Costas Lapavitsas (*) geïnterviewd door Oriol Solé Altimira,
eerst verschenen in El Diario van 24 februari 2017
Engelse vertaling door Verso, 3 maart 2017
Nederlandse vertaling door Ander Europa, 2 april 2017
Een jaar geleden was u in Madrid bij de voorstelling van het ‘Plan B voor Europa’. Wat denkt u over de verdere ontwikkeling van dit initiatief?
De discussies in Madrid waren interessant, omdat er veel volk was en een goede sfeer. Niettemin waren deze discussies politiek verward, met een waaier aan ideeën over wat links moet doen in Europa, maar zonder enige concreetheid. De mensen denken nog steeds dat de Europese Unie kan hervormd worden. Nu, een jaar later, denk ik dat dit standpunt minder steun geniet. Meer mensen realiseren zich dat, als we een alternatief willen, een andere weg of een andere strategie, dat we dan ook radicale stappen moeten zetten aangaande de instellingen en de EU.
In uw recentste werk hebt u een plan voor Griekenland, met het voorstel de euro te verlaten.
Het verlaten van de euro is deel van de strategie. Maar essentieel moeten we maatregelen nemen om de vraag te doen toenemen door overheidsuitgaven en investeringen. Aanvankelijk moet de openbare sector de leiding nemen om aan de economie en de privésector, in het bijzonder de diensten, terug ademruimte te bieden. Daarna zou men moeten maatregelen nemen op het gebied van een industrieel beleid.
En dit is niet mogelijk binnen de eurozone?
Vandaag is de fundamentele instelling van de EU de muntunie. En de muntunie heeft gefaald. Ze is disfunctioneel, en heeft niet geleid tot hervormingen, voorspoed en solidariteit, maar wel tot het tegendeel. De muntunie heeft vijandschap en spanning onder de Europeanen versterkt. Voor links is de eerste stap te zeggen dat de muntunie moet beëindigd worden. De euro heeft gefaald, en we hebben hem niet nodig.
Maar zou het einde van de euro niet precies betekenen dat landen en hun munten met elkaar concurreren, in plaats van meer solidariteit?
Er is ook geen noodzaak om terug te keren naar een systeem van nationale munten die onder elkaar concurreren. Er zijn tussenliggende alternatieven, waarmee de Europese naties de handel en de uitwisseling van kapitaal kunnen organiseren. We hebben geen nood aan een eenheidsmunt zoals de euro, of de Europese Centrale Bank (ECB). Wat we sinds een aantal jaren kennen kwam essentieel de grote bedrijven en de grote banken ten goede.
Maar als links een anti-eurodiscours ontwikkelt, zal het dan het werk voor rechts niet gemakkelijker maken?
Integendeel! Dit is nog een tekortkoming van links. Indien links de euro niet aanvaard had, of op een radicale manier een breuk met de euro had voorgesteld – radicaal in de zin van gaande naar de wortel van het probleem – dan zou het de zaken voor rechts bemoeilijkt hebben. In Griekenland heeft het uiterst rechtse Gouden Dageraad parlementariërs, maar het is er niet in geslaagd om zich op de kaart te zetten in het debat over de euro, omdat er reeds aan de linkerzijde een pleidooi was om de eenheidsmunt te verlaten. En ook in Frankrijk zou het links geweest moeten zijn dat daarover sprak, in plaats van Marine Le Pen.
Dat kan zijn, maar de meerderheidspositie binnen Europees links is niet om de euro te verlaten, maar om de EU te hervormen. We hebben dat gezien in Spanje met Podemos: naarmate het vooruitgang boekte in de polls bewoog het discours zich meer naar het centrum.
Inderdaad. En omwille van deze reden heeft Europees links gefaald in het voorbije decennium, terwijl rechts, en zo te zien nu uiterst rechts, er wel bij vaarde. Historisch gezien kon men op links rekenen om op institutioneel vlak een beleid door te voeren ten voordele van de werkende klasse en de meest kwetsbaren, om de machthebbers werkelijk uit te dagen met voorstellen voor radicale verandering. Om het systeem te veranderen, om de wereld te veranderen. Wat is daarvan overgebleven? Links betaalt de prijs voor zijn conservatief discours over de muntunie. Uiterst rechts voert nu een radicaal discours, en het heeft een groot deel van de linkse boodschap gestolen, en in sommige gevallen een deel van zijn kiezers.
Uw land, Griekenland, lijkt gevangen te zitten in een vicieuze cirkel van ‘reddingsplannen’ en hervormingen.
Wat betreft de mislukking van de eurozone is Griekenland een extreem geval. Ik geloof niet dat Griekenland op middellange termijn op een aanvaardbare manier zal uit de crisis geraken. De reden is dat de oplossing die de Europese Commissie en Berlijn oplegden toen de crisis toesloeg de totale vraag deed kelderen. Op de uitgaven en pensioenen werd bespaard, de belastingen gingen omhoog. De combinatie daarvan leidde tot een vermindering van de vraag, en de investeringen vielen stil. Bedrijven deden de deuren dicht, de werkloosheid steeg en er kwam een massale recessie.
Men zegde dat dit de economie zou stabiliseren, en dat bij verminderde vraag de kans ontstond om bijkomende maatregelen te nemen zoals het liberaliseren en dereguleren van de economie, om op die manier concurrentieel te worden. Maar het moderne kapitalisme functioneert zo niet. Er ontstond een stagnering van heel het land, de economie groeide een klein beetje en kromp vervolgens terug ineen. Ook Spanje is niet veraf van dit scenario.
De kredietverleners lijken ook niet van plan om een andere weg in te slaan.
Op deze manier komt er nooit groei in Griekenland, en het land zal gevangen blijven in stagnering, met een ineengestorte vraag, wachtend op een mirakel. Op die manier geraakt Griekenland gemarginaliseerd en zonder enige relevantie, en dat zal zo blijven zolang het land tot de muntunie behoort. Om een ander beleid te voeren dan dat van vandaag moeten we de eurozone verlaten.
Het lijkt erop dat de steun die de regering SYRIZA genoot gedurende het referendum (juli 2015) nu opgedroogd is. Is het “Europa van de arbeid” meer een mythe dan een realiteit?
Het Europa van de arbeid bestaat niet. Het is een mythe waarin het grootste deel van Europees links geloofde. Er is geen eengemaakt Europa; er zijn 28 staten, waarvan 19 in de muntunie. Links moet meer nadenken over nationale soevereiniteit, en dit opnieuw definiëren, niet in een nationalistische of agressieve betekenis, maar in een populaire betekenis. Ik geloof dat dit het reële vooruitzicht is voor een Europa van de volkeren en de arbeid. Geen transnationaal lichaam met hoofdkwartier in Brussel, geregeerd door bureaucraten die in hun eigen wereldje leven.
Het is fout te denken dat links dit laatste kan veranderen in een Europa van de volkeren. Het Europa van de arbeid staat in de eerste plaats in je eigen land wanneer je opkomt voor soevereiniteit. Dat is de basis waarop een Europa van de solidariteit kan gecreëerd worden.
U leeft in Londen. Hoe waren de eerste maanden na Brexit?
Brexit toonde aan dat de Britse werkende klasse de EU niet wil, dat de EU geen populair project is en dit nooit was in het Verenigd Koninkrijk. De EU was een project van de Britse middenklasse. En ik geloof dat wat we kunnen zeggen over het Verenigd Koninkrijk ook geldt voor een aantal andere landen: de EU was nooit een project van de volkse klassen.
Maar de ergste gevolgen zullen er komen als Groot-Brittannië het mechanisme in gang zet om de EU te verlaten?
Na het referendum zei men dat Brexit het einde van de wereld zou zijn, dat er een massale recessie zou komen, kapitaalvlucht en economische chaos. Tot nog toe was daar niets van aan. Zeker, wanneer het eigenlijke uittredeproces begint zullen er een aantal negatieve gevolgen zijn, maar men heeft dat tot nog toe overdreven. De voorspelde catastrofe doet zich niet voor. Een hoop mensen denken: “Als dit het is wat gebeurt als je beslist eruit te stappen, waar is dan die catastrofe?”
Er zullen complexe negatieve gevolgen zijn voor de economie. Het ontwarren van het hele juridische kluwen zal een enorm werk betekenen, want Europese wetgeving heeft betrekking op heel wat aspecten van het leven. Handelsovereenkomsten en financiële operaties zullen ook beïnvloed worden, al weten we nog niet goed hoe.
Had u gehoopt dat Brexit het zou halen?
De Britse heersende klasse wilde Brexit niet. De City van Londen en de machtscentra wilden blijven. Het was een verrassing, en de elites waren er niet op voorbereid, want Brexit was een stem uit het volk. Maar op het politieke vlak heeft Brexit de Conservatieve Partij geholpen om een eind te maken aan haar verdeeldheid over Europa. Vandaag zijn de Conservatieven versterkt.
Links daarentegen lijkt helemaal in de war.
Labour heeft geen duidelijk perspectief, en is verdeeld. Links in het Verenigd Koninkrijk is in crisis omdat het niet weet wat te zeggen over Europa. Het heeft geen radicale voorstellen te doen aan het volk. Sommigen zijn voorstander om terug naar de EU te gaan, in het geloof dat ze de EU kunnen veranderen. Dat heeft geen zin. Het zal niet gebeuren, en zelfs als het gebeurde zou het alleen leiden tot een verslechtering voor de werkende klasse, een werkende klasse die tegen de EU stemde.
Hieruit blijkt een van de problemen van Europees links: het heeft het vertrouwen van de mensen uit de werkende klasse verloren. In plaats van een programma te verdedigen om het soberheidsbeleid op te geven, openbare investeringen aan te moedigen en de rijkdom te herverdelen, is een deel van Labour zijn energie aan het spenderen aan het bepleiten van een tweede referendum. Dit deel van Labour wil terug in een instelling stappen die door werkende mensen verworpen werd. Politiek gesproken heeft het geen zin. Het is in deze context dat uiterst rechts de Britse werkende klasse voor zich aan het winnen is. Dit is afschuwelijk, en het ergste is dat dit gebeurt in verschillende Europese landen.
(*) De Griek Costas Lapavitsas (° 1961) is professor politieke economie aan de School of Oriental and African Studies (Londen). Een overtuigd marxist, gewezen parlementslid voor Syriza (tot de aanvaarding van het derde memorandum met de Troika) en sinds altijd een tegenstander van de euro. Het interview werd afgenomen eind februari in Barcelona, waar hij zijn boek Eurozone Failure, German Policies and a New Path for Greece kwam voorstellen. Een bibliografie van Lapavitsas waarvan een aantal titels downloadbaar zijn vindt men hier.