door Herman Michiel
30 december 2020
Net voor het laatste blaadje van de kalender valt zal het Brits parlement de Brexit deal goedkeuren. Een aantal parlementsleden van Labour (o.a. John McDonnell, indertijd lid van Corbyn’s schaduwkabinet) en activisten (o.a. de de linkse cineast en politiek commentator Paul Mason) roepen op dit niet te doen. Men kan hun weerzin begrijpen om Boris Johnson het genoegen te gunnen om de door hem bekokstoofde deal ook met steun van de oppositie goedgekeurd te zien. Toch lijkt dit een achterhoedegevecht, dat bovendien riskeert gezien te worden als een laatste stuiptrekking van het Remain-kamp in Labour. Hun weifelende houding tegenover het resultaat van het Brexitreferendum leidde een jaar geleden tot het verlies van een aanzienlijk deel van de arbeidersbasis in het noorden, die naar de Tories overliep.
Het meest bedenkelijke in de argumentatie van de vermelde oproep, maar ook in die van veel continentale progressieve anti-brexiteers, is dat de Britse werkende klasse door de uitstap uit de EU nu uitgeleverd is aan een hard antisociaal beleid, waar milieu-, voedsel- en arbeidsnormen zullen geofferd worden op het altaar van de vrijhandel. (Wat vrijhandelsakkoorden betreft is het wat ironisch dat een van de ondertekenaars van de oproep David Martin is, tot 2019 europarlementslid voor Labour, en een van de promotoren van TTIP en de gecontesteerde investeringsclausule ISDS/ICS.)
Zeker, het gevaar op sociale afbouw is reĆ«el, Johnson heeft zich met zijn Brexitstrategie een zeer stevige plaats veroverd, en kan zich tegenover een verdeeld en verslagen Labour veel veroorloven. Maar de EU inroepen als waarborg tegen sociale achteruitgang is wel een zeer onverstandige optie. āToekomstige handelsovereenkomsten zouden nu de privatisering van de Nationale Gezondheidsdienst (NHS) en andere openbare diensten kunnen doordrukkenā, schrijven de ondertekenaars van de oproep. De privatisering van de openbare dienst is nu precies waar het activisme van de Europese Commissie op aanstuurt, en waar ze in de voorbije decennia al een hoop successen heeft geboekt. De oproep heeft wel gelijk waar gesteld wordt dat āoppositie nu de vitale opdracht isā, maar de invulling daarvan is alleen gericht op parlementaire oppositie, wat vooral in de Labour Party niet veel goeds voorspelt. Het toekomstperspectief dat nu door de linkse krachten in Groot-BrittanniĆ« moet verdedigd worden is een sterke sociale oppositie, een brede beweging gesteund op vakbonden en agitatie aan de basis, als essentiĆ«le voorwaarde op dat er ook op politiek vlak een consequente oppositie zou kunnen gevoerd worden. Het is ook in de sociale strijd dat vakbonden en progressieven op het continent en in het Verenigd Koninkrijk elkaar kunnen vinden, want het Tory-bewind is slechts de voortzetting van de EU politiek met andere middelen.
Ook op andere terreinen is rekenen op de EU in plaats van de eigen sociale krachten een gevaarlijke illusie. Sommigen vrezen dat er nu door de Britten een sterk anti-migratiebeleid zal gevoerd worden. Maar waarin zou dit verschillen met het verleden? Wie denkt dat de EU de verdediger is van een humaan migratiebeleid moet uit een lange coma ontwaakt zijn. Of zullen de Britten nu ontoelaatbare vrijhandelsverdragen opgedrongen krijgen? Alsof de Europese Commissie niettegenstaande alle protesten niet steeds maar nieuwe handelsakkoorden afsluit, met de grootste verachting voor elke democratische inmenging. De āstrenge Europese milieunormenā zijn een ander argument dat met enige omzichtigheid moet benaderd worden. Ze waren wonderwel niet in staat de massale fraude met de sjoemelsoftware van Volkswagen diesels te ontdekken. In Groot-BrittanniĆ« zowel als op het Europese vasteland zijn actieve milieuorganisaties en bewuste burgers een veel betere garantie voor milieu en klimaat dan een onverkozen bureaucratie waarvan de deur platgelopen wordt door de bedrijfslobbys.
Een ander geliefkoosd thema van degenen die de hardvochtige Brexit tegen de sociale EU willen uitspelen is Erasmus. De Britten zullen het Erasmusprogramma niet langer steunen! De kern van de zaak zijn echter de zeer hoge inschrijvingsgelden aan de Britse universiteiten, en dat is niet het gevolg van Brexit. Dat veranderen betekent een democratische visie op de universiteit in de praktijk brengen. Daar heeft de EU in het verleden geen zier toe bijgedragen, en dat zal in Groot-Brittanniƫ en elders alleen door linkse krachten en massale sociale druk kunnen tot stand komen.
Conclusie: eerder dan achterhoedegevechten te voeren zouden Britse linkse en sociale krachten beter Boris Johnsonās slogan, taking back control, tot de hunne maken, maar dan niet in BoJoās nostalgische opvatting van Britannia rule the waves, maar als een strijdprogramma voor een democratische, sociale ecologische samenleving.
Voor een overzicht van al onze artikels rond Brexit sinds 2015, zie hier.
Laat een reactie achter