In een eerder bericht hadden we het over de brutale bocht die de leiding van de Duitse vakbond DGB aannam in verband met CETA, het handelsakkoord tussen de EU en Canada. DGB was een belangrijke medespeler in het grootschalig verzet tegen TTIP en CETA, en was sterk aanwezig bij de betogingen in heel Duitsland op 17 september. Maar begin september bleek DGB-voorzitter Reiner Hoffmann in CETA plots een progressieve deal te zien. Daarmee rees het vermoeden dat hij daarmee de SPD een handje wou toesteken. De Duitse sociaaldemocraten hielden inderdaad op 19 september een partijconventie, waar partijvoorzitter en economieminister Sigmar Gabriel de steun van zijn partij voor CETA wou veiligstellen. Dat is hem ook gelukt, en de bocht van de DGB-leiding zal hem daarbij goed geholpen hebben.
Voelt die leiding zich nu gerold? Dat lijkt er toch op als men voortgaat op een intern DGB-document (‘Assessment of SPD Party Congress Decision’) dat door Die Tageszeitung (taz) van 27 september werd gepubliceerd. DGB verwachtte bij CETA blijkbaar bindende protokollen die tegemoet moesten komen aan vakbondsbekommernissen (o.a. het voorzorgsprincipe, het inperken van de investeerdersbescherming, sancties voor inbreuken op het arbeidsrecht, sociale rechten, bescherming van de openbare diensten enz.) , maar daar was op de SPD-conventie (waarop de Canadese minister van handel uitgenodigd was!) niets meer van te horen.
De DGB-leiding lijkt evenwel niet van plan te zijn om haar leden in te lichten over het SPD manoeuvre. Volgens het bericht van taz stond de ‘Assessment of SPD Party Congress Decision’ een korte tijd op de website van het Europees Vakverbond (EVV, of ETUC in het Engels), om er kort daarna weer van te verdwijnen. Het is inderdaad moeilijk om open kaart te spelen voor een vakbondsleiding die eigengereid de standpunten van de organisatie naast zich neerlegt, en dan moet vaststellen dat ze door de politieke vrienden bedrogen werd… (hm)