft van 2024 het voorzitterschap heeft. Men kan vermoeden dat het voorstel nu nog verder zal afgezwakt worden om het toch vóór de Europese verkiezingen in juni rond te krijgen.
Eens te meer bewees de ‘Europese locomotief’ dat hij alleen voor reizigers van eerst e klasse rijdt.
Frans-Duitse locomotief op ramkoers tegen Palestijnen
Op dezelfde dag (26/1) dat de hoogste rechterlijke instantie van de Verenigde Naties, het Internationaal Gerechtshof, Israël beval om alles in het werk te stellen om een genocide in Gaza te vermijden, pakte de Israëlische regering uit met de beschuldiging dat 12 medewerkers van de Verenigde Naties (UNRWA, de VN-hulporganisatie voor de Palestijnse vluchtelingen ) betrokken waren bij de Hamas aanslag van 7 oktober. Terwijl de enige bron voor deze beschuldiging Israël zelf is, en geloofwaardige bewijzen nog moeten getoond worden, besloot de Duitse regering dezelfde dag nog, en samen met de Verenigde Staten en Nederland, haar financiële bijdrage aan UNRWA stop te zetten. De dag daarop deed Frankrijk hetzelfde, anderen volgden (met de meldenswaardige uitzondering van België, Denemarken, Ierland en Spanje).
Ook al zou bewezen worden dat er iets aan is van de Israëlische beschuldiging (UNRWA heeft 13000 medewerkers in Gaza) is het stopzetten van de hulpverlening een nieuwe bestraffing van een heel volk. En welk een! Hulporganisaties smeken om de altijd al onvoldoende middelen voor Gaza niet helemaal stop te zetten, om de huidige catastrofale humanitaire toestand niet tot een Danteske hel te laten verrotten.
Helaas, hulpverleners spreken een taal die door de machinisten van de Europese locomotief niet begrepen wordt. Men moet hen ook niet vragen waarom ze de wapenleveringen aan Zelensky niet onmiddellijk stop zetten toen er niet alleen geruchten, maar ook bewijzen waren dat medewerkers miljoenen van het wapengeld aan het verduisteren waren.
Reageren en protesteren tegen de uitwassen van het kapitalisme. Dat zijn geen uitwassen. Normale procedures.
Wanneer we niet beseffen dat het Westen en vooral Europa in zijn laatste fase verkeert en zich met hand en tand verzet en redt wat er te redden valt, dan reageert men misprijzend. Het is veel erger dan gewone mensen denken.